Tuinvogels genieten v kwakkelwintertje m .g spectrum 4 ®'8Im Èp E SP s 3 H z Morgenstond... _1 Zaterdag 21 januari 2012 Het werd ineens een paar graden kouder vori ge week en dat kun je aan de vogels direct merken. Er zijn veel vogels die een beetje heen en weer pendelen met de vorstgrens en als het ineens wat kouder wordt zie je dat bijvoorbeeld kieviten en goudplevieren opschuiven naar het zuiden. Ook bij de tuinvogels zie je verplaatsingen. In onze ei gen tuin liet het vertrouwde roodborstje ineens verstek gaan. De heggenmus, die er al de hele winter zit, bleef onverstoorbaar elke ochtend onder de appelboom naar zaadjes pikken en de winterkoning verscheen nu pas voor het eerst ten tonele. De paar ochtenden dat we ijs moesten krabben waren even abrupt weer voorbij en toen leek het eventjes len te. Niet dat we voorjaarsweer hadden, maar de heggen- mus en de winterkoning lieten ineens hun territorium zang horen en dat is toch ieder jaar weer een heel vreugdevol gebeuren. In de Oostenrijkse den naast het huis scharrelt dagelijks een boomkruiper rond en daar zijn we reuze blij mee. In tegenstelling tot de grote bon te specht die in onze tuin nooit verder naar beneden komt dan de kruinen komt de boomkruiper tot vlak bij de grond. Leuk om te zien is dat dit spechtachtige vogel tje schroefbewegingen rond de stam maakt en daar door voortdurend uit het zicht verdwijnt Een prima manier om de katten uit de buurt te glad af te zijn. Dit weekend organiseert de Vogelbescherming de natio nale tuinvogeltelling en ik zit er sterk over te denken om daar voor het eerst eens aan mee te doen. Met de verhuizing vorig jaar hebben we een wat grotere tuin gekregen en daarmee is ook het assortiment aanwezige vogels een beetje verruimd. En ook dan weer geldt: het water loopt altijd naar de zee. Nu we wat meer vogels in de tuin hebben doen we ook meer moeite om het ze met vetbollen, pindanetjes, nestkastjes en dergelijke naar de zin te maken. De vetbollen is een verhaal apart. Vaak zitten er twee of drie mezen tegelijk op; vooral kool- en pimpelmezen, maar een enkele keer ook de groep staartmeesjes die hier in de buurt rondscharrelt Soms nemen de mussen het even over en het is opvallend hoe broederlijk die zich gezamenlijk om een vetbol scharen om ervan te eten. Maar er zijn ook een heleboel vogels die nooit op de vetbollen komen, maar er toch van mee profiteren. Terwijl de vogels bezig zijn valt er nogal flink wat van de vetbol op het gazon eronder en daar tref je steevast de roodborst, de heggenmus en een paar kleurige vink jes aan, die zich tegoed doen aan wat bij de mezen en mussen van de tafel valt Ook de Turkse tortel houdt er dezelfde strategie op na. Voor de merels hadden we wat appeltjes van mindere kwaliteit aan de boom laten hangen en een poosje wa ren die heel erg in trek. Maar al voordat de laatste appel tjes weg waren, verdwenen de merels en we hebben ze nog niet terug gezien. Datzelfde geldt voor de zanglijs ters. Vorig jaar ging er geen dag voorbij of er lagen ka potgeslagen segrijnslakken op het tegelpaadje, zodat we ons wel eens afvroegen of de voorraad van die bees ten soms oneindig was. Maar vanaf oktober was het in eens gedaan met de zanglijsters en we hebben er in de tuin sindsdien niet één meer gezien. Maar dat gaat hope lijk niet al te lang meer duren. Bij de boerderij verderop aan de dijk was de grote lijster deze week alweer aan het zingen en meestal duurt het dan maar een paar we ken voordat ook de zanglijster weer acte de présence geeft. Je kan bijna niet wachten tot het weer zover is... Overigens komen de vogels de winter tot nu toe op hun slofjes door. Waren er in de afgelopen drie winters perioden met pittige kou en flink wat slachtoffers; dit keer hebben we een ouderwets kwakkelwintertje. Maar pas op: het zou niet de eerste keer zijn dat zich op zo'n laat tijdstip nog een elfstedenwinter inzet. rS SS 3 -t—1 De winterkoning. foto's Chiel Jacobusse De heggenmus. Het roodborstje. Een nieuw jaar. Nieuwe dagen, nieuwe weken, maanden, wat zullen ze ons brengen? Je hoeft in deze tijd niet meer echt vroeg op te staan om het begin van een dag mee te maken. Nauwelijks nog is het schijnsel van de maan aan het firmament, met het sterrenlicht verdwenen of aan de oostelijke einder verschijnen, diffuus en bescheiden nog, de eerste kleuren uit het zonnespectrum die de strijd aan gaan met het nachtelijke duister. Van lieverlee nemen ze aan intensiteit toe. Lila-paars, oranje, geel en blauw lijken, ieder voor zich, te willen winnen. Geleidelijk aan lopen ze met vloeiende overgangen in elkaar over en schijnen langzaam op te lossen om uiteindelijk in, voor onze ogen te fel, wit licht sa men te smelten. Tijdens dit gebeuren veranderen, onnavolg baar, de patronen waarin de inmiddels ook zichtbaar geworden wolkenflarden zich manifesteren. Manifesteren, want het be gin van een nieuwe dag, althans wanneer het een heldere mor gen is, is beslist indrukwekkend. Of het ook een uitbundige dag gaat worden? Hoger in het zwerk is de hemel, weliswaar het spectrum aan de horizon reflecterend, onheilspellend don ker en mogelijk is binnen het uur het zo schitterende begin van de dag teniet gedaan. En zo grijs kan de dag niet zijn of het zonlicht bereikt ons. Onvoorstelbaar is de kracht van onze ener giebron die het leven mogelijk maakt. Wie weet laat ze zich ook bij het afscheid van de dag weer zien.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 50