spectrum 8
Steltlopers in nood
Werken in een winters landschap
Zaterdag 11 februari 201
E
o
3
3
oc=? tafgPwn
TO
^9 ZL
Houtsnip
Watersnip
Merel in het jachtterrein van de houtsnip
Scholeksters zijn zorgenkindjes. Niemand die
dat 25 jaar geleden verwacht had, maar onder
zoekers hebben vastgesteld dat de populatie
zienderogen veroudert, omdat er onvoldoen
de aanwas van jonge vogels is. Dat het slecht
gaat met scholeksters is in het veld nog niet zo goed te
merken omdat de dieren erg oud worden. Meer dan
tien jaar is heel gewoon en er zijn zelfs scholeksters be
kend die meer dan veertig jaar werden.
De redenen waarom het de scholekster zo beroerd ver
gaat, zijn divers. Zeker is echter dat voedselschaarste in
de winter daarbij een rol speelt. Bij normale weersom
standigheden zien we al dat scholeksters veel vaker
dan vroeger binnendijks op zoek zijn naar prooien. Nu
dat door de strenge vorst bijna niet meer loont, zie je
dat ze massaal het loodje leggen. Zo was er op Schou
wen deze week een scholekster die aangevallen werd
door een buizerd en dat met zijn leven moest bekopen.
Zoiets is normaal ondenkbaar. Scholeksters zijn weerba
re vogels waaraan een buizerd zich onder normale om
standigheden nooit zou wagen. Tenslotte is de buizerd
een beetje het sufferdje onder de roofvogels, die zich
als het even kan tevreden stelt met bijvoorbeeld aas of
regenwormen. Dat de vogel een scholekster met succes
aanviel zegt zowel iets over de hongerigheid van de bui
zerd als over de enorme verzwakking van de scholek
ster.
Er is een vast pakket aan soorten die in de knel komen
als het streng winterweer is. Watersnippen bijvoor
beeld zijn notoire probleemvogels en ook twee andere
snippen, de houtsnip en het bokje, krijgen al snel voed
selgebrek. Je ziet bokjes momenteel vaak tussen het
riet, aan de rand van de laatste wakken staan en ook de
watersnip zie je wel bij wakken, hoewel die geen be
hoefte heeft aan riet of andere begroeiing om zich tus
sen te verbergen. De houtsnip heeft zijn naam niet voor
niets. Dat is een steltloper met een voorkeur voor bos
en struikgewas. Een beetje merkwaardig voor een over
winterende steltloper, maar juist als het vriest kan het
de bïotoopkeuze onverwachte perspectieven bieden.
Zo reed ik deze week langs een haagbeplanting rond
een camping, toen ik uit een ooghoek een dier zag dat
zich langzaam voortbewoog tussen het afgevallen blad.
Mijn eerste gedachte was dat het om een zoogdier ging,
maar als snel bleek dat hier een houtsnip op voedsel-
tocht was. Keer op keer verdween de lange snavel in de
dikke laag afgevallen bladeren en heel wat keren kwam
de snavel tevoorschijn met een wittig gele larve, die ik
vooralsnog niet thuis kon brengen. Het had er alle
schijn van dat de houtsnip niet alleen zelf profiteerde
van het gewroet met de lange snavel. In zijn kielzog
werd de vogel gevolgd door een merel die de hele tijd
in de buurt van de houtsnip bleef, kennelijk er op uit
om een graantje mee te pikken en zo te zien lukte dat
ook. Een groene specht die ook ter plekke in de weer
was kreeg zelfs een kleine aanvaring met de houtsnip.
Vijfentwintig meter verder opnieuw een snip. Hé, geen
houtsnip, maar een watersnip, of beter gezegd een
groepje watersnippen want ik ontdekte verschillende
goed gecamoufleerde exemplaren. Het leek wel alsof ze
het trucje van hun grotere neef hadden afgekeken,
want ze stroopten precies volgens houtsnippenmanier
de bosrand af. Nou ja, hier ging het allemaal nog rede
lijk goed maar je ziet geregeld snippen die in de berm
of langs de slootkant zitten dood te gaan. En het ergste
is.... Je kan er helemaal niks aan doen. Ik denk niet dat
ik nog naar een Elfstedentocht verlang, zolang al die
steltlopers met bosjes sneuvelen...
Zijn er nog Stoere Zeeuwen die de barre weersomstan
digheden trotseren en in het winterse landschap nog
steeds aan het werk zijn? Jazeker, zo iemand is Ruud
Dijkstra uit Vlissingen. Onvervaard stapt hij 's och
tends op zijn fiets en rijdt naar een bosje aan de Oranjezonweg
bij Vrouwenpolder. Onderweg ziet Ruud een prachtige zonsop
komst, fietst dwars door bevroren mistwolken en geniet van
het schitterende winterse landschap en de vergezichten. Intus
sen groeien de ijspegels aan zijn baard en ook de wapperende
haren vriezen vast. In Oranjezon voegt Ruud zich bij de werk
ploeg van Landschapsverzorging Walcheren. Daar wordt in het
bosje gewerkt en dat is best genieten. Er worden bomen ge
knot, hakhout afgezet en in bosjes gedund. De koudegolf heeft
voor het werk ook zijn voordelen. Zo zijn bomen die aan de wa
terkant staan veel gemakkelijker te knotten. Alle takken vallen
immers op het ijs, waar ze normaal gesproken in het water zou
den vallen. Een andere ploeg is bezig op de Wallen van Ret-
ranchement, waar de snoeitakken naar de overkant van de
gracht afgevoerd moeten worden. Met zo'n ijslaag werkt dat na
tuurlijk fijn en het is tegelijk ook een onvervalst stukje natuur
beleving. Hartje winter is er voor de buitenmensen veel en nut
tig werk te verzetten.
Wie ook eens sportief wil zijn en zich lekker warm wil werken
kan zich aanmelden via Landschapsbeheer Zeeland.
De kou zorgt voor ijspegels aan de baard van Ruud Dijkstra.
foto Robert Wielemaker