3
3
sr
!D
i J
Pluimveehouder heeft
de ruimte in Hongarije
U
De ware amaryllis
wonen24
hebben?!
Blaffende kip met snor
Zaterdag 31 december 2011
wonen@wegener.nl
024-3650509
Amaryllis belladonna.
foto RvdK
O
5
In december verschijnt hij al
tijd weer in de supermarkt:
de amaryllis die bijna steeds
in een veel te klein potje is ge
propt. Erg is dat niet, want de
amaryllis is een echt wegwerp
artikel. Na de bloei kan hij de
vuilnisbak in. En ik geef toe: de
uitgebloeide amaryllis heeft
evenveel charme als de achter
kant van een autobus. Je moet
wel héél veel van planten houden, of erg zuinig zijn, om
een uitgebloeide amaryllis als kamerplant te willen houden.
Toch is het heel goed mogelijk een amaryllis het volgende
jaar weer in bloei te krijgen. Blijf de uitgebloeide plant ge
woon water geven en bemesten tot aan het einde van de zo
mer. Laat de stengel van de uitgebloeide bloemen intact.
Vanaf mei kan de plant buiten staan. Dat is een hele opluch
ting, want dan hoefje er niet langer tegenaan te kijken. Als
het blad geel wordt, stop je met water geven en laat je de
bol op een niet al te warme plaats een week of zes rusten.
Zodra hij weer uitloopt, kun je hem oppotten in verse pot
grond. Liefst in een bloempot die een paar maten groter is
dan de pot waarin je hem kocht. Kies de pot 10 cen
timeter groter dan de bol en zet de plant op een
warme vensterbank. Geef spaarzaam water totdat
de amaryllis goed aan de groei is.
Wie gegrepen is door het verzorgen en koesteren
van amaryllissen, zou zelfs kunnen proberen zijn ei
gen planten uit zaad op te kweken. Zaai het zaad
op een warme vensterbank en vertroetel de zaailin
gen op dezelfde manier als de volwassen plant. Na
drie jaar kunnen de eerste zaailingen bloeien.
Als je over een amaryllis informatie zoekt, lees je
altijd dat de amaryllis eigenlijk geen amaryllis is,
maar Hippeastrum zou moeten heten. De verkeerde
naam is echter zó ingeburgerd, dat we hem zijn blij
ven gebruiken. Dat is allemaal de schuld van Lin
naeus. De echte amaryllis komt uit Zuid-Afrika en
de valse, de Hippeastrum, uit Zuid-Amerika. Maar
in 1753 gaf Linnaeus deze planten dezelfde naam.
Sinds die tijd heeft in de botanische wereld een strijd ge
woed over de vraag wat de echte amaryllis was. In 1987 is
de strijd eindelijk beslecht in het voordeel van de Zuid-Afri
kaanse plant.
Nu zitten we met het probleem dat de meest gekweekte
plant met de verkeerde naam is opgescheept, terwijl een
plant die je zelden tegenkomt de echte amaryllis is. Die wa
re amaryllis kom je soms tegen in de gedaante van Amaryl
lis belladonna, een plant met witte of roze bloemen die in
oktober bloeit. De bloemen staan aan stevige, naakte stelen.
Als de plant is uitgebloeid, verschijnt het lintvormige blad.
Amaryllis belladonna komt op een warme standplaats in
goed afwaterende grond hier meestal wel door de winter.
Zijn trompetvormige bloemen zijn groot en opvallend, zij
het minder flamboyant dan die van de Zuid-Amerikaanse
'onechte' amaryllis. Verder lijken ze zo op elkaar, dat het je
niet verbaast dat Linnaeus het bij het verkeerde eind had.
Tulip, een ontwerp
van Marcel Wanders.
Ik ben er niet zeker van: is een
snor nu 'in' of'uit'? Bij vrouwen
wordt een snor op z'n best als
'weinig charmant' beoordeeld,
dat weet ik ook wel, bij mannen
ligt dat gecompliceerder. Clubs
van snordragende heren - ja, ze
bestaan - appreciëren uitsluitend
een 'goeie snor'. Geen mager vlas
streepje, maar een fatsoenlijke,
volle, keurig verzorgde Snor.
Goed. Als dat het criterium is,
zullen deze heren ook Anouk
Corstiaensen als lid accepteren.
Niet dat de Bredase ontwerpster
zelf snordragend door het leven
gaat; ze maakt snorren. Van tex
tiel. Onder het merk De blaffen
de kip brengt ze de snorkussens
aan de man. Of aan de vrouw,
want deze snor staat ook haar
charmant. Wie op het handge
maakte, ribfluwelen kussen valt,
kan het voor 35 euro bestellen op
de website van Corstiaensen:
www.deblaffendekip.nl
Emigreren is een ingrijpende
keuze. Familie, werk, cultuur:
de emigrant laat veel achter,
maar verwacht in zijn nieuwe
land ook veel terug te krijgen,
zoals het huis van zijn dromen.
Vandaag de laatste aflevering
van deze rubriek.
door Jan van Mullem
Voor pluimveehouders zoals jij is in
Nederland geen toekomst meer.
Ron Jacobs: „Is dat een vraag? Of
poneer je een stelling? Ik kan niet
zeggen dat pluimveehouders in Ne
derland geen toekomst meer heb
ben. Maar feit is wel dat het opzet
ten van zo'n bedrijfin Hongarije
veel eenvoudiger gaat, hoewel ook
hier veel regels - onder meer op
het gebied van salmonella - flink
zijn aangescherpt. Toch, als ik de si
tuatie tussen beide landen moet
vergelijken, komt het hierop neer:
als het traject van vergunningen
aanvragen, tekeningen inleveren
en bouwen in Hongarije één jaar
duurt, ben je daar in Nederland
vijf a zes jaar zoet mee. Als het
überhaupt al lukt. En dan heb ik
het nog niet over de kosten. Die
zijn in Nederland véél hoger."
Je hebt je in de materie verdiept.
„Ik ben tussen de kippen opge
groeid, kun je stellen. Mijn ouders
hadden een vermeerderingsbedrijf
in Swartbroek, Limburg. Dan leer
je dat wereldje beter kennen, hoe
wel ik als kind nooit de ambitie
had het bedrijf over te nemen. Dat
ik toch die richting heb gekozen, is
voortgekomen uit latere interesse.
Ik heb de Has gedaan in Den
Bosch, de hogeschool die opleidin
gen aanbiedt op de terreinen van
landbouw, voeding, milieu en na
tuur. Daar is de basis gelegd."