Elke vrijdag" oorlog spectrum 10 is het President O'Bama Zaterdag 17 maart 2012 STANDPLAATS door Mario Danneels Vandaag (zaterdag) vieren we weer St. Patrick's Day, oftewel Paddy's Day, zoals we onze pa troonheilige hier liefdevol noe men. We, want ook al ben ik geboren en getogen in Brugge, vandaag wil iedereen Ier zijn. Ik dus ook. Via de kinderen van mijn Dublinse schoonzus heb ik nog éch te bloedverwantschap met de Ieren ook. Vandaag zullen we naar het centrum van de hoofdstad trekken om rond de mid dag 's lands grootste parade door de stra ten te zien rollen. We zullen de Ierse drie kleur trots rond onze schouders drape ren en gekke mutsen met een rode pruik opzetten. Voor de gelegenheid zul len we de 'cupla focal' prevelen, de paar woordjes Iers die we uit school onthouden hebben. Alle andere 364 dagen van het jaar hebben we een hartgrondige hekel aan 'that old shïte', lachen we men sen met ros haar uit en klagen we dat we in een achterlijk, nat land wonen, waaruit jonge mensen moe ten emigreren om werk te vinden. Maar niet vandaag. Op Paddy's Day zijn we zelfs onver holen trots op Johnny Logan en al die andere Songfestivalwinnaars die we, als enige land, niet op één hand kunnen tellen. Zodra de praalwagens voorbijge trokken zijn, begint de jaarlijkse hoogmis der Guinness en wordt het centrum van Dublin gestaag herschapen in zo'n slagveld dat sommigen zich in het Belfast van twintig jaar terug wanen. Over Noord-Ierland gesproken: tegen acht uur zullen we dronken genoeg zijn om, met tranen in de ogen en vuur in de stem, de smartlap 'A nation once again' aan te heffen en te brullen dat de Britten nu maar eens écht moeten opkras sen uit óns noorden. De hele wereld kleurt vandaag groen en viert mee. Voor wereldsteden als New York en Sydney is het óók een jaarlijkse hoogtijdag met grootse optochten. Pisa zal de scheve toren in een groen jasje stoppen. In de rode woestenij van Phoe nix, Arizona, ver weg van Érins woeste klippen, zal de grootste fontein van de States traditiegetrouw groen water spui ten. President O'Bama zal onze premier weer in Washington ontvangen waar de heren klaver in hun borstzakje dragen en de First Lady haar mooiste smaragdgroe nen jurk draagt Wij, een groot uitgevallen rots in de At lantische Oceaan met nog geen vier mil joen mensen. Toch zijn wij het enige volk waarvan de premier op de nationale feestdag elk jaar op het Witte Huis ont vangen wordt, uit erkenning voor de bij drage van onze cultuur, creativiteit en ons bloed aan de rest van de wereld. Oba- ma heeft het tijdens zijn bezoek aan Du blin zelf gezegd: 'geen enkel ander klein land heeft de VS zo geïnspireerd'. Deze dag is daar het gevolg van. We hebben ze hard nodig, die opkikkers. Wanneer we dinsdag met een nationale kater ontwaken, worden we er weer aan herinnerd dat we in de gaarkeuken van het IMF aanschuiven. Dat we binnenkort in een referendum moeten stemmen over het fiscaal EU-verdrag. En dan krijgen we vast weer de Franse president Nicolas Sarkozy over ons heen die ons komt uitschelden voor ondankba re stijfkoppen die al decennialang de EU-trog leegvreten. Maar dankzij onze zang, Guinness en levensvreugde, zijn we tóch ontzettend rijk. 'La fhéile Pa- draig sona daoibh', vrolijke St. Patrick's Day. Huilend en kokhalzend van het traan gas zoeken drie Britse documentai remakers hun weg naar buiten uit een huisje op de helling net buiten het dorp. De woning aan de rand van Nabi Saleh heeft zojuist de volle laag gehad van het Israëlische leger. Een soldaat schoot een traangasgranaat naar binnen. „For fuck's sake, er zaten kinderen daarbinnen", zegt een van de fil mers even later. „Die soldaten zijn gek." Het is vrijdagmiddag 14.00 uur op de flanken van heuvels bij Nabi Saleh, even ten noordwesten van Ramallah, in het hart van de Westelijke Jordaanoe ver. Een paar uur daarvoor is Nabi Saleh nog een rustig plaatsje van zo'n 550 boerenzielen, nage noeg allemaal familie van elkaar. Dorpelingen en internationale sympathisanten verzamelen zich in een van de achtertuinen, drinken citroenwater en kletsen wat. Tot de eerste oproep voor het gebed, om 11.30 uur. Dan verstrakken de gezichten en ha len de jongens uit het dorp hun slingers en mas kers tevoorschijn. Al zo'n twee jaar lopen bewoners van Nabi Saleh en activisten elke vrijdag na het middaggebed een protestmars. Omdat ze niet meer bij hun water bron in de vallei mogen komen die te dicht bij een joodse nederzetting ligt. Omdat die nederzet ting steeds dichter in hun richting groeit. Omdat het leger volgens bewoners al twee jaar bijna elk nacht naar het dorp komt en sinds een paar we ken elke nacht huizen binnenvalt. En tegen de overheersing door Israel. „Als we nu onze stem niet laten horen, staan de kolonisten over tien jaar aan de rand van ons dorp", zegt Manal Tamimi. Ze is een van de drij vende krachten achter het verzet. „Dat we niet meer bij de bron mogen komen, was de vonk, het signaal dat we iets moesten doen. We mogen geen huizen meer bouwen, onze kinderen trekken noodgedwongen weg. Verhalen als die van ons dorp kom je tegen óp de hele Westelijke Jordaan oever. Als wij ons kunnen verzetten, kunnen ande re dorpen het ook." Rond 12.30 uur, als de moskee van het dorp leeg stroomt, vormt zich een bont gezelschap op het Al twee jaar protesteren inwoners van Nabi Saleh elke vrijdag tegen een nabijgelegen joodse nederzetting. Die verhindert hen bij hun waterbron te komen. Het protest is ook gericht tegen de Israëlische overheersing in hun Palestijnse dorp en die op de Westelijke Jordaanoever. „Ons verzet is geweldloos, we klappen en zingen. Tot het leger ingrijpt." tekst en foto's Rik Goverde

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 66