Ergste komt no voor Mali 121 opstand toeareg Het straatarme woestijnland Mali was een democratische oase in West-Afrika. Een opstand van Toeareg bracht het land echter diep in de problemen. Vorige week greep het leger daarom de macht. Dat kon niet verhinderen dat de Toeareg gisteren een belangrijke stad innamen. L zaterdag 31 maart 2012 door Joost Sijtsma Sinds de onafhankelijk heid in i960 komen de Toeareg in Mali met re gelmaat in opstand te gen het centrale gezag. De strijd van nu ont trekt zich voor een groot deel aan westerse waarneming, maar de ge volgen zijn er niet minder om. Er zijn schattingen dat al ruim 120.000 mensen op de vlucht zijn geslagen. Ze zijn naar opvangkam pen in de buurlanden getrokken of in Mali zelf naar veiliger gebie den. Met de verovering gisteren van Kidal zal de vluchtelingen stroom verder groeien. En het ergste moet nog komen, vreest Baz Lecocq, docent Afri kaanse geschiedenis aan de Univer siteit Gent. „Er is al enkele jaren sprake van ernstige droogte in Noord-Mali. Daardoor was er dit jaar sowieso noodhulp nodig om de voedselvoorraden op peil te houden. Ik hoop niet dat het ge beurt, maar ik vrees dat er over een maand of twee een enorme hongersnood komt, te vergelijken met die van Somalië vorig jaar." Lecocqs voorspelling is mede geba seerd op de ineenstorting van de regering en de bureaucratie door de militaire staatsgreep van vorige week. Nu hebben internationale hulporganisaties geen gesprekspart ners meer waarmee ze de nood hulp kunnen coördineren. De staatsgreep is een gevolg van de strijd tegen Toeareg in het noor den. Lecocq: „President Touré werd er door militairen en bevol king van beschuldigd dat hij te slap reageerde op de opstand in het noorden. Hij zou het leger er van weerhouden hard op te tre den. Maar Touré weet uit zijn erva ring als legercommandant dat van Toeareg niet te winnen is en dat er veel burgerslachtoffers kunnen val len. Mali heeft zich onder het be wind van Touré ontwikkeld tot een democratie en die is door de staatsgreep om zeep geholpen." Gisteren, na het vallen van Kidal, vroeg de leider van de junta het buitenland om hulp tegen de rebel len. „De situatie is kritiek. Ons le ger heeft de hulp van Mali's vrien den nodig om de burgers en Mali's grenzen te beschermen", zei kapi tein Amadou Sanogo. Zijn oproep maakte weinig in druk. Afrikaanse landen lieten gis teren weten niet met de coupple gers mee te werken. De militairen moeten de macht overdragen aan een burgerregering, eist Ecowas, een organisatie van vijftien West-Afrikaanse landen. Dinsdag schortte Ecowas al het lidmaat schap van Mali op en werd mili tair ingrijpen niet uitgesloten. De problemen zijn, zoals zo vaak, begonnen, bij de koloniale heerser. De Fransen wilden in de jaren vijf tig van de vorige eeuw de over ver schillende kolonies verspreide Sa hara tot één kolonie omvormen. De Toeareg werd autonomie be loofd. Maar door het ineenstorten van het Franse koloniale rijk kwam daar niets van terecht. De Toeareg in het noorden heb ben de regering in het zuiden nooit geaccepteerd. De nieuwe heersers werden door Toeareg als minderwaardig gezien. Lecocq: „De meeste Toeareg vinden dat ze niet bij de mensen in het zuiden van Mali horen." Met militaire macht probeerde de Malinese regering het noorden in bedwang te houden. De spanning in het gebied bleef niettemin altijd aanwezig. De onrust nam recent toe door terugkerende Toeareg die aan de zijde van de gevallen Libi sche dictator Kaddafi streden. Lecocq: „De Toeareg hadden zwa re wapens bij zich omdat ze van uit het noorden van Libië door de Sahara naar Mali trokken. Ze moes ten zich op die reis beschermen, 'Als we pech hebben, gaan de verkiezingen niet door en wordt de strijd feller' want ze waren niet geliefd in Li bië, als handlangers van Muam- mar Kaddafi. De meeste Toeareg kwam niet in Mali om te vechten, maar wilden zich bij het regerings leger aansluiten. Ze werden bin nengehaald als verloren zonen." De opstand in het noorden kreeg echter een impuls door de Toeareg uit Libië die wél kwamen om te vechten. Want het streven naar au tonomie bleef altijd leven onder de Toeareg en vormde ook de ba sis van de samenwerking met Kad dafi, zegt Lecocq. „Kaddafi heeft de Toeareg in de jaren tachtig mili tair getraind om ze in te zetten in buurland Tsjaad. De Toeareg lieten zich gebruiken omdat ze de militai re training en ervaring wilden in zetten voor hun strijd in Noord- Mali." De problemen in het gortdroge en straatarme woestijnland hebben ook een internationale dimensie. Toeareg zouden samenwerken met de strijders van Ansar Dine (in het Arabisch Verdedigers van het Geloof), een regionale tak van al-Qaeda. Amerika vreest dat de zware wapens uit Libië via de Toe areg bij de islamitische fundamen talisten terecht kunnen komen. Re den voor de Amerikanen om de Malinese regering militair te steu nen in de strijd tegen Toeareg. „Maar vrijwel niemand weet iets van deze tak van al-Qaeda", zegt Lecocq, „ook westerse inlichtingen diensten niet. Al-Qaeda haalt af en toe het nieuws met het ontvoeren van toeristen en drugssmokkel. We weten een paar namen of bij namen van leiders. De rest is spe culatie." De vraag is hoe het nu verder moet in Mali, met oorlog in het noorden, een staatsgreep enkele weken voordat er verkiezingen zouden worden gehouden en de monstraties tegen de nieuwe machthebbers. Lecocq: „Wat er moet gebeuren is dat de coupplegers terugtreden. Maar dat is onwaarschijnlijk. Om hun gezicht te redden, kunnen de militairen ook na de verkiezingen aftreden. Als we pech hebben, gaan de verkiezingen niet door en wordt de strijd feller."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 12