spectrum 6
'Verheug je niet., Zelfs
voor de kapper hoeven
ze de kazerne niet uit.'
Zaterdag 21 januari 2012
Vlissingen kan de
dm liP
De mogelijke verhuizing van de marinierskazerne naar Vlissingen
heeft de Doomse politiek op haar achterste poten gezet. De
middenstand lijkt de mariniers echter best te kunnen missen.
Sommigen zijn de kazerne in de Utrechtse bossen zelfs liever kwijt
dan rijk. „Met dat terrein kunnen we veel leukere dingen doen."
tekst Wendy van den Hurk
foto's Ruben Oreel
Gert van Leeuwen: „Nauwelijks mariniers in mijn klantenkring."
De Van Braam
Houckgeestkazerne bestaat
al sinds 1665, maar zit pas
sinds enkele decennia
in Doom.
Doom, Utrechtse Heuvelrug. Ooit de
woonplaats van vikinggod Thor, nu
niet meer dan een slaapdorp. 's Och
tends file uit, 's avonds file in. Van
welke kant je er ook komt inrijden,
overal staan villa's. Alleen maar, lijkt het wel. De
één nog wat groter dan de ander en bepaald niet
allemaal even strak in de lak. Van die Pipi Lang
kous-villa's zijn het, met niet zelden een te koop
bord in de voortuin. Er is een Chinees restaurant
Happy Garden, een Hema en een ouderwets bak
kertje dat ook dropjes verkoopt. Kees Jansma
schijnt te wonen in het dorp.
En er is de Van Braam Houckgeest-kazerne, met
wel tweeduizend manschappen. Al merk je daar
in het dorp helemaal niets van. Pas langs de lange
laan richting de boSsen doemt een klimtoren op,
bij de bushalte staan twee forse jongens met grote
rugzakken. Praten met de pers mogen ze niet. De
naam Vlissingen roept een glimlach op, zo van
'het zal wel'. Precies wat Peter Meeuwsen, poort
wachter van de kazerne, ook denkt. „Ik hoor er ei
genlijk niemand meer over."
De tijden zijn veranderd, vertelt hij. „Vroeger was
iedereen hier gelegerd. Liepen ze in uniform de
poort uit, om een biertje te drinken in het dorp.
Tegenwoordig hebben ze een kast en gaan ze zo
snel mogelijk terug naar waar ze vandaan komen.
Sommigen wonen zelfs in Groningen."
Maar ja, zegt bakker Wim Aalbertsen uit de win
kelstraat van Doorn, je zal maar wél hier een huis
hebben en dan te horen krijgen dat je werk ver
huist naar 'een uithoek'. „Probeer dat dan in deze
tijd maar eens kwijt te raken. De kazerne hoort bij
Doorn. Al zou ik er niet veel klandizie aan missen.
Sinds een tijdje wordt alles centraal ingekocht, dus
ik was die klant toch al kwijt. Ik heb alleen nog de
mariniers zelf binnen, heel af en toe. Nee, de Vlis-
singse middenstand hoeft zich niet te verheugen.
Er valt niet veel aan te verdienen. Zelfs voor de
kapper hoeven ze de kazerne niet uit."
Toch mag de burgemeester zich wat de bakker be
treft wel wat sterker inzetten voor behoud van de
kazerne. „In plaats van dat dure gemeentehuis dat
ze aan het bouwen zijn. Daar hebben we niks aan.
De kazerne, die hoort bij Doorn."
Ook de kaasboer van een paar deuren verderop le
vert al jaren niet meer aan de kazerne. Zelfs niet
meer voor de buitenlandse missies. „Niemand ei
genlijk", zegt Gert van Leeuwen zonder daar diep
over na te hoeven denken. „De tijd dat de kazerne
bij de gemeenschap was betrokken, is al lang voor
bij. Ze wonen allemaal elders, ver buiten dit ge
bied. Echt, ik heb nauwelijks mariniers of hun ge
zinsleden in mijn klantenkring. En geloof mij, ik
ken mijn klanten."
Eén daarvan begint instemmend te gniffelen. Het
blijkt de dominee van het dorp, Teun Kruijswijk
Jansen. Ook al komt lang niet zijn hele gemeente
op zondag naar de mooie Maartenskerk („gelukkig
niet, zeg!"), hij weet exact hoe Doorn sociologisch
is opgebouwd. „Het probleem is dat er zoveel vijf
tigers, zestigers -en nóg oudere mensen zijn. Aan
de kinderkant komt er weinig meer bij, omdat hui
zen hier niet te betalen zijn. En bouwen mag bijna
niet, omdat we in een soort natuurreservaat wo
nen. Jongeren gaan weg. Mariniers ook hoor, na
hun diensttijd. Het enige wat je van ze merkt, is
dat ze wel eens ziet hollen in het bos. Meer niet.
Dus als je het mij vraagt: ruil maar in. Laat er alsje-
Willem Mulder: „Hoeveel mariniers zitten er dan?"
Wim Aalbertsen: „De kazerne, die hoort bij Doorn."