De horeca moet je roeping zijn 41 werken Ik hou ervan om mensen in de watten te leggen zaterdag 28 april 2012 Horeca-ondernemers in Zeeland hebben moeite om goed personeel te vinden. Jonge ren kiezen niet voor het vak, omdat ze vrij willen zijn in het weekend en op feestdagen. „Het horecavak moet je roeping zijn. Je moet ervan houden." door Cornelleke Blok Het overgrote deel van het personeel van strandrestau- rant Our Seaside in Renes- se komt niet uit Zeeland. Eigenaar Rob Rameau moet noodgedwongen over de provin ciegrens kijken om aan voldoende me dewerkers te komen. Strandhotel Westduin in Koudekerke heeft on langs een personeelswoning ingericht, om in het hele land medewerkers te kunnen werven. „In de omgeving kunnen we geen mensen vinden", zegt hotelmanager Ralph van der Vinnen. „In de perso neelswoning kunnen twaalf mensen verblijven. Ze komen onder meer uit Uden, Den Bosch, Gouda, Venlo en Nijmegen." Volgens Van der Vinnen vinden jonge ren het horecavak niet aantrekkelijk. „Ze willen zelf vakantie vieren, en bui ten de seizoenen werken. Als ze wél in de horeca willen werken, dan kie zen ze voor een strandpaviljoen, waar ze een korte broek aan kunnen en veel fooi krijgen. Wij zijn een vierster- renhotel: ze moeten hier een stropdas en een overhemd aan. We hebben de salarissen iets verhoogd, om toch nog wat mensen aan te trekken. Maar zelfs vanuit de horeca-opleiding van het ROC is de aanwas beperkt." Westduin komt desondanks niet in de problemen, zegt Van der Vinnen: „We kunnen altijd terugvallen op Mise en Place, een uitzendbureau met een gro te poule tijdelijke horecamensen." Annika Meijboom, eigenaresse van ca fé-restaurant Soif op het Bellamypark in Vlissingen, heeft ook moeite om goed personeel te vinden. „Goede hor- ca-mensen beginnen vaak voor zich zelf en anderen kiezen toch voor regel matige werktijden. Horeca moet je roe ping zijn. Je moet ervan houden." Walter Bien, bedrijfsleider van Beach- club Perry's in Scharendijke, heeft vooral moeite om personeel te vinden dat flexibel inzetbaar is. Het aantal klanten in zijn zaak, die op het strand ligt, is sterk afhankelijk van het weer. „Als trigger bieden we een hoger sala ris. Als iemand op drukke dagen wil werken, dan belonen we dat. Elk jaar komt het weer goed, maar het wordt steeds lastiger om jongeren enthou siast te krijgen. In de horeca moet je hard werken en soms lange dagen ma ken. Er is in Zeeland niet zoveel jeugd, en er zijn baantjes waar je makkelijker geld kunt verdienen. We zijn nog niet in de problemen gekomen. Ik moet hoogstens zelf een tandje harder wer ken." Bien heeft momenteel nog be hoefte aan een kok. „Vakmensen zijn het moeilijkst te vinden. Er is heel veel vraag naar, en tegelijkertijd vol gen maar weinig mensen de koksoplei ding." Rob Rameau van strand restaurant Our Seaside beaamt dat. „Vooral het keukenpersoneel is een probleem: zelf standig werkende koks zijn schaars in Zeeland." Hij redt het nu met de men sen die in dienst zijn. „Maar er zou den er drie bij kunnen. De wachttij den in mijn zaak zijn soms wat te lang, en het personeel draait veel uren." Om meer mensen enthousiast te ma ken voor de horeca, moet de ambach telijke kant van het vak in ere hersteld worden, vindt Rameau. „Hoe vaak wordt er niet gewoon een bord voor je snufferd gezet? Maar bedienen is veel meer dan dat. Er moet aandacht zijn voor service, het entertainen van gas ten, het iiitschenken van wijn en het blancheren van vis aan tafel. Die on derdelen houden het vak aantrekke lijk, maar worden vaak verkwanseld. Bedienen is een waardevolle bezig heid, maar dan moet het wel als zoda nig gepresenteerd worden." Our Seaside, dat ook leerbedrijf is, in vesteert daarom veel tijd en energie in het opleiden en enthousiasmeren van jongeren. Westduin en het Badhotel Domburg doen dat ook. Ze zijn aangesloten bij het Netwerk Hotels Zeeland, dat enke le jaren geleden in het leven geroepen is. Bedrijven in dit samenwerkingsver band adopteren ROC-leerlingen en la ten ze in drie jaar tijd kennismaken met alle afdelingen in het hotel. Door studenten gedurende een lange perio de bij de hotels te laten werken, probe ren de bedrijven jongeren aan zich te binden. „Voorheen staken we tien of twaalf weken veel tijd en energie in stagiaires, en zagen ze daarna nooit meer", zegt Govert Jansen, directeur van het Badhotel Domburg. „Nu draaien ze drie jaar lang 16 weken per jaar volledig mee in het hotel, onder begeleiding van een persoonlijke coach. Als ze goed functioneren, dan kunnen we de studenten een baan aanbieden, nadat ze hun diploma ge haald hebben." En dat lijkt z'n vruch ten af te werpen. „Van de studenten die nu bij ons rondlopen, zijn er twee die straks waarschijnlijk kunnen blij- Amber Knoth: „Ik maak er een sport van om mensen blij te maken." Ze tapt bier, schenkt wijn, spoelt glazen om, neemt bestellingen op, snijdt stokbrood, haalt bor den op, en vraagt gasten onder tussen of alles naar wens is. Werken in de bediening is zo nu en dan 'racen', maar Amber Knoth uit Vlissingen houdt ervan. „Ik sjees soms wat af, maar als het druk is, geeft me dat een kick. Door al dat rennen raak je in een flow. Ik weet precies waar ik op moet letten: ik kijk hoever die me neer is met eten en zie ook dat het glas water van die mevrouw leeg is." De 22-jarige studente werkt bij café-restau rant Soif op het Bellamypark in haar woonplaats. Ze volgt de horeca-opleiding aan het ROC in Middelburg. Via haar leer bedrijf, waar ze nu een jaar werkt, volgde ze ook cursussen over wijn, bier, sterke drank en koffie. „Met die kennis kan ik straks bijna overal aan de slag." Werken in de bediening is vooral 'enter tainen', zegt Amber. En dat is juist wat ze zo leuk vindt. „Ik hou ervan om mensen in de watten te leggen. Bij Soif hechten we veel waarde aan etiquette, maar ik vind het ook leuk om mensen aan het la chen te maken. Ik maak er een sport van om mensen blij te maken en ze een 'thuis gevoel' te geven. Ik probeer me altijd voor te stellen wat ik zelf fijn zou vinden, als ik in dit restaurant zou zitten. Zelfs als je een slechte dag hebt, dan moet je net doen of je het naar je zin hebt. Als je het zelf gezellig maakt, dan krijg je het ook te rug van de gasten." Soms is het lastig om vriendelijk te zijn, geeft ze toe. „Als het heel druk isvind ik het wel eens moei lijk om mijn blije gezicht op te zetten." Amber vind het horeca-werk zo leuk, dat ze de komende twintig jaar in het vak wil blijven. Als ze dan tóch een nadeel moet noemen, dan zijn het de werktijden. „Ik heb er wel wat voor op moeten geven. Vroeger was ik een feestbeest, maar vier keer per week uitgaan zit er nu niet meer in. Nu blijft het vaker bij een spelletjes avond met vrienden. In het begin ging ik nog wel eens uit, maar dan stond ik de volgende dag met een kater in de zaak. Daar werd ik niet gelukkig van, en de gas ten ook niet."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 52