spectrum 4
Een nieuwe boomziekte in opkomst: essentaksterfte
voorjaar aan
Lijsters kondigen het
Zaterdag 28 januari 2012
■s- E
Mem 3
i=
I1 -3
0. 13
SHf 4~*
Q J2
M 2
We waren in de nazomer van 2011 met Landschapsbeheer Zeeland op
excursie in Noord-Oost-Nederland, toen we in een essenbeplanting
heel veel zieke en kwijnende bomen zagen. Sommigen onder ons
hadden al gehóórd van een nieuwe ziekte die plotseling vanuit het noorden
Nederland binnendringt. Maar dat die zo hard toeslaat, daarvan hadden we
toen nog geen idee. In oktober stuurde Het Bosschap een Praktijkadvies Essentak
sterfte rond en daar word je niet vrolijk van. Nadat in 2010 de ziekte alleen in
het noordoosten van Nederland was aangetroffen, is in 2011 aantasting aanwe
zig in alle provincies. Daarmee lijkt het landschap na de iepziekte en kastanje-
bloedingsziekte te maken te krijgen met een nieuwe boomsterftegolf. In Zee
land is er nog geen grootschalig afsterven gemeld, maar als de trend zich door
zet, lijkt dat een kwestie van tijd. De sterfte wordt veroorzaakt door de essen-
schimmel Chalarafraxinea. De schimmel tast de gewone es en andere essen-
soorten aan. De sterfte is vooral massaal te zien in jonge aanplant en na afzet
ten weer uitlopende essenstobben in hakhout en gedunde opstanden. Er is
geen effectieve bestrijdingsmethode voor de schimmel bekend en er is nog
geen regelgeving op dit punt Het is niet zeker dat het in Zeeland net zo hard
zal toeslaan als in het noorden, maar het lijkt verstandig om daar wel reke
ning mee te houden. Daarom volgt Landschapsbeheer het advies van het Bos
schap op. We gaan vanaf nu terughoudend om met grootschalige aanplant
van essen en steken in op meer variatie in de soorten. Hetzelfde geldt voor
dunningen in bossen waarin veel es groeit en het afzetten van hakhout. Intus
sen houden we toch ons hart vast, want er zijn de laatste tijd bij gebrek aan
goede alternatieven juist zoveel essen aangeplant Als de ziekte doorzet, zal
het landschap helaas opnieuw een flinke verandering moeten ondergaan.
TT arenlang had ik vanuit het raam in de woonkamer
I uitzicht op een sierappel met allemaal maretakken
I erin. Zo'n maretak - mistletoe zeggen de Engelsen -
zit vol met groenig witte bessen die erg in trek zijn
bij sommige vogels. Het waren jaar in jaar uit dezelf
de soorten die zich aan de maretak tegoed deden. Kam
pioen maretakliefhebber was wel de grote lijster die
zich geregeld met twee exemplaren tegelijk liet zien.
Waarschijnlijk ging het om een echtpaar, want niet zo
ver van ons huis was er ieder jaar een broedgeval. De
voorkeur van grote lijsters voor de bessen van de mare
tak is al lang bekend. Zijn wetenschappelijke naam visci-
vorus betekent zelfs maretaketer en ook de Engelse
naam mistle trush en het Duitse Misteldrossel verwijzen
naar die voorkeur. De ingeslikte bessen worden in het
maagdarmkanaal van de vogels omgezet in een kleveri
ge substantie en de harde pit komt na het doorslikken
weer heelhuids tevoorschijn in de excrementen. Zo
wordt de pit als het ware vastgelijmd op de tak waar
zo'n grote lijster op zit en zo weet de maretak zich te
verspreiden.
Het is meestal in deze tijd van het jaar, zo rond eind ja
nuari, dat de grote lijster begint om zijn broedterrito-
rium te markeren. Dat gebeurt door een luide en opval
lende zang, die op het eerste gehoor wat aan de merel
doet denken. Grote lijsters vallen op doordat ze hun
zang ook, of zelfs speciaal bij donker en druilerig weer
ten gehore brengen. De nestbouw van grote lijsters be
gint al in februari. In tegenstelling tot de veel algeme
ner voorkomende zanglijster bouwt de grote lijster zijn
nest op een opvallende plek. Meestal kiest de vogel
voor de mik van twee grote takken en daar wordt een
grote, halfbolvormige nestkom gemaakt die overwe
gend uit fijn hooi bestaat De eieren zijn heel lichtgroen
van kleur met een dicht netwerk van lichtbruine stip
pen erop. Ze lijken op mereleieren maar zijn meer wit
achtig van kleur.
De zanglijster, die een aantal weken later pas met zin
gen begint, is in veel opzichten de tegenpool van de gro
te lijster. Uiterlijk is het verschil niet zo groot. Behalve
in de grootte zit het verschil vooral in de meer op een
punt toegespitste vorm van de donkere vlekken op de
borst en buik. Maar het nest van de zanglijster ligt
meestal bijzonder goed verstopt in dichte hagen of coni
feren en soms ook tussen het fluitenkruid op de grond.
Zanglijster
Zo'n nest is een waar kunststukje wat de afwerking be
treft. De binnenkant wordt gestukadoord met slik, die
opdroogt tot een mooi egale gladde laag. De vier tot vijf
eieren van de zanglijster zijn prachtig hemelsblauw
van kleur met een beperkt aantal bruinzwarte vlekjes
aan de stompe kant van het ei.
Is de grote lijster in de eerste plaats een liefhebber van
vruchten en bessen; de zanglijster is bij uitstek een slak
keneter. De zanglijster is de maker van de bekende lijs
tersmidsen. Op een vaste steen in de tuin slaan ze de op
gespoorde slakkenhuizen kapot om vervolgens de in
houd te verorberen. Naast slakken eten ze ook veel re
genwormen, emelten en andere bodemdieren en soms
ook wel vliegende insecten.
Twee andere lijsterachtigen, de kramsvogel en de kopen
wiek zijn overwegend wintergasten die onze contreien
verlaten als de winter op zijn einde loopt. Weliswaar
blijft de kramsvogel een enkele keer hier om te broe
den, maar dat blijft toch tamelijk uitzonderlijk. De twee
lijsters die hier broeden verblijven in het algemeen het
héle jaar bij ons, hoewel ze soms bij langdurig winter
weer wel naar het zuiden trekken.
Kramsvogel
foto's Chiel Jacobusse
Grote lijster
SfóMfWl
Monumentale essen aan de Noorddijk bij Hoek.
foto Lucien Calle