Cuba blijft het land van oude auto's 'We verdienen niks en hebben geen mogelijkheid om te sparen. Hoe moeten we een bedrijfje opzetten of een auto kopen?' Zelfstandig ondernemerschap mag weer in Cuba. Maar rijk worden zit er nog niet in voor fietstaxichauffeurs en kledinghandelaren. foto Alejandro Ernesto/ANP Félix, student boekhouding aan de Universiteit van Havana donderdag 29 december 2011 Bij iedere schakeling protes teert hij pruttelend, en door het lawaai van de motor is een gesprek voe ren bijna onmogelijk. Maar taxi chauffeur Alfredo (62) klopt liefde vol op het dashboard van zijn blau we Buick uit 1954. „Het is mijn ba by", zegt hij, „Ik heb haar van mijn vader geërfd en ze heeft me nooit i in de steek gelaten." Toch wil Alfre do zijn auto verkopen. Sinds no vember dit jaar kan dat ook einde lijk, nu het communistische regime j van president Raül Castro voor het eerst sinds 1959 toestaat dat vrijelijk in auto's wordt gehandeld. Met de ze en andere hervormingen hoopt de regering de vastgeroeste econo mie van het straatarme eiland weer aan de praat te krijgen. De Cubanen maken er dankbaar ge bruik van. „Ik kan 20.000 dollar voor mijn auto krijgen", zegt Alfre do. „Dat geld heb ik hard nodig. De kosten om mijn auto rijdende te houden zijn zo hoog dat ik hem lie ver kwijt ben, ook al is het jam mer." Er rijden naar schatting nog zo'n 60.000 klassieke Amerikaanse au to's in Cuba rond. Ze zijn een over De klassieke Amerikaanse auto's zijn een belangrijke toeristische attractie. foto CPD blijfsel van de revolutie, toen ze na de machtsovername door Fidel Cas tro in 1959 door gevluchte buiten landers werden achtergelaten. Ze vormen een uniek rijdend mu seum: duizenden toeristen komen zich jaarlijks vergapen aan auto's die in Europa als onbetaalbare ju weeltjes gelden. De Cubanen hebben ze echter uit noodzaak. Tot dit jaar mocht slechts in auto's van voor 1959 wor den gehandeld, en dan alleen met vergunning. Slepende bureaucratie en corruptie maakten van het ko pen van een auto een hels karwei. Het aanbod is bovendien schaars: tot de jaren '90 werden vrijwel alle auto's geïmporteerd uit het Oost blok. Het Cubaanse wagenpark is daardoor een mix van Sovjetmer- ken als Moskovitch en Volga, door de staat geschonken aan ambtena ren, en Amerikaanse klassiekers. Veel autobezitters zijn blij met de hervorming. De meeste Yank Tanks zijn hun levensverwachting ruimschoots gepasseerd, en het is vaak een worsteling om ze aan de praat te houden. Onderdelen zijn schaars en benzine is in een land waar de meeste inwoners twintig dollar per maand verdienen duur. Toch hoeven liefhebbers niet bang te zijn dat de oude Amerikanen nu snel uit het Cubaanse straatbeeld verdwijnen. Import blijft voor burgers verbo- den en buitenlanders mogen ook geen auto's van Cubanen kopen. De oude auto's worden daardoor eerder opgeknapt dan dat ze ver dwijnen, zegt Alfredo. Het loont de moeite ze opnieuw te verven en van nieuwe onderdelen te voor zien." Mocht het hem niet lukken zijn Buick te verkopen, dan blijft hij er gewoon in rijden. „Deze kar kan nog makkelijk dertig jaar mee", zegt hij. Dat zijn auto tegen die tijd 80 jaar oud is, maakt hem ondanks de hoestende en pruttelende mo tor een trots chauffeur.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 11