Een meisje van op weg naar de alleen, 10, spectrum 14 Schrijver-dichter Guus Luijters werkte vier jaar aan zijn boek over de Tweede Wereldoorlog met de titel In memoriam. De gedeporteerde en vermoorde Joodse, Roma en Sinti kinderen 1942-1945. „Ik wilde al die 18.000 kinderen hun naam teruggeven." Zaterdag 11 februari 2012 Kanen Eliza Sajet, met haar moeder Maru Celina Sajet-Drukker Silvia Juliette Basch (links) en haar vriendin Hesje Baarda komen. Omdat het er nog niet was. Ber gen moet je beklimmen omdat ze er zijn. Sommige boeken moet je schrijven omdat ze er niet zijn. En dit boek zou uitgebreid moeten worden tot een boek over ieder een die in de Tweede Wereldoorlog vanuit Nederland gedeporteerd en vermoord is. „Ik heb me beperkt tot de kinderen. Waar om? Als je mijn werk van de laatste tien, twaalf jaar bekijkt, spelen kinderen daarin bijna altijd de hoofdrol. Mijn grote gedicht De glazen school gaat over mijn zesde klas van de lagere school. En vorig jaar Sterren- lied, over de gedeporteerde en vermoorde Sientje Abram. Kinderen staan zo onbevan gen in de wereld, alles is nieuw voor ze. Dat fascineert me. Maar ik kwam pas op het idee dit boek te maken toen ik het boek van Serge Klarsfeld uit 1995 zag: Me morial des enfants juives deportés de France. In dat boek zijn alle namen opgenomen van uit Frankrijk gedeporteerde Joodse kin deren, per transport gerangschikt Met hon derden foto's van die kinderen. „Ik herinner me dat ik vlak na de oorlog met mijn vader door de oude Jodenbuurt kwam. Je keek dwars door de huizen heen. Geen mens te zien. Er heerste een doodse stilte. Waar zijn die mensen? vroeg ik aan mijn vader. Weg, zei mijn vader. „Later kwam ik erachter wat daar was ge beurd. Nergens word je er in Amsterdam zichtbaar aan herinnerd. Als je door Parijs wandelt, zie je bij elke school een marme ren plaat met daarop de namen van de kin deren die zijn weggevoerd. Hier niet. Ik hèb vaak aan die zomaar verdwenen kinde ren gedacht. In Sterrenlied heb ik gepro beerd Sientje Abram een gezicht te geven. In dit boek, In memoriam, heb ik al die bijna 18.000 kinderen hun naam teruggege ven, geprobeerd ze ook een gezicht te ge ven. We kregen veel foto's van die kinde ren opgestuurd. Die zijn in het boek afge drukt. „Volgens mijn gegevens zijn 19.048 kinde ren naar de vernietigingskampen gedepor teerd. Van hen zijn er 17.964 vermoord. Daar kun je met je gedachten niet bij. Vier jaar ben ik bezig geweest al die namen in dit boek te krijgen. Kinderen geboren tus sen 15 juli 1924 en 13 september 1944.15 juli omdat het eerste transport vanuit Ne derland plaatsvond op 15 juli 1942 en het laatste op 13 september 1944. „Dankzij Digitaal Monument Joodse Ge meenschap in Nederland en het Niod kreeg ik inzage in een bestand van alle kin deren in deze leeftijdsgroep en kon ik de transportlijsten bekijken. Daarna was het nog heel veel werk om de namen aan de transportlijsten te koppelen. „De eerste transportlijst die ik zag, was die van 7 september 1942. De trein naar Ausch witz waarin Sientje Abram zat. Dat was een enorme schok, want die lijst zag eruit alsof hij nog nooit was bekeken. Een scho ne doorslag voor de Duitse administratie. Om te bekijken of ze nog huizen konden plunderen. „Twee jaar ben ik bezig geweest voordat ik voor ieder kind had achterhaald met welk transport hij of zij was gedeporteerd. Es sentieel, omdat dat is wat is gebeurd. Het belang van de transportdatum is dat dat het lotsbepalende ogenblik was voor het slachtoffer. Als je naar Westerbork werd gebracht, was het einde nabij. En als je een maal in de trein naar het oosten zat, was het afgelopen. Zeker als je een kind was. De Duitsers zeiden dat je in het oosten te werk werd gesteld, maar iedereen wist dat er iets anders aan de hand was. Waarom gingen er dan baby's van drie maanden en oude mensen mee? „De transportdatum is ook van belang om te zien wanneer iemand is vermoord. An ne Frank is op 3 september 1944 gedepor teerd, maar als sterfdatum is 1 maart 1945 opgegeven. Zij heeft dus nog zes maanden geleefd voor ze in Bergen-Belsen overleed. Van veel kinderen weet je het niet, omdat je niet weet wanneer ze op transport zijn Guus Luijters: „Vaak denk ik aan Henriëtte Renée Landau. De dochter van Salo Lan dau, een schaakmees ter die in 1936 kam pioen van Nederland werd. Er is een foto van Renée, anderhalf jaar oud. Vader en moeder hebben haar la ten onderduiken. Ze hebben geregeld dat ze naar Zwitserland kunnen ontkomen. Maar de trein is het station nog niet uit, of ze worden gearresteerd. De Duitsers wil len weten waar hun kind is. Salo slaat niet door, maar de moeder wel, omdat haar een plek is beloofd op de lijst met mensen die vanuit Westerbork niet op transport hoeven. Renée wordt naar de Hollandse Schouwburg gebracht en is één van de eer ste kinderen die door het verzet naar de te genovergelegen crèche wordt gesmokkeld. Ze duikt opnieuw onder. Genoeg drama, toch? Nee. Ze wordt nog een keer verraden. En nu belanden moe der en kind :n Auschwitz en worden daar vermoord. F enée was nog geen 6 jaar oud. Onbëvatteli c. Als je de foto van Renée ziet. Lieve k ad, kom bij me! „Dit boek is geen boek om te lezen. Het is een boek dat er is. Het is een boek dat moest kornm. Heel erg dwingend moest door Maarten Moll

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 70