JOHNNY 'IK BEN NOG STEEDS DEZELFDE spectrum 10 Zaterdag 17 december 2011 De beelden van een met bebloede benen doorfietsende renner maakten van Johnny Hoogerland een held. foto Koen van Weel/ANP Hij staat te wachten in de tuin bij zijn nieuwe huis, terwijl zijn piepjonge hond in zijn broekspijp bijt. Johnny Hoo gerland moet erom lachen. In de buurt van 's-Gravenpolder heeft hij met zijn vriendin Gerda een prachtig rust punt gevonden. Een tuin met wei en twee schapen, uitzicht over landerijen en op een rustieke boomdijk, een terras, een stal, een praktijkruimte voor Gerda en een schitterend verbouwde woning. Johnny Hoogerland is er de laatste weken tot zich zelf gekomen na een aantal hectische maanden. De hele wereld zag hem die zondag de tiende juli door de lucht vliegen en neerko men in het prikkeldraad. Weg etappezege, weg kans op de bergtrui in Parijs. Iedereen zag hem ook weer opstappen, finishen en huilend de bolletjestrui aantrekken. Alle emoties kwamen eruit op dat podium in Saint Flour, in het Franse Massif Central. Schrik, teleurstelling, pijn, angst, woede. Een jongensdroom was in een paar bizarre seconden weggevaagd. De dag erna stond hij echter gewoon weer aan het vertrek en de dagen erna ook. Die onverzettelijkheid zette vele mensen in vuur en vlam. De door zijn nooit aflatende aanvalslust toch al populaire Hoogerland werd voor de camera's van alle in de Tour aanwezige tv-zenders gesleept. Zo bracht het Amerikaanse NBC boven op Alpe d'Huez een ploeg van tien man op de been Op io juli veranderde het leven van Johnny Hoogerland rigoureus. De wielrenner werd tijdens de negende etappe van de Tour de France door een auto zo maar van de weg gereden. De salto die in het prikkeldraad eindigde baarde wereldwijd opzien, het doorzettingsvermogen dat de 28-jarige Zeeuw daarna tentoonspreidde maakte een held van hem. Een maandenlange Hoogerlandhype was geboren. Nu de rust eindelijk een beetje is teruggekeerd, kijkt de hoofdpersoon terug op deze bizarre periode. En hij kijkt ook even vooruit. „Volgend jaar wil ik vlammen óp de fiets." door Koen de Vries om de gevallen renner te interviewen. De minister-president belde om hem een hart onder de riem te steken, er werden specia le T-shirts vervaardigd, het lied Go Johnnie Go werd een hit en Hoogerland-filmpjes werden op YouTube door honderdduizen den mensen bekeken. In eigen land werd hij verheven tot natio nale knuffelbeer. Tot zijn eigen verrassing. „In de Tour merkte ik er niet zoveel van", kijkt Hoogerland terug, met een sterke kop koffie binnen handbereik. „De dag na m'n val was het een rustdag. Tijdens de persconferentie bij het hotel was het heel druk, maar daar stond ik niet zo bij stil. Achteraf bleek dat we de drukstbezochte ploeg van allemaal waren. Op internet zag ik wel dat de bakker in Yerseke bolletjes- trui-tompoucen verkocht. Maar dat die bol letjestrui en die val zoveel teweeg zouden brengen..." Zijn managers Aart Vierhouten en diens vriendin Mirjam Langedijk dachten dat het misschien verstandig was om hem na de Tour wat extra bescherming te geven. De Zeeuwse wielrenner vond het overdre ven. „Ik dacht dat het niet nodig was, maar bij het eerste criterium in Boxmeer, de maandag na de Tour, was ik blij dat er een man was die me een beetje afscherm de. Hij bleef in m'n buurt. Als ik naar hem keek, kwam hij naar me toe om de men sen een beetje van me af te houden. Het was een gekkenhuis. Ik kwam daar aan en kon de auto niet meer uit. Mensen wilden van alles van me. Handtekeningen, foto's, m'n shirt, sokken, handschoenen, ik kan het niet allemaal opnoemen. Alles." Op de terugweg zei Hoogerland tegen Ger da dat hij gek zou worden als dit circus veertien dagen zou doorgaan. Nou, het ging zo door. Een dag later werd hij in de binnenstad van Nijmegen door iedereen herkend. De wielrenner begon langzaam aan te beseffen dat hij een publiek figuur was geworden. De volgende criteriums wa ren hectisch en vermoeiend. „Ik moest er eerder zijn dan de andere renners. Als ik uit m'n auto stapte, wilde iedereen wat van me. Daar ging ik natuurlijk zo veel mo gelijk op in. Daarna werd ik voorgesteld aan het publiek, werd ik soms rondgere den in een open wagen, dat soort dingen. Na afloop was het praten met de pers, weer handtekeningen uitdelen, het hield maar niet op. En als we dan 's avonds laat eindelijk weg wilden rijden, kon dat niet omdat er nog allemaal mensen om de auto stonden. Ik heb geleerd om dan heel voor zichtig een klein beetje extra gas te geven." Toch wende het snel. „Het heeft na tuurlijk ook iets moois. Mensen zijn zo blij met een handtekening of een foto. Je kunt ze echt gelukkig ma ken. Ik heb me er keer op keer over ver baasd. Ik snap dat mensen respect hebben voor mijn doorzettingsvermogen. Maar ik ben nog steeds dezelfde jongen van drie jaar geleden. Ik ga voor m'n boodschappen nog steeds naar de Lidl." In de tussentijd stroomde een leger verzoe ken binnen. Hoogerland laat een mail zien van commercieel manager Frank Kwanten van Vacansoleil. Het is een lange lijst. Van vragen van particulieren om van-alles- en-nog-wat, via verzoeken van liefdadig- Op diverse plaatsen, onder meer in Yerseke, werd hij in een open auto rondgereden; Johnny was een hype geworden. foto Willem Mieras

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 58