Leven als Lodewijk XIV
43
mi
f
vrijdag 16 maart 2012
door Wendy van den Hurk
Een stadspaleis waarvan de barokke
gevel zo prachtig in oude luister is
hersteld, daarvan durf je amper te
hopen dat ook het interieur de his
torie is gevolgd. Toch is dat gebeurd
met het Beeldenhuis in Vlissingen. Tot in
het kleinste detail.
Het is maar goed dat de eigenaar, Gideon
Hoogstrate, niet op zijn mond is gevallen.
Want als bezoeker val je na binnenkomst ge
woon een poosje stil. Je ogen gaan van de
copieuze houten trappartij via de grote
goudomlijste schilderijen naar de rijk gede
coreerde plafonds. Waar niet zomaar even
wat Gamma-ornamentjes tegenaan gezet
zijn, maar waar engelen en vossenkoppen te
zien zijn. „De stukadoor is er negen maan
den mee bezig geweest."
Welke ruimte je ook binnenstapt, of het
nou de keuken is of het schoonmaakhok, al
les is tot in perfectie afgewerkt. Het schilder
werk, de kleuren, de gouden randjes, de
prachtige tegels, de plinten: alles. Hier zijn
enkel vakmensen bezig geweest. En dan de
zitkamer, met dat schilderachtige behang,
de kroonluchters, de rijk versierde houten
meubels. Alsof je elk moment Koning Lode
wijk XIV kunt tegenkomen.
Zo gaat dat door in de badkamer, met het
bad op gouden pootjes, en de slaapkamer,
met het hemelbed met erop een goudom
rande sprei. Er komt geen einde aan. Zelfs
de kunstbloemen zijn mooi.
Alle ideeën en dingetjes komen van Gideon
Hoogstrate. Alleen over de kleuren heeft hij
zich laten adviseren door een styliste. „O ja,
en over de gordijnen. Want dat weet ik ook
allemaal niet. De rest zat allemaal in mijn
hoofd. De meubelen heb ik door de jaren
heen verzameld. Alles wat ik mooi vond,
dat kocht ik. Nu komen ze eindelijk tot hun
recht."
Hoogstrate komt uit Kloetinge. Daar woont
hij nog steeds. „Mooi plekje hoor, dicht bij
de Oosterschelde, maar ik droomde al heel
lang van een eigen kasteel. Ik ben steeds
gaan kijken in België en Frankrijk, maar
mijn vrouw wilde niet weg uit Kloetinge.
Toen ik hoorde dat het Beeldenhuis te koop
stond, ben ik naar Vlissingen gegaan voor
een bezichtiging. Ik kwam thuis en. zei 'noe
hek wa'."
Hij heeft het Beeldenhuis gekocht om ooit
in te gaan wonen, maar doet dat nog niet.
Het huis is er wel klaar voor, nu het miniti-
eus is gerestaureerd.
Het is precies geworden zoals hij hoopte dat
het zou worden. Zoals op de illustraties van
bijna drie eeuwen geleden. Maar dan zo'n
manier dat er toch in geleefd kan worden.
Vlissingen kan blij zijn dat de Kloetinger zo
gek was zijn ziel en zaligheid in het Beelden
huis te leggen. De stad heeft een monu
ment terug, en als de laatste puntjes op de i
zijn gezet, kunnen de inwoners nog komen
kijken ook.
Het Beeldenhuis is in 1730 aan de Dokkade
gebouwd in opdracht van de Vljssinger Jo-
han van Westerinck, die als jonge avontu
rier schatrijk was teruggekeerd uit de Oost.
Over het huis werd later verteld dat hét
spookte, sinds Van Westerinck zich van het
leven had berood. Volgens de legende om
dat hij niet kon verkroppen dat aan de over
kant van het dok een stadspaleis verrees,
het Van Dishoeckhuis, dat het zijn in
schoonheid overtrof
De geest van Van Westerinck is nooit meer
waargenomen. Het Beeldenhuis, althans de
gevel ervan, is in de jaren twintig van de vo
rige eeuw immers verplaatst naar de Prins
Hendrikstraat. Dat was de enige manier om
te, overigens ternauwernood, ontkomen
aan de beruchte Vlissingse sloophamer. Het
Van Dishoeckhuis was een slechter lot be
schoren; dat is in 1986 met de grond gelijk
gemaakt.
Tips? Mail naar: wonen@pzc.nl