n spectrum Samir werd jaren gemarteld: 'Vernederd worden, is erger dan geen brood krijgen' Zaterdag 10 maart 2012 Vader Samir en dochter Iba Abdo. foto Catrinus van der Veen/GPD het regime. Vernederd worden, is erger dan geen brood krijgen. Over politiek spre ken was verboden, overal zaten verklik kers. Assad is een alawiet, een sjiitische isla mitische minderheid. De Syrische minder heden zoals onze christelijke gemeenschap kunnen hun geloof vrijelijk uitoefenen dankzij Assads stabiliteit, maar omdat zijn familie via een coup aan de macht is geko men, geniet hij geen legitimiteit" Samirs politieke interesse ontstond na de massamoord van 1982, waarbij tienduizen den soennitische moslims in Hama wer den vermoord. De jaren daarvoor had hij enkele jaren in dienst gezeten en twee jaar psychologie gestudeerd in Libanon. „Daar deed ik veel politieke kennis op. De op stand ten tijde van de oude Assad, de va der van de huidige leider, speelde zich af in een klein gedeelte van Syrië. Het was een gerichte slachting, zo snel en effectief dat in grote delen van het land het verhaal niet geloofd werd. Maar de geest was uit de fles." Terwijl hij als meubelmaker de kost voor zijn gezin verdiende, was hij ook een infor mant van de ondergrondse communisti sche arbeiderspartij. „We probeerden voor al informatie onder het volk te versprei den. Er waren pamfletten over de massa moord en politieke verklaringen, maar de gewone man moest ook politiek bewust worden gemaakt. Via geheime ontmoetin gen wisselden partijleden spullen en infor matie uit. Altijd op hun hoede, want over al liepen spionnen van Assad. Op 21 december 1987, Samir was op weg naar een geheime ontmoeting met een van zijn partijgenoten, werd hij door twee soldaten meegenomen. „Voor een gesprek je van vijf minuten, zeiden ze. Zeven jaar later stond ik pas weer buiten." Vanaf dat moment begon Samirs lijden. Nadat de soldaten hem in een kelder had den afgeleverd, begon het schoppen en slaan. „Ze wilden weten waar ik had afge sproken. Omdat we de namen niet ken den, konden we alleen de ontmoetings plek verraden." Een week lang, elke dag ge durende zeven uur, martelden de soldaten hem. Hij werd urenlang geschopt, gesla gen en gedwongen te praten. „Alles wat ik wist van de organisatie, moest ik vertellen. Ik ben er genadig van afgekomen, bij medegevangenen was het vlees van de bot- gen af. Ook waren de omstandigheden minder mensonwaardig. Maar ook hier hoorde ik niks van mijn familie en zij niks van mij." Na jaren onzekerheid ontdekte de moeder van Iba waar haar man gevangen zat Ze besloot de gevangenis te bezoeken. Iba was intussen opgegroeid tot een meisje van bijna 6 jaar. Samir: „Er stond een groot hek met daarvoor een hele rij solda ten, dus ik kon alleen schreeuwen en zwaaien om contact te maken." Geëmotio neerd: „Het duurde maar enkele minuten, voordat ze werden weggestuurd." Twee keer per jaar maakte het gezin de tocht van 1.000 kilometer van hun woonplaats ten afgeslagen. Ze gebruikten zwepen met aan het uiteinde stukken ijzer met scherpe haken. Ook andere wapens en stroomsto ten maakten deel uit van de martelingen. Het was volkomen barbaars." Samirs haat komt vooral omdat hem alle waardigheid werd afgenomen. „Het marte len stopte niet en kwam op de meest on verwachte momenten. De uitzichtloosheid maakte het onnoemelijk zwaar. Het eten was zeer slecht en constant vernederden ze je door je te behandelen als een dier. Dat zet zo veel haat." Na drie weken inten sieve martelingen werd hij overgebracht naar Damascus. „Daar namen de pijnigin Al-Kamishli naar Damascus en terug. „Mijn moeder nam geld, eten en medicij nen mee, maar het was altijd de vraag wat mijn vader kreeg. Tijdens de 'inspectie' werden pakken suiker en medicijnen weg gegooid. Zo vernederden ze je." Na een generaal pardon, afgedwongen door hulporganisaties, kwam Samir vrij. Maar al gauw bleek dat het leven hem on mogelijk zou worden gemaakt. „Zowel za kelijk als politiek kon ik niks meer uitrich ten. Constant werd ik ondervraagd, lastig gevallen en meegenomen, mijn meubel zaak is kapotgemaakt. Na vier jaar besloot ik te vluchten. Met een vals paspoort kon ik naar Turkije reizen. Omdat ik bekend was, kreeg ik politiek asiel in Nederland." Iba noch Samir had de huidige opstand durven voorspellen. Maar beiden zijn er van overtuigd dat Assad zal vallen. Iba: „Mijn vader heeft als koerier zoveel geris keerd. Nu staat iedereen door de opkomst van internet constant met elkaar in verbin ding. Dat is het grote verschil met 1983. Toen wisten velen niet eens van de genoci de. Maar nu kan niemand nog om de slachtpartijen heen. De opstand zal over moeten slaan naar andere steden. Als de opstand nog massaler wordt en de interna tionale sancties worden opgevoerd, zal As sads moordmachine stagneren. De vreem de valuta's zullen opraken en Rusland en China zullen hem niet meer steunen. Maar het is een zaak van lange adem." Iba kan tijdens het gesprek haar tranen niet bedwingen, als Samir geëmotioneerd vertelt hoe hij zijn dochtertje vanuit de ge vangenis zag opgroeien. De ontmoetingen bij het gevangenishek en de ontwrichting van het gezinsleven vormen de drijvende krachten achter haar politieke passie en ambitie. „In Friesland kan mijn vader to taal niet aarden. Hij mist ons oude leven in Syrië en wil niets liever dan terugkeren. Na de val van Assad staat het land voor enorme uitdagingen. Democratische insti tuties moeten worden opgebouwd. Ik hoop door mijn Syrische verleden en door mijn studies zo veel mogelijk betrokken te zijn bij het proces. Dan zie ik mijn toe komst in Syrië." reageren? spectrum@wegener.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 43