ii spectrum
Hiv-infectie werd chronische
ziekte, de laatste jaren stijgt
weer aantal hiv-patiënten
Belangrijkere vraag:
hoe kom je er weer vanaf?
Zaterdag 31 maart 2012
Voormalig
Varssevelder
en oud-stu
dent van de
Arnhemse
modevak
school Har-
rie Wilde
man op zijn
kamer in het
Amsterdam
se Flevohuis.
foto
Rein van Zanen
In het UMC St Radboud, behan
delcentrum voor hiv-infecties
in Oost-Nederland, staan .op
dit moment 550 patiënten onder
behandeling. Anders dan in de ja
ren tachtig en negentig hoeven zij
nauwelijks nog bang te zijn om
aids te krijgen en te overlijden.
„Hiv-infectie is een chronische
ziekte gewórden, net als diabetes
of reuma. Voorwaarde is wel dat
patiënten hun medicijnen nemen
en zich goed laten begeleiden", al
dus internist Peter Koopmans.
„Bij suikerziekte kun je niet zonder
insuline. Bij hiv geldt ook dat je
medicijnen nodig hebt, in dit geval
om de afweer op peil te houden en
het virus te onderdrukken."
Van alle patiënten is nog 65 pro
cent geïnfecteerd door homosek-
.sueel contact. Een groeiende groep
heeft wisselende contacten met
- mannen en vrouwen. Van de nieu
welingen werd vorig jaar 30 pro
cent besmet via heteroseks. Van de
patiënten van niet-westerse af
komst is de helft vrouw.
De bijwerkingen van de pillen zijn
de afgelopen jaren flink afgeno
men. „Patiënten hebben nog wel
eens last van misselijkheid, huiduit
slag en slapeloosheid. Maar dat zijn
algemene klachten die je ook hebt
bij allerlei andere medicijnen", al
dus Koopmans. Een erg vervelende
bijwerking is wel nog steeds vetver-
mindering in gelaat en op benen,
armen en billen en vetvermeerde-
ring op buik en borsten. „Het is
herkenbaar, te vergelijken met het
kale hoofd dat je krijgt van che-
mo."
Koopmans benadrukt dat vroeg
starten met medicatie van levensbe
lang is. „Anders ontwikkel je klach
ten waar je op de langere termijn
last van krijgt." Zorgwekkend is
daarom dat veel nieuwe patiënten
zich pas laat melden. „Het komt
steeds meer voor dat we patiënten
pas zien als ze al een aids-gerela-
teerde ziekte hebben als longontste-
king, een kaposi-tumor (huidkan
ker, red.) of een infectie in de herse
nen."
Maar ook bij therapietrouwe pa
tiënten zijn er nog genoeg nadelige
gevolgen. „Ze lopen meer kans op
hart- en vaatziekten, kanker en aan
tasting van concentratie en geheu
gen." 10 procent heeft een hiv- én
een hepatitis-c-infectie. „Dat
vormt extra risico, door de kans op
chronisch leverfalen. Zonder be
handeling overlijd je daaraan."
Inmiddels zijn tweehonderd pa
tiënten van het Nijmeegse zieken
huis overleden aan hiv en aids, vrij
wel allemaal vóór 1995. De laatste
jaren is er weer een toename van
het aantal hiv-infecties. „Nu zien
we jaarlijks zestig nieuwe hiv-pa
tiënten, vroeger waren dat er 35
per jaar", vertelt verpleegkundig
specialist Bert Zomer.
Volgens Zomer is er genoeg be
wustzijn over veilig vrijen. „Maar
zonder condoom is gewoon pretti
ger. En we doen in Nederland alsof
we open zijn over seks, maar tus
sen de lakens valt dat niet mee."
Een hiv-infectie mag geëvolu
eerd zijn van dodelijke naar
chronische en goed te behan
delen ziekte. Toch is daar altijd
weer die eerste vraag: hoe kom je
eraan? Hiv-patiënt Willemien (53)
uit Arnhem wordt daar wel eens
boos en verdrietig van: „Belangrij
ker vind ik hoe je er weer afkomt."
Hiv is anno 2012 nog steeds een
stigma. „Onterecht", meent Wille
mien. „In Nederland wordt hiv ge
relateerd aan homo's en drugs,
maar wereldwijd zijn het vooral
wisselende contacten waardoor ie
mand besmet raakt. Wat is er mis
met seks en mensen die per onge
luk iets oplopen? Ik ben niet eens
besmettelijk, als ik mijn medicij
nen maar goed inneem."
Zelf kreeg ze het virus begin jaren
negentig via haar man. Die liep het
op zijn beurt op in de periode dat
hij ontwikkelingswerker was in
Afrika. Haar man overleed in 1999.
Willemien is dankzij goede medica
menten nog nooit echt ziek ge
weest. „Ik werk, sport en leef als ie
der ander."
Ze beseft dat ze als vrouw taboe
doorbrekend kan zijn door open
over haar hiv-infectie te praten.
Vrienden en mensen in haar straat
die vragen hoe ze weduwe is ge
worden, kunnen ook rekenen op
een eerlijk antwoord. „Maar verder
ben ik terughoudend. Ik wil er
geen groot gespreksonderwerp van
maken. Wanneer je dit vertelt, is
dat helaas onvermijdelijk."
Dat merkte ze toen haar zoontje
op school zei dat zijn moeder geïn
fecteerd is. „De ouders sloegen op
tilt, ook al omdat ik op school ac
tief was. De GGD werd ingezet om
de gemoederen te sussen. Een
groot aantal ouders reageerde toen
gelukkig prima. Maar het liet wel
zien dat we er in Nederland nog
steeds moeilijk mee overweg kun
nen."
De naam Willemien is gefingeerd.
geleden kleurrijk zijn mannetje stond. Op
een van de afbeeldingen staat Wildeman
in Romeins tenue, om zijn nek een zilve
ren ketting met letters die de de tekst 'ho
mo' vormen. „Over de top, zoals het
moet", murmelt hij trots in een volgend
moment van helderheid.
Met recht mag Wildeman zich een icoon
noemen van een tijdperk waarin de op
komst van aids en homo-escapisme zo pa
radoxaal hand in hand gingen. „Minstens
duizend", antwoordt hij zonder aarzeling
op de vraag hoeveel mannen hij gehad
heeft. „Nou ja, minstens honderd", krab
belt hij wat terug. Niettemin, het blijft een
indrukwekkend aantal, mede te danken
aan zijn toenmalige bereidheid om te pros
titueren voor lijntjes coke. Gulden regel
tot het moment dat hij besmet raakt, waar
schijnlijk ergens begin jaren negentig: hij
deed het altijd onbeschermd.
Waarom hij dat risico nam? „Natuurlijk
wisten we van het gevaar van aids. Die uit
gemergelde lijven in de Roxy vielen op
een gegeven moment op. Ik denk dat ik
zo'n veertig vrienden heb weggedragen."
Maar veel homo's wilden het niet weten.
„De homo-emancipatie had zijn basis in
de jaren zeventig, we waren nog maar kór-
te tijd uit de kast." De verworven vrijhe
den moesten hoe dan ook gevierd worden.
Dat maakte het volgens Wildeman tot zul
ke leuke jaren. „Zelfs toen ik wist dat ik be
reageren?
spectrum@wegener.nl
smet was, liet ik me het feesten niet afne
men door zo'n stomme ziekte. We lieten
ons niet de les lezen door de rest van de sa
menleving. Voor ons bleef aids een
ver-van-mijn-bed-show."
Nu mag hij zich dagelijks verbijten om het
gemis van een simpele wandeling langs de
grachten. Achteraf beschouwd, was het
misschien ook niet slim jarenlang al die
medicijnen in de la te laten liggen. Daar
door werden zijn lichaamsfuncties onher
stelbaar aangetast. Met een zuur lachje:
„Nu zit ik met de gebakken peren."
Maar ook met de hedendaagse kennis zou
hij het niet anders doen. Vol overtuiging:
„Ik heb een heerlijk leven gehad."
Noem het zwelgen in nostalgie, maar wat
zou het. Het is mooi om te zien hoe Wilde
man zich ondanks zijn kwetsbare lijf al
weer verheugt op die volgende Roxy-
reünie. De laatste, in 2009 in Paradiso,
staat ondanks alles in zijn haperende ge
heugen gegrift. „Ik heb toen achthonderd
man geknuffeld en gezoend." Allemaal
vrienden van vroeger. Die zijn nog steeds
het belangrijkste in mijn leven. Van hen
wil ik nog lang genieten." Met de bravoure
van toen grijnst hij uitdagend. „Met wat ge
luk en met medicijnen word ik toch nog
ouder dan zeventig."