kazerne krijgen
7spectrum
Zaterdag 21 januari 2012
Teun Kruijswijk Jansen: „Als je het mij vraagt: ruil maar in."
blieft wijken met sociale woningbouw neerzetten.
Daar heeft het dorp veel meer aan."
Die indruk maakte Doom al. Van die paar flatjes
hoeven jongeren het niet te hebben. En als mari
niers zich al vestigen in de buurt van de kazerne,
zegt men, doen ze dat meestal maar in Wijk bij
Duurstede. Daar zijn de buitenwijken zoals Vlissin-
gen die heeft. En inderdaad. ]e zou ze bij wijze
van spreken per militaire rang kunnen indelen:
hier de eerste klasse, daar de korporalen. Maar om
nou te zeggen dat de plaatselijke slager er wel bij
vaart? Zijn verbazing over het aantal mariniers
(„tweeduizend?!") spreekt boekdelen.
En ook al hoeft makelaar Chris Vellinga echt niet
nóg meer huizen in zijn portefeuille, het is nu al
nauwelijks meer te doen, ook hij ziet vertrek van
de kazerne juist als een kans. „Het is een prachtlo-
catie voor woningbouw. Daar is grote behoefte
aan. De grond die de gemeente beschikbaar stelt is
niet te betalen. Niet verwonderlijk dus, dat dat stil
ligt. Terwijl, een rijtje van zes koopgarantwonin-
gen was een kwestie van uitdelen. Het vertrek van
de mariniers zou niet goed zijn voor dit gebied,
maar er zijn ook voordelen. Dan komen ook einde
lijk de huizen in de directe omgeving van de kazer
ne in beeld bij Google Streetview. Defensie
schermt dat nu nog af, in ons nadeel."
Wie je ook spreekt, de controverse tus
sen 'de man van de straat' en de be
stuurders die defensieminister Hans
Hillen op andere gedachten proberen te brengen,
blijft in stand. WD-wethouder Roy Pamboer van
economische zaken zegt geen idee te hebben hoe
dat komt. „Uit een enquête van ons weekblad De
Kaap 8c Stichtse Courant kwam toch echt naar vo
ren dat 73 procent van de mensen wil dat de kazer
ne blijft. Ook de federatie van Doomse onderne
mers heeft ernstige zorgen geuit over verlies van
economische waarde. Die wordt, geschat op vijf
tien tot achttien miljoen euro per jaar; niet alleen
voor ondernemers, maar ook voor scholen, noem
maar op. Ook de mariniers staan doodsangsten
uit. Natuurlijk is er een groepje dat wel andere leu
ke dingen weet voor dat terrein, maar ik ben echt
bang dat de mensen onderschatten hoe belangrijk
de kazerne voor ons is."
De zon zakt langzaam achter de huizen, de sche
mer valt in. Het wordt drukker op de weg. Maar
niet in de dorpskern; er is maar één café open, De
Notabelen. De man die er naar binnen gaat, met
dat stoere jackje en ringbaardje, zou dat niet toe
vallig een ex-militair zijn? Jawel! Het is nog een ge
boren en getogen Middelburger ook. Otto Radder
hoort de discussies over de kazerne kalmpjes aan.
„Men ziet de mariniers als een elitekorps. Dat is
het ook. Het is een eigen wereldje, zonder enige
binding met de burgerij." En als voormalig leraar
vervoerstechniek heeft hij zo zijn eigen visie. „Het
zal nogal een organisatie zijn, maar ik vind Vlissin-
gen niet eens zo'n gek idee. Het water, de duinen,
je kunt er alle kanten op. Hier zit je altijd met die
lastige kronkelweggetjes."
Ga naar ome Lou, zegt Otto, als ex-marinier weet
die alles. Het café van Lou van Pappelendam is ge
sloten, maar Lou is de flauwste niet.. Hij knipt de
mozaïeklampjes aan, schuift de gouden asbak naar
zich toe en gaat er eens goed voor zitten. „Dit was
vroeger mijn stamkroeg. Stampvol, altijd. Met ma
riniers natuurlijk, van de landmacht durfden ze
hier niet te komen. Maar die tijd is voorbij. In de
volksmond weten ze niet eens meer dat het korps
bestaat. Maar Doorn heeft het aan zichzelf te dan
ken. Er is niks. En nu vergrijst het dorp."
Zei ome Lou, marinier in hard en nieren, nou echt
dat zelfs hij de kazerne kan missen? Jazeker. „Qua
belastinggeld is het zonde, maar verder? Weet je,
de mariniers hebben nog een paar mooie schepen.
Die kunnen in Vlissingen mooi liggen en als het
nodig is, zit je er zo mee op zee."
Lou van Pappelendam: „Qua belastinggeld is het zonde, maar verder?"
Otto Radder: „Ik vind Vlissingen niet eens zo'n gek idee."