JAN ZEEMAN spectrum 10 Van theedoeken en goedkope slips tot kinder opvang en ouderenzorg. Met gezond ondernemer schap is in elke sector geld te verdienen, zegt textiel ondernemer Jan Zeeman. Zaterdag 14 april 2012 f TT eu^ °Pa' ^at bedrijf heet I hetzelfde als wij', merkte j zijn 6-jarige kleinzoon eens I op toen ze langs het hoofd- -* kantoor van Zeeman textiel- Supers reden. Niet zo vreemd, de drie zo nen van textielmagnaat Jan Zeeman (69) zijn niet in hun vaders voetsporen getre den bij het familiebedrijf. Maar het stak wel een beetje, geeft Zeeman toe. Dus liet hij voor zijn aanstaande 70ste verjaardag een boekje schrijven. Serieus, maar ook lol lig, bedoeld voor 'familie en intimi'. „Ik ben trots op wat ik heb bereikt, maar ga niet naast mijn schoenen lopen. Ik houd niet van mannetjesmakerij." Jan Zeeman houdt kantoor in een modem pand op een steenworp afstand van het Zeeman-hoofdkwartier in Alphen aan den Rijn. Hij vertrok dertien jaar geleden als di recteur van het textielconcern, maar is sinds vijf jaar als commissaris en grootaan deelhouder weer betrokken bij de onderne ming. „Collega's zeggen altijd: 'Jan loopt nog wel eens door het beeld'. Dat is een mooie omschrijving van mijn bemoeienis met het bedrijf Ik ambieer niet meer de da gelijkse leiding, maar ik mag wel graag mijn mening delen." Gekscherend: „Het liefst zou ik solliciteren naar de functie van adviseur voor bindende adviezen en roe pen: zo doen we het en geen geouwehoer. Die zaak is mijn levenswerk. Ik zou het heel spijtig vinden als dat verkwanseld zou worden." Hij haalt een mapje vol paperassen uit zijn 'mobiele kantoor', een grote leren tas, en door Berrit de Lange vist een foto op van een Zeeman-filiaal. Ge maakt tijdens een weekendje Maastricht met zijn vrouw. Als ze een paar dagen op pad zijn, doen ze trouw een paar filialen aan. Gewoon om te kijken hoe de zaken erbij staan. Soms spreekt hij met nietsver moedende klanten of reikt hen een mand je aan voor de slips, sokken en theedoe ken. „Dit kan dus niet", zegt hij, wijzend op de foto. Het winkelpand oogt anoniem, vindt hij, het geel-blauwe logo met het ma troosje is nergens te bekennen. De kwestie komt zeker ter tafel tijdens het eerstvolgen de 'broodje Bart', de zeswekelijkse lunch- bijeenkomst die Zeeman heeft met Bart Karis, topman van Zeeman textielSupers. Hij had de deur van de directiekamer in 1999 nog niet achter zich dichtgetrokken of een van zijn stokpaardjes ging eraan. „U bent in mijn zwartboek vast het hoofdstuk parttime tegengekomen", zegt Zeeman met pretogen. Hij is altijd tegenstander ge weest van parttime werken door filiaallei ders. Dus gebeurde dat, felle kritiek van de vakbonden ten spijt, in zijn winkels niet. „Het gezegde luidt: 'een mens kan geen twee heren dienen'. Dat geldt voor leiding gevenden ook. Vrouwen die thuis een paar kleine kinderen hebben, kunnen niet tegelijkertijd een winkel leiden. De dienst staat centraal, die moet van hoog niveau zijn. Je moet continu topprestaties willen leveren. We zijn vandaag de dag in onze economie volledig afhankelijk van dien sten. Met onze softe opstelling dreigen we de concurrentieslag met Azië te verliezen. De menselijke kant van het werkgever schap is veel te ver doorgeschoten." Op tafel ligt een exemplaar van een plaatse lijke krant waarin hij wordt geportret teerd. Op'de foto prijkt Zeeman in pak, lintje op het revers. „Een koninklijke on derscheiding op zichzelf zegt me niet zo veel, maar wél dat ik hem heb gekregen, mede op voordracht van de ondernemings raad. Dan heb ik als autoritair leider kenne lijk toch iets goed gedaan." Jan Zeeman is een ondernemer van de oude stempel. Eigenhandig bouwde hij het eerste textielwinkeltje, dat hij 45 jaar geleden opende in Alphen aan den Rijn, uit tot een concern met inmiddels 1.200 fili alen in Nederland, België, Luxemburg, Duitsland en Frankrijk, ruim 6.000 mede werkers en een omzet van meer dan 500 miljoen euro. Hij begon als jongen in de textielzaak van zijn vader in IJmuiden, waar hij de kneep jes van het vak leerde. Maar hij geloofde meer in het zelfbedieningsconcept, waar bij klanten konden grasduinen in de koop waar. Dat botste met de visie van zijn va der. Jan, in een gezin met tien kinderen ge wend om de concurrentie aan te gaan, ging onverzettelijk zijn eigen weg. Ook al had dat een breuk in de familie tot gevolg. „Ik was thuis het enfant terrible. Mijn va der vond me eigenwijs omdat ik had 'ge studeerd'. Drie jaar mulo! Ik ben in 1967 met krediet van het waarborgfonds van de Nederlandse Middenstandsbank voor me zelf begonnen." Zeeman gaat er niet onder gebukt dat geen van zijn zoons hem is opgevolgd bij het

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 66