groot Mijn leven was één spectrum 10 Niet meer die dodelijke ziekte schok blijft toch De Tijd Daarna Het is dertig jaar gele den dat in Nederland de eerste patiënt met hiv werd behandeld. Wat nu een chroni sche ziekte is, was toen een zeker dood vonnis. Als excentrie ke homo liet Harry Wildeman zich in de jaren tachtig en negen tig desondanks niet de geneugten afnemen van een bruisend be staan. Zaterdag 31 maart 2012 De diagnose hiv is door goede medi catie niet meer het doodvonnis dat het tot 1995 nog was. „Maar toen ik het in 2008 te horen kreeg, was het nog steeds een grote schok. Ook al word ik net zo oud, het verandert je leven behoor lijk", zegt de 43-jarige homoseksueel Bert uit Doetinchem. „Een hypotheek krijgen wordt lastiger. So ciaal zijn de gevolgen nog veel groter. Zeg je al op dag één of pas na drie maanden te gen je*nieuwe vriend dat je hiv hebt?" Bert peinst er niet over op zijn werk open te zijn over zijn ziekte. „Te vaak heb ik ge hoord dat contracten niet verlengd wer den. Ik geef adviezen. Ik ben bang dat ik minder serieus wordt genomen." Volgens hem zijn er grofweg-drie groepen onder homo's. „Een vaste groep is panisch voor hiv en doet het altijd veilig. Een ande re groep doet het altijd onveilig. En je hebt een groep die afwisselt: kennen ze iemand drie maanden, dan vinden ze een con doom niet meer nodig." Zelf behoorde hij tot geen van drieën. „Ik deed het veilig, behalve bij het pijpen. De kans op hiv is dan zó klein." In 2008 bleek hij toch te zijn besmet. De naam Bert is gefingeerd. Feiten en cijfers Dertig jaar geleden, 3 april 1982, werd in het AMC Amsterdam officieel het eerste geval van hiv, een virus dat stap voor stap de af weer afbreekt, in Nederland vastgesteld. De ziekte stond aanvankelijk te boek als 'ho mo-ziekte', omdat vooral mannelijke homo's werden getroffen. Halverwege de jaren tachtig werd duidelijk dat het virus vooral werd overgedragen door seksueel verkeer, besmette bloedproducten en drugsnaalden en bij zwangerschap. In Nederland zijn op dit moment 18.000 hiv-patiënten geregistreerd bij in totaal 26 be handelcentra. Naar schatting 5.000 mensen zijn geïnfecteerd zonder het te weten. Aids, een gevorderd stadium van een hiv-in- fectie, komt in Nederland door steeds betere medicijnen nog maar nauwelijks voor. In 2010 stierven wereldwijd 1,8 miljoen men sen aan de gevolgen van een hiv-besmetting. Aids is wereldwijd doodsoorzaak nummer 1 onder jonge vrouwen. Sinds het begin van de epidemie zijn 30 miljoen mensen overleden. door Frank Hermans Het gesprek is nog maar net begonnen of zijn ogen gaan ondeugend twinkelen. Har- rie Wildeman (52) is in een mum van tijd weer dertiger en terug in de Roxy. „Ik was de leading man. Als art-director organiseerde ik mode shows en andere optredens. Ik heb Boy George nog aangekleed", put Wildeman direct en ongevraagd uit zijn geheugen. Roxy was de uitgaansgelegenheid in Am sterdam die van 1987 tot 1999 furore maak te. Het was het uithangbord voor extrava gantie in al zijn facetten, culturele broed plaats en synoniem voor hemelhoog uit je dak gaan. In die hippe en decadente feest tent zijn alle blikken gericht op de homo seksueel die in Varsseveld, de Achterhoek, opgroeide. Op zijn linkerbeen is in grote letters CHA, op zijn rechterbeen NEL geta toeëerd. „Er is niemand die ik meer bewon der dan Coco. Een te gekke vrouw en net zo'n eigengereide klootzak als ikzelf." Wildeman doet in de Roxy niets liever dan aandacht vragen van zijn geslachtsge noten en laat zich daarbij aanmoedigen door uitbundig drank- en cocaïnegebruik. Vaste prik is dat hij zich hult in bizarre uit dossingen. Eigen ontwerp natuurlijk. „Het vak leerde ik op de modevakschool in Am- hem. In 1985 was ik daar een opvallende verschijning." Niets nieuws onder de zon trouwens. Al in Varsseveld nam hij als tie ner-homo geen blad voor de mond. „Wat anderen van mij dachten, interesseerde me toen al geen reet." Eenmaal genesteld in Amsterdam hoefde hij zijn imago alleen maar te verfijnen. Wildemans ogen weerspiegelen de glitter en glamour van vroeger. Voor zolang het duurt. Als de vermoeidheid toeslaat zak- - ken details uit het verleden weg in drassi ge moerasbodems. We bevinden ons in het Flevohuis in Am- sterdam, op een zorgafdeling waar nog vijf hiv-patiënten zijn opgenomen. Sinds an derhalf jaar is het voor de euforische show man van weleer de vaste verblijfplaats. „Vanaf 2000 ging ik steeds meer sukkelen. Totdat ik zonder hulp niet meer kon douchen, kleden en zelfs plassen." Niet zolang geleden waren hier meer pa tiënten. Tot eind-vorige eeuw stierven ze bij bosjes, doordat hun afweer het liet af weten en aids hen fataal werd. Het aantal slachtoffers daalde tot enkelen per jaar in Nederland, dankzij de betere medicijnen die halverwege de jaren negentig op de markt kwamen. Wildeman profiteerde er niet van. Dat hij hier ligt is, hoe hard het ook klinkt, voor een groot deel aan hem zelf te wijten. „Ik had geen zin pillen te slikken. Zeker in het begin hadden die na re bijwerkingen. Ik sluit geen compromis- sèn met het leven, heb ik nooit gedaan." Het contrast tussen de vroeger zo zelfbe wuste frontman en zijn huidige schaduw is groot. Wildeman zit in zijn rolstoel. Kwijl drupt nu en dan uit een mondhoek. Armen en vingers staan krom van de spasmen. Zijn woorden komen met hor ten en stoten, net als de herinneringen. Be ginnende aids-dementie maakt dat hij zijn levensverhaal in flarden vertelt. Zijn kamer is als een venster met uitzicht op vroeger tijden. Aan de muren hangen foto's waarop te zien is hoe hij 15, 20 jaar Harrïe Wildeman is een van de dertig personen met hiv en aids die aan bod ko men in 'De Tijd Daarna', een boek van au teur Erwin Kokkelkoren en fotograaf Erik Smits. Ook hiv-patiënt Casper Lou- pen uit Arnhem komt uitgebreid aan het woord. Het boek wordt op 3 april gepre senteerd en is uitgebracht om stil te staan bij het feit dat precies dertig jaar ge leden de eerste aids-diagnose werd ge steld in Nederland. Elk jaar vanaf 1982 wordt een persoon geportretteerd.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 58