Bij spuit moet je
milliliter kennen
De kans dat
verdachte dader is
'We zien in de klas dat wiskunde niet voor iedereen is weggelegd'
II
Marian Kollenveld, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Wiskundeleraren
vrijdag 17 februari 2012
wiskunde
Een verpleegkundige komt eigenlijk niet weg met een beetje
simpele rekenkennis.
Wiskundeleraar Remco Metsemakers: „Een verpleger die
bij patiënten een spuitje moet zetten, moet weten wat het me
triek stelsel is. Hoeveel is een milliliter, en hoe ziet een deciliter er
uit? En hij moet verstand hebben van verhoudingen. Een heel ma
gere patiënt moet je een lagere concentratie van een medicijn ge
ven dan een dikke patiënt."
En dat is niet een kwestie van een paar vuistregels uit je hoofd le
ren, voegt Michiel Doorman toe. „Je moet echt begrijpen wat er
achter zit om flexibel ermee te kunnen omgaan en te kunnen in
spelen op verschillende situaties en patiënten."
Ruim een jaar geleden bleek nog dat vier op de tien verpleegkun
digen grote moeite hebben met rekenen. 'Het is een structureel
probleem dat schreeuwt om een landelijke aanpak', concludeerde
Nursing, het vakblad voor verpleegkundigen.
In de praktijk kan een foute verdunning of dosering van medica
tie vervelende of gevaarlijke consequenties hebben voor de pa
tiënt. Opvallend genoeg dacht geen enkele verpleger in het onder
zoek dat zijn eigen fouten gevolgen hadden voor de patiënt. Maar
een vijfde van de respondenten dacht dat fouten van een collega
wél consequenties hadden.
Als politieagent kun je op verschillende manieren met wis
kunde te maken krijgen. „Stel je bent rechercheur en je
onderzoekt een moordzaak", zegt Michiel Doorman van
het Freudenthal Instituut. „En de verdachte was op de plaats de
lict. Dan moet je kunnen berekenen hoe groot de kans is dat de
verdachte daadwerkelijk de dader is. Bijvoorbeeld in de zaak van
bejaardenverzorgster Lucia de Berk speelden statistische beredene
ringen een grote rol."
Een agent moet natuurlijk een beetje kunnen rekenen als hij een
bon uitschrijft of verschillende boetes bij elkaar moet optellen,
zegt wiskundeleraar Metsemakers. „Het is goed als een verkeers
agent die mensen moet bekeuren die te hard rijden, ook iets be
grijpt van het meten van snelheid. Snelheid is een natuurkundig
begrip, waarbij je wiskundig inzicht nodig hebt. Kennis van wis
kunde wordt weggenomen door automatisering. Snelheidsmeting
gaat via een programmaatje. Maar het is handig als er een zeker be
grip is van de kennis die aan dat programmaatje, en vervolgens
die boete, ten grondslag ligt."
Ruimtelijk inzicht is handig als een agent zo snél mogelijk op een
bepaalde plek moet zijn. „Of je moet op patrouille langs verschil
lende punten", zegt Doorman. „Wat is de kortste route? In de wis
kunde heet dat het handelsreizigersprobleem."
Meer dan rekenen
I Wiskunde is nu alleen een ver
plicht examenvak voor vwo'ers.
Als de plannen van Onderwijsminis
ter Van Bijsterveldt doorgaan,
wordt wiskunde in alle vier havo
profielen een verplicht examenon
derdeel.
I Havisten met het profiel Cultuur
Maatschappij hoefden tot nu
toe geen wiskunde in hun examen
pakket te hebben. Ook voor vmbo'
ers die kiezen voor Zorg Welzijn
of Economie is (en blijft) wiskunde
niet verplicht.
Cultuur Maatschappij (CM) is
een van de minst populaire profie
len. Vorig schooljaar koos 8,8 pro
cent voor CM, meisjes zijn duide
lijk oververtegenwoordigd in dit
profiel. Het meest populaire profiel
bij havisten (23,9 procent) was Eco
nomie Maatschappij.
2> Wiskunde is, samen met Neder
lands en Engels, al eerder aange
merkt ais 'kernvak'. Dat betekent
dat leerlingen maar voor één van
die vakken een 5 mogen scoren op
hun eindlijst.
Vergeleken met andere landen
wordt er in Nederland relatief wei
nig aandacht aan wiskunde be
steed. De Onderwijsraad maakte
eind vorig jaar bekend dat het aan
tal wiskunde-uren de afgelopen
twintig jaar 30 tot zelfs 50 procent
is gedaald.
Wiskunde is afgeleid van het Griek
se woord mathèma dat weten
schap, kennis of leren betekent.
Het Nederlandse woord wiskunde
komt van Simon Stevin die in de
zeventiende eeuw wisconst (kunst
van het gewisse of zekere) aan de
ze wetenschap verbond.
g) Wiskunde, ofwel mathematica, be
tekent het bestuderen van patro
nen en structuren. Met logische
redeneringen doet de wiskunde uit
spraken over gedefinieerde objec
ten en formuleert verbanden daar
tussen.
Wiskunde is veel meer dan hoofd-
rekenen. De vier hoofdgebieden
zijn rekenkunde (de leer van hoe
veelheden), algebra (structuren),
meetkunde (ruimte) en analyse
(veranderingen). De gebieden zijn
ontstaan uit de noodzaak om zake
lijke berekeningen te kunnen ma
ken, relaties tussen getallen te be
grijpen, land te kunnen opmeten
en astronomische gebeurtenissen
te voorspellen.
Andere deelgebieden hebben te
maken met de verbanden tussen
de kern van wiskunde en andere
domeinen zoals de logica, de ver-
zamelingenleer en de toegepaste
wiskunde.
9 Toegepaste wiskunde bestudeert
het gebruik van abstracte wiskundi
ge middelen voor het oplossen
van concrete problemen in de na
tuurwetenschappen, techniek
(meetkunde, reële analyse, com
plexe functietheorie en lineaire al
gebra) en de zakenwereld (vooral
statistiek en kansberekening).