Wonen in een hoeve met historie
vrijdag 23 maart 2012
door Christel Tuin
Na zijn studie werktuigbouw
kunde aan de Technische Uni
versiteit in Delft kon Dolf Fuk-
ken aan de slag bij Dow Che
mical in Terneuzen.
„Ik wilde op fietsafstand wonen van Dow
in een vrijstaand huis. Daarom zette ik in
1974 advertenties in de PZC, Dé Stem en
het Zeeuws-Vlaams Advertentieblad."
Al snel belde een medewerkster van een
Vlaamse onroerendgoedhandelaar die Dolf
en zijn vrouw Anki wel enkele woningen in
de regio wilde laten zien.
„We hadden de hele dag al woningen beke
ken en dit huis was het laatste op het pro
gramma. Volgens de vrouw die ons begeleid
de bij onze huizenjacht was het niets voor
ons, maar toen ik het eenmaal zag, was ik
verkocht."
De hoeve is in 1846 gebouwd door de toen
malige burgemeester van Hoofdplaat, Augus-
tinus Bernardus Thomaes. Boven de deur
prijkt ook een naambord dat dit bevestigt:
'Deze hofstede is gesticht in het jaar 1846
door de Heer A.B. Thomaes, burgemeester
van de Hoofdplaat en deszelfs Echtgenoot
Angelina Begheijn.' Dit bord hoort bij het
huis en hierop geldt een zogenaamd ketting-
beding. Als bewoners het weghalen, moeten
ze een boete van 10.000 gulden betalen. De
steen is gemaakt van een bijzonder soort ce
mentijzer, een vorm van gewapend beton.
Dit materiaal werd ook gebruikt voor platen
waar men drinkbakken en hondehokken
van maakte die vroeger overal in
Zeeuws-Vlaanderen aanwezig waren.
Het huis is gelegen in de polder die door de
vader van burgemeester A.B. Thomaes,
grootgrondbezitter Constantinus Bernardus
Thomaes, is ingedijkt: de Thomaespolder.
Dezepolder ligt ten noorden van Biervliet
en is samen met de Paulinapolder ingedijkt
in 1845.
De voormalige schorren waar later beide
polders uit ontstonden, had de familie Tho
maes in de tijd van Napoleon voor weinig
geld kunnen verkrijgen.
Dolf: „Ik vond het een Normandisch huis
met heel veel potentie en stond te popelen
om het op te knappen."
Dolfs vrouw Anki was in eerste instantie
minder enthousiast: „Ik ben opgegroeid in
de stad en twijfelde of ik wel kon wennen
aan het wonen in de polder. Ook was het
huis, zoals mensen hier in de regio zouden
zeggen 'onderkommen'. Waar beginnen we
aan, dacht ik, maar ik heb er geen moment
spijt van gehad."
Het eerste project aan de hoeve, dat in de
volksmond Woeste Hoogte of het Hoge
Huis genoemd wordt, was het plaatsen van
de wc. Dolf: „Het toilet zat in een schuurtje
dat in zo'n slechte staat was dat het gesloopt
moest worden."
Bijna alles in het huis heeft Dolf zelf gedaan
-en elke dag ziet de heer van de hoeve wel
weer een nieuw project om aan te werken.
Anki: „We dachten dat het een tienjarenpro-
ject werd, maar na 37 jaar zijn we nog steeds
bezig in, aan en rond het huis."
Het wonen in de polder bevalt het echtpaar
uitstekend, al stellen ze wel dat het belang
rijk is om goede contacten met de buren te
hebben.
„Je zit vrij ver overal vandaan en dan is het
fijn om te weten dat als het nodig is, de bu
ren kunnen helpen."
Om minder afhankelijk te zijn van de super
markt en andere winkels, heeft het koppel
grote voorraden aangelegd. Ook zijn ze ge
deeltelijk zelfvoorzienend.
Dolf: „We bakken zelf brood en hebben een
groententuin. Honing en jam maak ik ook
zelf"
Aan het buitenleven zijn de twee dus hele
maal gewend.
Tips? Mail naar: wonen@pzc.nl