spectrum 10
Napels in Mexico
Zaterdag 28 januari 2012
Don Diego, onze vuilnisman, is
boos. Normaal gesproken
komt hij dagelijks met zijn
bakfiets ons huisvuil ophalen.
Hij leeft van de verkoop van gescheiden
afval, dat hij bij vaste adressen ophaalt,
en van de fooi die we hem geven voor
zijn diensten.
De laatste weken haalt hij zijn dagelijkse
schema echter niet meer. „Ik doe er
steeds langer over mijn lading te kunnen
dumpen, daardoor loop ik inkomsten
mis", moppert de Mexicaan terwijl hij de
groeiende berg vuilniszakken voor ons
huis wegwerkt.
De reden voor zijn boosheid is het slui
ten van Bordo Poniente, de mon
sterachtig grote vuilstortplaats in
het noordoosten van hoofdstad
Mexico-Stad. Met 76 miljoen ton af
val is het een van de grootste vuil
nisbelten ter wereld. En zeker één
van de smerigste. Op een warme
dag is de vuiligheid op kilometers
afstand te ruiken, tot aan onze voor
deur.
Sinds 1 januari is Bordo Poniente
echter niet meer in gebruik. Burge
meester Marcelo Ebrard profileert
zich graag als klimaatkampioen en
hoopt met het sluiten van de stort
plaats de jaarlijkse uitstoot van CO2
in zijn stad met minstens twee mil
joen ton te verlagen.
Een loffelijk streven, ware het niet
dat het stadsbestuur vergeten is
een alternatief te bedenken. Een re
cent plan om vier vuilverbrandings-
ovens te bouwen, is nooit van de
grond gekomen. En een andere
stortplaats met de capaciteit van Bordo
Poniente is er niet
Gevolg: Napolitaanse toestanden. Mexica
nen zijn al niet erg milieubewust en heb
ben er een handje van hun afval overal te
dumpen. Nu het niet meer wordt opge
haald, struikelen we soms letterlijk over
bergen vuil. Overal in de stad. Twee we
ken geleden nog lag er een enorme berg
vuilniszakken voor het monument van
vader des vaderlands Benito Juarez in
het oude centrum.
Maar waar Napels hulp krijgt van Rotter
dam om het afval te verwerken, staan
wij er in Mexico alleen voor. De omlig
gende deelstaat Estado de México voelt
er niets voor het hoofdstedelijke vuilnis
op te vangen. Net als diens burgers trou
wens; boze bewoners van het naburige
Ixtapaluca blokkeerden een snelweg om
te voorkomen dat vuilniswagens hun la
ding in de buurt konden dumpen.
Intussen zijn vuilophalers als Don Diego
ook de pineut. Sinds 2003 is het verplicht
in de hoofdstad afval te scheiden. Voor
Diego betekent dat dat hij het afval naar
de vuilstortplaats moet brengen en daar
alle zakken moet openen en zelf moet
scheiden. Anders krijgt hij niet betaald.
Maar Bordo Poniente, dat redelijk dicht
bij ligt, is nu geen optie meer. Hij moet
lange ritten maken om zijn waar nog te
kunnen dumpen en kan niet meer dage
lijks bij zijn 'vaste klanten' langs. Daar
door loopt hij flink wat inkomsten mis.
Bordo Poniente is en blijft dicht, dus het
Mexicaanse afvalprobleem blijft voorlo
pig bestaan. Misschien moeten we toch
Rotterdam maar eens bellen.
In Kandapara, een wijk in Tangail, groeien kinderen op te midden
van de seksindustrie. In de op één na grootste hoerenbuurt van Bangladesh
moeten hun moeders de kost verdienen als prostituee. De hulporganisatie Terre
des Hommes probeert de kinderen een veilige plek te bieden op het platteland.
door Hilbert Meijer
Shabana met haar
2-jarig zoontje.
habana, haar naakte
zoontje op de arm,
is snel klaar met de
rondleiding: dit is
de plek waar ze
woont, dit is de plek waar ze
werkt, dit is de plek die ze ver
wenst. Ze wil weg hier, om
het even waarheen.
De prostituees van Kandapa
ra, een wijk in de Bengaalse
stad Tangail, wonen waar ze
werken en werken waar ze
wonen. Met zo'n duizend
prostituees is Kandapara het
op één na grootste bordeel
van Bangladesh. De 'rosse
buurt', een dorp in de stad,
ligt strategisch. De stad vormt
een knooppunt van wegen
waar veel truckers van en naar de hoofd
stad Dhaka doorheen komen. Al sinds
1880 weten mannen wat ze hier kunnen
krijgen. In dit land van gearrangeerde hu
welijken, waar trouwen uit liefde eerder
uitzondering dan regel is, bloeit de prosti
tutie.
In de prostitutiewijk zijn de krap bemeten,
metalen huisjes dicht op elkaar gebouwd.
De woon-/werkruimte is pakweg 3 bij 5
meter, de wanden en het dak van de huis
jes zijn van golfplaten, hutje aan hutje. De
inrichting is standaard: een kast met televi
sie, een plafondventilator en een ruim
tweepersoonsbed.
De buurt wordt doorsneden door een wir
war van steegjes. Tussen de bordelen is vol
op bedrijvigheid. Er wordt gekocht en ver
kocht, vrouwen maken op straat vis en
groente schoon, het ruikt naar wierook en
vuur. En naar kruiden. Hier schallen ra
dio's en verkopers door elkaar en wringen
mensen zich langs elkaar: bewoners, kinde
ren, bordeelbezoekers. Het getoeter van
het verkeer dringt door tot rond de arme
tierige bordelen, waar prostituees, sommi
gen zwaar opgemaakt om hun leeftijd te
verbloemen, op klanten wachten.
Shabana (39) kan niet anders. De maande
lijkse huur van 13.000 taka (130 euro),
waaraan een groot deel van haar inkom
sten opgaat, drukt zwaar en dwingt haar
haar werk in de seksindustrie voort te zet
ten. Al meer dan de helft van haar leven is
ze prostituee. Wie de vaders van haar twee
kinderen van 2 en 7 jaar zijn, is niet be
kend. Zoals bij veel prostituees hier.
In Kandapara groeien zo'n driehonderd
kinderen op te midden van de seksindus-
De metalen huisjes in Kandapara zijn dicht op elkaar ge
bouwd. Er wonen en werken zo'n duizend prostituees.
trie. Voor een deel kan dat niet anders,
zegt Mahmudul Kabir, die in Bangladesh
directeur 'is van Terre des Hommes Neder
land, een organisatie die zich inzet tegen
uitbuiting van kinderen. „De kleine kinde
ren kunnen we niet isoleren van hun moe
ders." Zij kunnen overdag terecht in de kli
niek pal naast de prostitutiewijk. Daar is
een kinderopvang en een schooltje voor
de jonge kinderen (3 tot 5 jaar) van prosti
tuees. De vrouwen uit de bordelen kun
nen er ook terecht met hun gezondheids
klachten.
Vanaf een jaar of 6,7 kunnen de kinderen
naar het Sonar Bangla Children Home.
Dat is een school op het platteland, met
steun van Terre des Hommes opgezet
door de Society for Social Service, waar
kinderen van de prostituees wonen en le
ren. Vooral voor meisjes is het belangrijk
dat ze tijdig vertrekken uit Kandapara, om
dat de kans anders levensgroot is, dat ze
zelf ook in de seksindustrie terechtkomen.
Een uur rijden van de bordeelwijk ligt het
Sonar Bangla Children Home. De meeste
leerlingen zijn kinderen van prostituees.
Het is een andere wereld, met ruimte en.
groen. Het getoeter van de stad is ver weg.
Rond de gebouwen waar de kinderen le
ven en naar school gaan, ligt een enorme
moestuin, die hen van kool, uien, toma
ten, bloemkool en broccoli voorziet. In de
waterplas zwemmen vissen en eenden, die
beide als voedsel voor de kinderen dienen.
Even verderop zijn de stallen van de
koeien, die melk leveren. Op een veld voor
het gebouw krijgen kinderen karateles.
Het helpt hen hun ervaringen in de eerste
jaren van hun leven in de bordeelwijk te
verwerken. Karate is niet alleen een zelfver
dedigingsmethode, het is ook een manier
om zelfvertrouwen op te bouwen.
Binnen in het schoolgebouw werken meis
jes in kleurige jurken ook aan hun zelfver
trouwen. Ze doen dat met zang en dans.
Mahmudul Kabir raakt geëmotioneerd als
hij het ziet. Hij was erbij, toen dit project
ruim tien jaar geleden klein begon en weet
dat de meisjes die te lang in Kandapara op
groeien, uiteindelijk hetzelfde werk te
wachten staat als hun moeders. De meisjes
lopen zoveel risico ook in de prostitutie te
belanden, dat ze niet naar hun moeder in
de rosse buurt van Tangail toe kunnen. Lie
ver komen de moeders hun kant op,
meestal op vrijdag.
Ook Shabana's oudste zoon, Sha Ali, loopt
hier rond. „Kandapara is voor kinderen
geen goede omgeving om op te groeien",
beseft ze. „Ik ben blij dat mijn kinderen
naar een veilige plek kunnen." Haar enige
hoop om uit haar situatie te komen, zijn
haar kinderen. „Als ze groot zijn, dan ga ik
weg."
Sha Ali is een kleine, tengere jongen. Hij
houdt van lezen en schrijven - het stan-
daardantwoord van Bengaalse kinderen -,
maar meer nog van cricket spelen. Zijn
droom? Een professioneel cricketspeler
worden. Hij straalt bij de gedachte alleen
al. En hij heeft dezelfde droom als zijn
moeder: op een dag haar meenemen en
een nieuw leven opbouwen in de hoofd
stad Dhaka. Maar dat is nog ver weg. Sha
Ali is pas 7 jaar.
reageren?
sDectrum@wesener.nl
nfi