Wie gaat er mee een stepsel maken? 15 Wandel donderdag 5 januari 2012 Westerschelde Startpunt wandeling bij brasserie Westbeer Wilt u ook een ommetje maken met een verslaggever van dePZC? uw favoriete wandeling door aan de redactie. E-mail: j.vandamme@pzc.nl Postadres: PZC t.o.v. Jan van Damme, Postbus 91, 4330 AB Middelburg door Jan van Damme Marjan Simons uit Terneuzen: ze is gewoon de eerste die reageerde op de oproep 'Wandel mee met de PZC'. Ze wil over haar Schelde- boulevard wandelen, van de West kant tot het Churchillhotel. Er staan beelden, je ziet vogels, water, schepen. Ze schrijft: „U zult zich er nooit vervelen, want er is altijd iets te beleven op de zeedijk van Terneuzen." We hebben geluk. In een einde- jaarsweek die vooral nat, donker en winderig is spreken we af op een donderdagochtend, die op eens alle beloften van het voorjaar in zich heeft. Een temperatuurtje om de jas open te ritsen^ een zon die alle zeilen bijzet om het rijke grijzenpalet van de Westerschelde nog meer tekening te geven. Weinig wind, dus ook weinig golf slag, dat is jammer. Marjan staat te wachten bij pavil joen Westkant, op één van de mooiste uitzichtpunten van Ter neuzen. Blauwe houtje-touwtje- jas, stevige stappers. Dat laatste relativeert ze meteen. Het zijn eigenlijk werkschoenen, maar ze lopen niet verkeerd. Marjan heeft wel wat met de Ter- neuzense waterkant, haar hele 50-jarige leven al. Ze is geboren in de binnenstad, de Vlooswijkstraat. Het was daar één grote familieaan gelegenheid, met broers en zussen van haar ouders in de directe om geving. Een zus van moederskant had een supermarkt, een zus van haar va der een bakkerij. Enzovoort. Zelfheeft ze drie oude re broers, een oudere en een jonge re zus. Een streng gereformeerd ge zin, vertelt ze, van het Zwarte Kou senkerkje. Die strenge opvoeding heeft haar naar de waterkant ge bracht. Op zondag mocht je niks, behalve wandelen. 'Wie gaat er mee een stepsel maken', was de standaardvraag van haar vader. Dan liepen ze naar de dijk, naar het 'einde van het hoofd', door hen het 'endehoofd' genoemd. Daar wil ze nu best even voor de foto poseren. Op de Westerschelde is het een ko men en gaan. Van binnenvaart schepen, die in konvooi uit de slui zen varen. Van containerschepen, die machtig dichtbij van en naar Antwerpen stomen. Met de neus naar het water zien we links DOW dampen. Rechts moet Antwerpen liggen, maar die haven is volgens Marjan alleen bij helder weer te zien van uit het Waterfront, met afstand de hoogste boulevardflat. De beelden! Meteen bij de parkeer plaats struikelen we over door Chris Ferket geplaatste zwerfkeien. 'Ode aan de Schelde', heeft hij zijn beeldenparkje genoemd. Wind en water lijken de stenen ge vormd te hebben. „Maar er zijn ook gezichten in uit gehouwen", wijst Marjan. Verder op komen we een beeld met een vogelnestje tegen, met een ge dicht: 'Ik roep de tijd van min nen uit rotsvast in steen en bronzen hart'. Langs de jachthaven in winter rust, langs de watersportvereniging. Het stadhuis piept boven de kruin van de dijk uit. Zouden ze dat niet blauw kunnen verven, want zo is het maar niks, constateert de wan delaarster. De zeekant betekent voor haar vrij heid. Dat was al zo toen ze puber- de, en ze er op zondag stilletjes met haar oudere zus Els in bikini lag te zonnen. Die vrijheid voelt ze zoveel jaar la ter nog steeds. Ze gelooft: in God, maar de dwin gende kerk vindt ze een achter haald instituut. We kijken richting Ellewoutsdijk, v waar haar oma is geboren. Het is bijna hoog water. De beste tijd om te zwemmen, weet ze, want dan heb je minder last van de stenen op het strand en op de zeewering. Ze doet meest al waterschoenen aan. In één van de flats waar we langs lopen woont haar tante Saar, 98 jaar, ze wil geen honderd worden, heeft ze gezegd. In de verte ligt de Schelpenhoek. Daar gaat Marjan ook wel eens zwemmen. Acht jaar geleden - dat moet ze nog even vertellen - zwom er daar een zeehond achter haar aan. Toen ze omkeek zag ze zijn kop vlakbij. Marjan Simons uit Terneuzen staat op het 'endehoofd'. foto's Mark Neelemans

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 51