Braziliaanse kust ii spectrum Onze reis Zaterdag 25 februari 2012 ken van de dag een lege baai aantreffen. Waar zijn die Hollanders gebleven? Zijn hun schepen misschien vergaan of hebben onze wachtposten liggen slapen? Niets van dit alles, 's Nachts hebben de opvarenden van de schepen namelijk kans gezien om achter twee nabijgelegen eilandjes een smalle doorgang door het ondiepe koraal rif te hakken, waardoor de schepen één voor één weten te ontsnappen. De tweede veroveringspoging volgt uitein delijk in 1634 en daarbij spelen de twee Zeeuwse kooplieden, Adriaen van der Dus- sen en Johan Ghijsseling, geen onbelangrij ke rol. Beide handelaren zijn in dienst van de kamer Zeeland van de WIC, Ghijsseling klimt zelfs op tot bewindhebber van de Compagnie. Opnieuw maken de Neder landse schepen gebruik van de kunstmati ge doorgang in het rif en bouwen aan de monding van de rivier Rio Pojuca een klei ne vesting, die naar Van der Dussen wordt vernoemd. Op het nabijgelegen eiland, dat in Walcheren wordt omgedoopt, verrijst een tweede verschansing die de naam van Ghijsseling krijgt. In de daaropvolgende maanden vallen de Nederlanders de Portu gezen aan vanuit de twee forten. Een jaar later valt Fort Nazareth en krijgen de Ne derlanders volledige zeggenschap over het gebied. Ghijsseling repatrieert in datzelfde jaar. 'Zijn vestingwerk' wordt daarna meestal met Fort Domburg of Fort Wal cheren aangeduid. Fort Natal Vanuit het kleurrijke en levendige Olinda vertrekken we via Recife, met de kenmer kende hoogbouw van de moderne Brazili aanse metropolen, richting zuiden. Een uur later arriveren we in Cabo do Santo Agostinho en begint onze zoektocht naar het Zeeuwse verleden. Bij de ruïnes op de kaap vinden we grote hoeveelheden 'limo- neta', geërodeerde ijzerbolletjes afkomstig uit de rotsen. Door schaarste aan ammuni tie gebruikten de Portugezen deze ijzerbol letjes als kogels. Ook Nederlandse soldaten hebben die, in navolging van de Portuge zen, als projectielen verschoten. De volgen de dag dalen we af naar de baai en lopen naar de monding van de Rio Pojuca. Daar hopen we restanten van Fort Van der Dus sen aan te treffen. Door erosie is de bodem gesteldheid in de loop der tijd echter veran derd. Het fort is zodoende in het water weggezakt. Alleen bij eb verschijnt een berg stenen boven water. Daartussen vind ik verscheidene stukken aardewerk en en kele gele IJsselsteentjes. Een bezoek aan het eiland Walcheren, dat tegenwoordig Ilha da Cocaia heet, levert helaas niets op. Van het oorspronkelijke grote fort, ver sterkt met twee halve bastions aan de noordzijde, is geen enkel spoor te beken nen. Vermoedelijk liggen de restantenten van dit bastion onder een dikke laag zand. Limoneta, geërodeerde ijzerbolletjes afkom stig uit de rotsen. Door schaarste aan ammu nitie gebruikten de Portugezen deze ijzerbol letjes als kogels. Want enkele jaren geleden heeft het ha venbedrijf SU APE daar honderden tonnen zand gestort. Van de oorspronkelijke twee eilandjes is er toen één gemaakt. Zoals bekend, hebben de Portugezen de Nederlanders in 1654 het land uitgegooid. Toch is dit stukje Nederlandse koloniale verleden in Pernambuco niet in de verge telheid geraakt. Op veel plaatsen kom je nog steeds de naam van Johan Maurits van Nassau-Siegen tegen, de Nederlandse gou verneur van Nova Holanda in 'Hollandsch Brasil'. Olinda foto's Caroline van der Mandele Kanon met het logo van de W.I.C.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 79