spectrum 6
Zeventien
strandingen met
vraagtekens
Zaterdag 28 januari 2012
Een tekening van de gevonden potvis bij Sae-
ftinge. Soms is het moeilijk de tekst te verta
len.
De tekenaars waren fantasierijk. Ze beeld
den de gestrande pot-en vinvissen vaak uit
als enorme zeegedrochten. Zo groot dat ze
een ladder nodig hebben om op de rug te
kunnen klimmen.
Vrouwtjespotvissen zijn nooit gestrand in
het Scheldebekken. Alleen de mannetjes
trekken in de wintermaanden naar het noor
den en zakken in het voorjaar weer af naar
het zuiden.
Robert Duyndam houdt zich al meer dan
veertig jaar bezig met gestrande walvissen.
Inmiddels heeft hij zijn bevindingen ook sa
mengebracht in een diapresentatie: „Het
blijft boeien."
foto Thom van Amsterdam
Sinds veertig jaar speurt Robert Duyndam uit
Kieldrecht naar strandingen van walvissen in de
Schelde. Tot bij Antwerpen. Zijn zoektocht in
archieven bracht zeventien strandingen aan het
licht. „Vroeger spoelden er niet méér
walvisachtigen aan dan nu. Telkens ging het om
verdwaalde mannetjes die in hun ijver om
vrouwtjes te vinden, verdwaalden in de ondiepe
Noordzee."
Het werd eeuwen geleden vastgelegd door
fantasierijke tekenaars die het volk op de hoogte
brachten van het nieuws met pamfletten.
door Romain van Damme
de strandingen van die walvissen. De be
schrijvingen, de tekeningen vooral. Dat
boeit me enorm. Dat wil ik weten en dat
spit ik uit tot zover het kan."
Op zijn computerscherm tovert hij een te
kening uit 1577 tevoorschijn. Via ladders
klimmen mensen op een enorme potvis.
„Je ziet dat de tekenaars van toen een rijke
fantasie hadden. De walvis van 1577 was
echt niet groter dan een walvis van van
daag. Bovendien, als ze aangespoeld zijn,
zakken ze wat in en heb je echt geen lad
ders nodig om erop te klimmen."
Een kwart eeuw geleden streek hij neer in
Kieldrecht, maar de tongval is nog altijd
onmiskenbaar Nederlands. „Ik kom uit
Scheveningen. Door mijn werk ben ik hier
terechtgekomen. Ik werkte in de techniek,
onder meer op de kerncentrale in Doel."
Zijn hobby's verhuisden uiteraard mee.
„Twee grote hobb's heb ik. Het verzame
len van modelauto's en ik was altijd bezig
met fossielen. Vaak ging ik naar Limburg,
naar de grotten om daar te zoeken naar fos
sielen uit de krijtperiode. Helaas kreeg ik
een ongeluk en sindsdien kan ik niet zo
goed meer lopen. Ik heb een stijf been: fu
nest voor het veldwerk."
Geen nood. Toen een dokter uit Amster
dam die aan walvisonderzoek deed, hem
benaderde met een paar vragen, was Ro
bert Duyndam verkocht. „Hij was bezig
met een onderzoek naar een ziekte bij fos
siele walvissen die gevonden waren in de
ondergrond van Nederland en wilde verge
lijkingen maken met gevonden walvissen
in Antwerpen." Dat was niet tegen dove
mansoren gezegd. Duyndam: „Tsja, hier
spoelt wel eens wat aan. Zo ben ik er inge
doken en ben ik op zoek gegaan naar de
Zeventien strandingen van wal
vissen sinds 1550 heeft Robert
Duyndam gevonden. Maar of ze
allemaal kloppen, is lang niet ze
ker. Duyndam: „In Biezelinge
zouden er twee aangespoeld
zijn, in 1577. Maar bewijzen zijn
er nooit gevonden. In 1626 zou
er bij de ingang van de Otheen-
se kreek een grote potvis gevon
den zijn. Die zou verkocht zijn
aan een slager. Tot nu toe niets
van teruggevonden."
Het jarenlang speuren heeft Ro
bert Duyndam in een diapresen
tatie gestopt: Zeegedrochten in 't
Scheld en aangrenzende lande.
Duyndam: „Vroeger werden de
walvissen echt als monsters ge
zien. Als iets buitenaards."
De eerste presentatie geeft Ro
bert Duyndam 5 februari in pa
viljoen BASF aan de Noorder
laan. De zaal is inmiddels al uit
verkocht „Maar er komen meer
presentaties. Bovendien ga ik
me verdiepen in de zeehonden-
jacht én meerminnen. Daar is
ook veel over te vertellen."
www.zeezoogdieren.org
Natuurlijk was Robert Duyn
dam (71) enkele weken gele
den in de Vlissingse Sloeha-
ven. Om op zijn gemak de
aangespoelde vinvis van alle
kanten te bekijken. Want de bewoner van
de grensplaats Kieldrecht heeft iets met
walvissen. „Ik ben er al meer dan veertig
jaar mee bezig en het blijft boeien."
O ja, hij weet best veel van potvissen en
vinvissen. In zijn propvolle werkkamer
rommelt hij wat op zijn bureau en steekt
dan een röntgenfoto omhoog. „Kijk, dat is
een foto van een ruggenwervel. Van een
zogeheten Butskop. Uit Breskens, 1984.
Die foto leert ons veel. Het is een jong dier
dat ziek geweest is."
Zo kan hij nog veel meer vertellen over de
zeezoogdieren die tot ieders verbeelding
spreken. Al eeuwenlang. Ook in Zeeland
waar de imposante dieren soms terechtko
men als ze op weg naar het zuiden op de
Noordzee de verkeerde afslag nemen en
zich letterlijk doodzwemmen in het Schel
debekken.
Zoals de vinvis die in de Sloehaven aan
wal werd getakeld. Robert Duyndam: „Bin
nen een'mum van tijd weet. iedereen dat
er een vinvis is aangespoeld. In heel Neder
land en België. Alle media schenken daar
aandacht aan en voor je het weet staan er
drommen mensen bij de vinvis. Dat
nieuws gaat als een lopend vuurtje rond."
Zo niet in 1577, toen er volgens de overleve
ring een potvis in Saeftinge aanspoelde.
Duyndam: „In die tijd waren er uiteraard
nog geen kranten. Tekenaars maakten daar
om tekeningen van die potvis en de pren
ten werden verspreid om het volk op de
hoogte te brengen."
Juist dat vindt Robert Duyndam zo interes
sant. „Het gaat me om de verhalen rond