ii spectrum
Zaterdag 17 maart 2012
Bij de foto's: Dorpelingen van Nabi Saleh proberen na het vrijdaggebed bij de waterbron te komen. Het Israëlische leger houdt hen tegen op de weg naar de vallei. Op de tegenovergelegen
helling ligt de joodse nederzetting.
dorpsplein. De bewoners zelf, met sjaals voor
hun gezichten en maskers in de kleuren van de
Palestijnse vlag. Er is pers, er zijn documentaire
makers en een flink aantal internationale activis
ten. De stoet trekt naar de rand van het dorp en
verder, in de richting van de bron en daarachter
de Israëlische nederzetting. Achter de stoet wer
pen jongeren met rotsblokken vlug wegversper
ringen op. Het zijn dezelfde rotsblokken die ze vo
rige week gebruikten. En de week ervoor. Zoals el
ke vrijdag staat het Israëlische leger hen op te
wachten.
Soms komen de demonstranten tot aan de linie
van het leger. Dit keer komen ze tot op een meter
of 30, als de eerste stungranaat ontploft, gevolgd
door een salvo van traangas. De groep die inmid
dels is uitgedund, stuift uiteen. Een aantal van de
dorpelingen heeft zich eerder al verspreid over de
helling naast de weg, stenen, slingers en soms gas
maskers gereed. Zij nemen het over. Het protest is
goed georganiseerd. Er zijn uitkijkposten, EHBO'
ers, stenengooiers. „Ons verzet is geweldloos, we
klappen en zingen. Tot het leger ingrijpt", zegt
een dorpeling. „Een steen in de hand van een jon
gen tegen traangas, geweren en jeeps? Dat is geen
geweld. De steen is alleen het symbool van het
verzet. In Egypte gooien ze stenen voor welvaart
en politieke verandering. En de wereld juicht.
Dan mogen wij zeker stenen gooien, wij vechten
tegen een bezetting."
Protesten als deze worden elk week gehouden in
dorpen als Bil'in eri Ni'lin op de Westelijke Jor-
daanoever. Soms tegen de aanleg van de barrière
tussen Israël en de Palestijnse gebieden, altijd om
land, soms om water en altijd tegen de bezetting.
Waarschijnlijk bij geen ander dorp spelen de
vrouwen zo'n grote rol als in Nabi Saleh. Manal
Tamimi verzorgt de internationale contacten en
het tijdschrift Verzet. Twee maanden geleden was
ze in Washington, een paar weken later in Italië
en Nederland om de Palestijnse zaak onder de
aandacht te brengen. Een ander onderhoudt con
tact met advocaten en gevangenen, een derde or
ganiseert festivals om de aandacht vast te hou
den. „Vrouwen kunnen geen stenen gooien zoals
mannen, maar wel klappen en zingen om aan
dacht te trekken. Ze kunnen de mannen op de
hoogte houden waar de militairen zijn. En de
vrouwen onderhouden het gezin als hun man of
zoon in de gevangenis zit of is neergeschoten."
Ze doelt op Mustafa Tamimi wiens hoofd in de
cember 2011 tijdens een demonstratie werd open
gespleten door een traangasgranaat die van dicht
bij door het leger op hem werd afgevuurd. „De
vrouwen moeten altijd sterk zijn, ze vormen de
nek. Als de nek breekt, sterft het lichaam."
Het is even na 15.00 uur. Het kat-en-muisspel tus
sen het leger en de demonstranten houdt aan.
Soms is het een kwartiertje rustig, maar als de ste
nengooiers te dichtbij komen, schieten de solda
ten een salvo traangas of stinkwater op hen af.
Het leger rukt op tot aan de randen van het dorp
en laat zich dan weer terugzakken. Af en toe daalt
een regen van stenen neer op een legerauto, maar
veel vaker vallen de puntige keien doelloos neer
in het niemandsland tussen de demonstranten
en het leger. Schade veroorzaken de stenen zel
den. Het gooien ervan is symbolisch. Maar wel se-
Israël: 'Bron is wél toegankelijk'
De joodse nederzetting Halamish ligt op de Westelij
ke Jordaanoever. Volgens internationaal recht is de ne
derzetting illegaal, maar volgens Israëlisch recht is ze
legaal.
De waterbron Ayn al-Qaws is sinds 2009 een 'archeo
logische site'. Volgens een Israëlische woordvoerder is
de bron nog steeds toegankelijk voor de inwoners
van Nabi Saleh. „Behalve op vrijdag, vanwege de ge
welddadigheden en protesten."
Een woordvoerster van de Israëlische mensenrechten
organisatie BTselem zegt dat inwoners van Nabi Sa
leh alleen bij de bron kunnen komen, als niemand
hen ziet.
„Dorpelingen kunnen niet meer met een groepje naar
de bron, dan zal het leger vermoedelijk snel ingrij
pen", aldus BTselem.
rieus en voor degene die ze slingert gevaarlijk.
Niet voor niets drukken de dorpelingen fotogra
fen op het hart ongemaskerde stenengooiers niet
herkenbaar te fotograferen: „Het leger scant na
elk protest de persfoto's. Als een gooier wordt her
kend, haalt het leger hem uit zijn huis en kan hij
zes maanden de gevangenis in verdwijnen."
Elke week een demonstratie, gewonden, Israëli
sche soldaten die volgens de dorpelingen
's nachts de huizen binnenvallen. Natuurlijk
maakt ze zich zorgen over haar kinderen, zegt
Manal Tamimi. Maar dat wil en kan ze niet laten
merken. „Als ik bang ben, zijn zij het ook. Ik heb
tien dagen in de gevangenis gezeten. Toen ik te
rugkwam, ben ik een tijd niet naar buiten gegaan.
Maar ik merkte dat mijn zwakte mijn kinderen
bang maakte. Dus ben ik weer mee gaan doen.
We kunnen niet weglopen van de bezetting. Mijn
kinderen moeten die ook onder ogen zien, hoe
lang het ook duurt. We hebben honderden jaren
vreedzaam met de joden samengeleefd. In Nablus
woont een joodse gemeenschap zonder proble
men. Het kan dus. Maar ik veracht zionisten die
ons land afpakken. Wie ons niet accepteert, accep
teren wij niet."
Rond 15.30 uur valt een van de activisten schreeu
wend op de grond na een traangassalvo. Zijn
been bloedt, hij is geraakt door een steen. Zijn
vrienden dragen hem naar een veiliger afstand.
Daar wordt hij verzorgd door in felle hesjes gesto
ken medewerkers van de Rode Halve Maan, tot
dat een soldaat een traangasgranaat het groepje in
jaagt, vlak langs het hoofd van een jonge vrouw.
Vloekend spat de groep uit elkaar en zoekt een
nieuwe plek, verder weg. Een Palestijnse journa
list is met een gebroken been per ambulance afge
voerd. Hij werd getroffen door een rubberen ko
gel. Zeker tien anderen zijn behandeld vanwege
ademhalingsproblemen,
jongeren van het dorp blijven stenen gooien tot
de avond valt. Het leger blijft af en toe traangas
schieten. De overige dorpelingen komen op adem
of kijken van een afstand toe, soms keuvelend en
lachend met een zakje chips in de hand. Volgen
de week ontmoeten de strijdende partijen elkaar
weer. Na het middaggebed. Zelfde scenario, alleen