Wat voor vriend 341 psychologie denk Geloof niet alles wat je denkt vrijdag 16 maart 2012 door René Diekstra Een van mijn collega's staat bekend om de vol gende uitspraak: „De meeste mensen denken niet, ze denken alleen maar dat ze denken." Op het eerste gezicht lijkt het een innerlijke tegen spraak. Want als je denkt dat je denkt, dan denk je toch? Op een dieper niveau is de uitspraak juist een heel veelzeggende. Ze maakt namelijk duidelijk dat er tenmin ste twee niveaus van denken zijn en dat het van groot belang is goed onderscheid tussen die twee te maken. Het ene niveau is wat wel het spontane of automatische denken wordt genoemd. U hebt haast, zit vast in een langzaam rijdende file, kijkt voortdurend op uw hor loge en denkt om de haverklap 'Schiet g..domme nou eens op jon gens...' Het andere niveau is het in nerlijk waarnemen van of het den ken over zulke automatische ge dachten. Dat denken over gedach ten wordt wel reflexief (letterlijk 'je terugbuigen over') of me- ta-denken genoemd. Het woord 'meta' betekent zoiets als 'zichzelf tot onderwerp nemen". Meta-den- ken is dus het denken dat onze au tomatische of spontane gedach ten tot onderwerp neemt. Meta-denken kan ertoe leiden, om bij het voorbeeld van de filesi tuatie te blijven, dat de automati sche gedachte wordt gestopt of geëlimineerd: „Kappen René, zit jezelf niet zo op fokken met zulke gedachten. Die file lost er echt niet eerder door op." Door zulke meta-gedachten wordt de ruimte gecreëerd om aan andere dingen te denken, jezelf af te leiden. Daar door vermindert of verdwijnt ook de spanning of boosheid die is op geroepen door de oorspronkelijke automatische gedachte. Meta-denken is daarom van grote betekenis voor onze psychische en lichamelijke gezondheid. Maar het probleem is, dat het niet iets is dat ons automatisch komt aan gewaaid. We moeten het leren en dat leren is niet altijd gemakke lijk. Het kost inspanning. Enige tijd geleden vertelde een goede kennis mij dat haar vader plotse ling ziek was geworden. Hij lag in het ziekenhuis en zijn toestand was ernstig. Ze liet zich ontvallen (automatische gedachte): „Ik moet er niet aan denken dat mijn vader overlijdt." Mijn reactie was: „Je houdt er blijkbaar al rekening mee dat dat kan gebeuren." Dat zette haar meta-denken aan: „Ja, eigenlijk wel. Maar als het inder daad daarop uitdraait, wat dan?" „Ja, wat dan?", was mijn vraag. Haar antwoord: „Ja, dan...dan moet ik hem nog een heleboel dingen zeggen, laten weten hoe belangrijk hij als vader voor mij was." Wat haar meta-denken, naar aan leiding van ons gesprekje, teweeg bracht, was het omzetten van de automatische gedachte 'Ik moet er niet aan denken...' in precies het tegenovergestelde: 'Ik moet er (in de zin van 'Het is belangrijk') wel aan denken dat...'. Haar vader is inderdaad kort daarop gestor ven en zij heeft hem tijdig kun nen zeggen wat ze wilde. Ik weet niet of ze dat zonder mijn inter ventie ook gedaan zou hebben. Maar dat doet er eigenlijk niet toe. Belangrijker is de vraag hoe je jezelf, zonder hulp van ande ren, aan het meta-denken kunt krijgen. Er is, zo laat onderzoek zien, een manier of truc die op dat punt buitengewoon effectief is. Dat is om een automatische ge dachte in het tegenovergestelde om te zetten. Bijvoorbeeld: op het moment dat je de gedachte waar neemt 'Ik moet er niet aan den ken dat...', zet je deze om in 'Ik moet er wel aan denken dat..', eventueel te vervolgen met 'want...'. Dat geeft ruimte te be denken waarom het wel belang rijk is daar aan te denken. Die stra tegie werkt voor talrijke automati sche gedachten. Van 'Dat lukt me nooit' naar 'Dat lukt me ooit..., want...'. Of van 'Ik kan er niet te gen als...' naar 'Ik kan er wel te gen, want...'. Kortom: geloof niet alles wat u denkt op het eerste ge zicht. Is vriendschap een illusie, 'een pakketje schroot, met een dun laagje chroom'? Filosofe Catharina de Haas maakte studie van de verschillende vormen van vriendschap en inventariseerde wat mensen er aan beleven. door Dora Rovers Catharina de Haas (68) karakteri seert de hoogst haalbare vorm van vriendschap. Dat is volgens haar wanneer iemand, als je ziek bent, een kotsemmertje naast je neerzet en dat zonder enige op- of aanmerking voor je schoonmaakt. Een vorm van vriendschap die iedereen zichzelf zou wensen en die, ge lukkig, bestaat. De Haas: „Het is een vorm van vriendschap die zekerheid biedt. Het besef dat er altijd ie mand voor je is, geeft de dagen een lichtere kleur." De filosofe nam het voorbeeld van het kots emmertje over uit de roman Contrapunt van Anna Enquist en plaatste het in Vriend schap, een tweede ik. Dit boek van De Haas is een bundeling van de kennis van de psycho logen die ze bestudeerde, de colleges die ze volgde en zelf gaf als docente filosofie, haar levenservaring en de verhalen uit haar filo sofische praktijk. Daaruit maakt de filosofe op dat de meeste mensen plezierig willen wonen, met gezellige buren, leuke kennis sen en het liefst bijgestaan door twee boe zemvrienden. „Mensen hebben mensen no dig. Dat is onze natuurlijke staat. In de koes tering van de veilige baarmoeder hoefje het niet alleen te doen. De eerste schok voor ie der mens is geboren worden en ervaren dat je voortaan op een andere manier een band moet zien te krijgen." De Haas rekent af met de algemene veron derstelling dat vriendschap gelijkwaardig hoort te zijn. „Welnee, dat is maar wat je zelf wilt. Als je vernederd wordt maar dat op de koop toe neemt, omdat je weet dat die vriend is die het kotsbakje voor je neer zet, is dat oké." Dat een vriendschap altijd diepgang moet hebben, is de volgende aanname die ze ver werpt. „Als je samen wilt winkelen om daar na de dagelijkse dingen bij een kopje koffie door te nemen, wat is daar mis mee? Man nen raad ik vaak een visvriend aan." Bedoelt u iemand die naast je zit, hetzelfde doet en met wie je niet eens praat? „Ja, waarom niet?" Een vraag naar hoeveel échte vrienden je hebt, ervaren veel mensen als confronte rend. „De vraag is niet hoeveel vrienden je hebt, maar hoeveel je er nódig hebt." Ze pakt een kristal van achter haar bu- reau:„Kijk, zo'n steen heeft veel facetten. Dat geldt voor een mens ook. Met elke vriend belicht je een ander aspect van je zelf" De ondertitel van haar boek, Een twee de ik', is erop geïnspireerd, op het stukje van jezelf dat je met die ander deelt. De Haas daagt de lezer uit over vriendschap pen na te denken. „Ik wil met mijn boek be reiken dat mensen bij zichzelf nagaan: 'Wat voor vriend heb ik nodig'?" Ook is het volgens haar goed stil te staan bij de manier waarop je vrienden verwerft. „Kies jij of word je gekozen? Of was het zo dat je door een leuk uiterlijk vooral werd ge kozen en nu, ouder geworden, niet meer? Juist deze mensen kunnen hierdoor in een groot gat vallen." Ook door een andere levensfase, verhui zing, scheiding, overlijden, verlies je vrien den. „Ik ben de eerste die in een boek over vriendschap ook over rouw schrijft. Op zeke re leeftijd worden rouwadvertenties belang rijk. Zelf heb ik in één jaar tijd zes vrienden verloren." Lukt het ons tegenwoordig wel via social media als hyves, facebook en twitter met (nieuwe) vrienden in contact te komen? „Het zijn vooral ik-boodschappen die men sen uitzenden. Je krijgt geen antwoord. Er is geen spiegel. Het is een zoektocht. Je weet niet waar je uitkomt, maar zo'n tocht is al leuk op zichzelf Zoals tijdens scharrelen. Je bent op zoek naar een partner. Je weet wel wie het zeker niet zal zijn maar je zoekt nog uit wie wel. Je leert je intuïtie te volgen." Het komt volgens De Haas allemaal wel goed. „In deze globaliserende wereld is alles al uit elkaar gevallen. De behoefte om te hechten en ergens bij te horen is onvermin derd groot." 'De vraag is niet hoeveel vrienden je hebt, maar hoeveel je er nódig hebt' Door de individualisering is het niet meer vanzelfsprekend wie onze vrienden zijn. „Dat was het gemak van uniformeren, dat je niet hoefde te kiezen." Een groot deel van de huwelijken kan stand houden dankzij vriendschappen ernaast. Echtelieden delen met hun vrienden wat ze met hun partner vaak niet kunnen bespre ken. In vriendschappen kunnen zij hun hart luchten over hun partner. Ook kunnen ze samen zoeken naar oplossingen. „Zeker ADHD of gewoon jonger dan de rest? Canadees onderzoek onder bijna miljoen kinderen tussen 6 en 12 jaar wijst uit dat de jongste kinde ren in de klas 30 tot 70 procent meer kans lopen het etiket 'AD HD' te krijgen dan de oudste kin deren in de klas. Op grond hier van waarschuwen de onderzoe kers ADHD niet te verwarren met druk gedrag en gebrek aan concen tratie vanwege een lagere leeftijd. http://bit.ly/wOnVZu Vooroordelen tegen hulprobot Groepsdenken en vooroordelen gaan verder dan personen. Duitse studenten moesten bijvoorbeeld een hulprobot beoordelen. Ze ga ven hogere cijfers (beter ontwor pen, warmere uitstraling) als de robot werd gepresenteerd als een Duits product met een Duitse naam, dan wanneer de robot ge presenteerd werd als zijnde van Turkse makelij. http://bit.ly/wiwGYh Micronaaldjes dienen (griep)vaccin effectiever toe Toedienen van een (griep)vaccin verloopt effectiever als hierbij ge bruikt gemaakt wordt van de zo geheten micronaaldtechniek. Hier bij brengen microscopisch kleine naaldjes het vaccin in de huid aan. Aangezien juist daar de cel len zitten die de afweerreactie op gang moeten brengen, levert vacci neren met de micronaald tech niek een sterkere reactie. http://bit.ly/z49yov Ziekmakende eiwitten te lijf Uitstrijkje vergroot de kans met moleculair 'pincet' op genezing Bij het ontstaan van ziektes als Alzheimer en Parkinson speelt de vorming van eiwitklonters in her sencellen een belangrijke rol. Amerikaanse onderzoekers heb ben een molecuul ontwikkeld dat in proefdieren de klontering van het eiwit alfa-synucleine, de oor zaak van het ontstaan van Parkin son, tegengaat zonder de werking van het eiwit te verstoren. http://bit.ly/zfYGFV Vrouwen bij wie baarmoederhals kanker wordt ontdekt via het ma ken van een uitstrijkje maken aan zienlijk meer kans op genezing dan vrouwen bij wie de kanker ontdekt wordt, doordat er klach ten ontstaan. In het eerste geval is de genezingskans 92 procent, in het tweede geval 66 procent. Dat is het resultaat van Zweeds onder zoek. http://bit.ly/wi2JOj

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 34