16 jaar is overal hetzelfde
boeken117
De erotiek van toevalligheid en anonimiteit
donderdag 15 december 2011
Karl Ove Knausgard werd met
zes autobiografiscishe boeken een
superster in Scandinavië. „Ik moest
een manier vinden om te schrijven
over de dingen van mezelf die ik
niet wist."
door Theo Hakkert
Zijn grijns is mooi. „De Noorse mi
nister van cultuur moest op tele
visie verschijnen om uit te leggen
of dit zomaar kon. Hij werd als
het ware ter verantwoording ge
roepen." Kort voor het nieuwe boek van
Karl Ove Knausgard vorige maand ver
scheen, was de laatste zin ervan uitgelekt.
Die zin luidt: 'Ik ben blij dat ik geen schrij
ver meer ben'.
Half Noorwegen in de boom. Dat kon
Knausgard niet menen. Stoppen met schrij
ven? Moest de regering niet ingrijpen?
Het is amper voor te stellen hoe populair
Karl Ove Knausgard (1968) is in zijn vader
land. Hij heeft er de status van een rockster.
Terwijl zijn reeks van zes boeken verscheen,
wijdden dagbladen complete bijlagen aan
hem. Waar hij overigens gretig aan mee
werkte, want hij kon ook niet weten dat het
vervolgens zo gigantisch uit de klauwen
ging lopen. Toen had hij ook nog het uiter
lijk van een rockster, maar kort voor de reis
naar Amsterdam heeft hij zijn haren laten
knippen.
De faam is te danken aan de boekenreeks
Min Kamp (Mijn Strijd), die uit zes delen be
staat - 'voor mij is het één roman' - en die
geheel autobiografisch is. „Daarom is het
ook zo verbazingwekkend wat er aan de
hand is. De boeken gaan gewoon alleen
maar over mij." Het zal Knausgards genade
loze openhartigheid zijn en hopelijk ook
het gevoel voor literaire kwaliteit dat de No
ren massaal naar de boekhandel heeft gedre
ven. „Zoiets. Het is in elk geval geen scanda
leus boek."
De boeken zijn geheel 'één op één'. Hij
heeft niet iedereen bij naam genoemd,
maar er is niets aan verzonnen. En zo kon
de pers iedereen die erin voorkomt opspo
ren. „Iedereen in mijn leven hebben ze ge
beld. Mijn moeder, mijn schoonmoeder, de
ex van schoonmoeder zelfs, een man van 70
die ergens in het woud woont. Mijn broer,
iedereen. Omdat dit boek echt is. Er zitten
echte mensen in. Iedereen in het kleine
Noorwegen kent wel iemand in het boek."
In Nederland is nu het eerste deel van de se
rie vertaald. Vader. Over de relatie tussen
1 Karl Ove Knausglrd - Vader. Vertaling Ma
rianne Motenaar. De Geus, 25 euro (geb.),
19,90 euro (e-book).
Karl Ove Knausgard en zijn vader. De dood
van zijn vader, daarover moest hij schrijven,
maar hoe? „Ik wilde over mijn vader schrij
ven, niet over alle vaders, niet over dé vader.
Daarom is de titel ook Vader."
Knausgard had daarvóór de roman Engelen
vallen langzaam geschreven, een onwaar
schijnlijk groots, eeuwen omspannend lite
rair feest van verbeelding, theologie en filo
sofie. „Heel erg een roman, deels gesitueerd
in de bijbel. Nu wilde ik het tegenoverge
stelde. Over de dood van mijn vader moest
het gaan, maar ik kon geen vorm of stijl vin
den. Totdat dit proza zich ontwikkelde,
toen ging het snel."
Hij gooide alle schroom af en schreef in
hoog tempo. De reeks Mijn Strijd schreef hij
binnen twee jaar.
Gewoon alles opschrijven wat hij van zich
zelf wist? Dat ook weer niet. „Ik vond veel
meer vrijheid dan ik gedacht had. Het pro
bleem als je over jezelf schrijft, is dat je alles
van jezelf weet en ik moest een manier vin
den om te schrijven over de dingen van me
zelf die ik niet wist."
Hij zou op zijn intuïtie vertrouwen. „De eer
ste honderd pagina's gingen nergens over,
maar ik ging door. Om die taal te bereiken.
In de taal waarin ik over niets kon schrij
ven, kon ik ook over de dood schrijven.
Over de banaliteit van de dood. Maar wat ik
doe, weet ik niet. Achteraf zag ik waarom ik
gedaan heb wat ik heb gedaan. In de eerste
episode in het boek ben ik 16 jaar. De zo
mer toen mijn vader wegging bij ons gezin.
Een soort dood,
zijn eerste dood.
Er zijn overeen
komsten: hij be
gint te drinken,
ik begin te drin
ken. Hij wordt
verliefd, ik word
verliefd. Ik zag
dat patroon later
pas."
Zou hij zo wor
den als zijn va
der, vroeg hij
zich af De 'trage
zelfmoord van
de drank' is aan
hem voorbijgegaan, maar ook hij ging bij
zijn gezin weg. In Malmö werd hij verliefd
op een andere vrouw en bleef.
„Voor mijn vader was het een vrijheidspro
ject. De familie verlaten, een nieuwe vrien
din. Daarbij: alcohol. Er zat een zelfdestruc
tieve kern in hem."
Nog een overeenkomst: „Ik schreef dit toen
ik 40 was, de leeftijd waarop hij ons gezin
verliet. Ik was niet bang hém te worden, of
als hem te zijn. Ik begreep hem opeens. Ik
voelde me opgesloten, net als hij, Ik wilde
daar niet zijn, net als hij. Ik herkende hem
voor het eerst in mij."
Een verklaring voor het succes? „Niemand
in Noorwegen had ooit geschreven zoals ik
schrijf over mijn leven van alledag. Over
een vader die thuis is bij zijn kinderen en
probeert te schrijven. Geboorte, liefde en
het dagelijks leven, daar gaat het over. Geen
dramatische ontwikkeling. Het begint hier
en eindigt daar. Ik zeg wat ik denk en niet
wat ik verondersteld word te denken en zeg
gen. Maar wat gebeurt? Oude vrouwen
schrijven me brieven: 'Toen ik 16 was, ging
dat bij mij net zo'. t6 zijn is overal hetzelfde.
Daar komt het succes vandaan. Terwijl ik zo
persoonlijk en privé probeer te zijn als mo
gelijk is."
Karl Ove Knausgard: „Achteraf zag ik waarom ik gedaan heb wat ik heb gedaan."
foto Marcel Israel
Q Elsbeth Etty (red.) -
De Nederlandse eroti
sche literatuur in 80
en enige verhalen.
Prometheus,
24,90 euro.
door Hans Renders
DE NEDERIA
EROTISCHE'
LITERATUUR]
i»80i«feujivi«r
De erotische memoires van
Casanova, twaalf delen ge
schreven in de achttiende
eeuw, willen we nog steeds lezen
omdat ze zo goed geschreven zijn.
Het blijft een hachelijke zaak om uit
te leggen wat het verschil is tussen
erotiek en pornografie.
Talloos zijn de voorbeelden van boe
ken die op de index zijn gezet omdat
ze als 'pornografisch' werden bestem
peld. Het overkwam Simon Vestdijk,
Anna Blaman, Gerard van het Reve
en vele anderen die wij nu toch echt
tot de literaire canon rekenen. Blijk
baar kan wat eerder als pornogra
fisch ervaren werd, alsnog tot de ero
tische literatuur gerekend worden.
Elsbeth Etty noemt in haar zojuist
verschenen bloemlezing De Neder
landse erotische literatuur in 80 en eni
ge verhalen als essentieel verschil tus
sen erotische literatuur en op instant
bevrediging gerichte pornopulp 'de
ondraaglijke spanning van het uitge
stelde genot'. Voor wie? Als de span
ning van het uitgestelde genot voor
de lezer ondraaglijk is, zou ik het por
nografie noemen en indien voor de
romanpersonages dan erotiek. Porno
grafie is een kwestie van identifica
tie, erotiek van verbeelding. Goede
erotica is 'per definitie goede litera
tuur'. Goede pornografie wordt
nooit tot het einde toe gelezen.
Mannen slagen erin om met behulp
van onpersoonlijke seksscènes aan
hun trekken te komen. Vrouwen, zo
zegt Etty, hebben een verhaal nodig
om hun fantasie op gang te brengen.
'Onze hersens zijn onze voornaam
ste erogene zone', zo citeert ze de
Amerikaanse schrijfster Erica Jong.
Juist om het verhaal intact te hou
den, is deze bloemlezing samenge
steld uit afgeronde verhalen, en niet
uit prikkelende romanfragmenten.
Erotiek is kijken. Meest verrassend
in dat genre vind ik het verhaal
Video van de Surinaamse televisiepre
sentator Guilly Koster. Het onder
scheid erotiek en pornografie is hier
weggevaagd. Een voyeur kijkt door
een spleet in de muur toe hoe een
grote blonde vrouw een orgie beleeft
met twee zwarte mannen. Het ver
haal eindigt verrassend: 'Door de
spleet zag ik dat ze op haar knieën
naar mij zat te staren. 'Kom maar
naar huis, ze zijn weg".
Opvallend is dat erotiek bij de mees
te schrijvers te maken heeft met de
toevallige ontmoeting. Remco Cam-
pert die in het postkantoor tegen
een wildvreemde vrouw die op haar
vingers blies van de kou, zegt: 'Ja, la
gen we maar lekker warm in bed'.
En zo geschiedt.
Om het erotische van de anonimiteit
en de toevalligheid te benadrukken,
wordt vaak een opmerking gemaakt
in de trant van: 'Ik ben zelfs vergeten
zijn naam te vragen'. Lydia Rood ver
telt hoe een directrice een secretares
se zoekt met als selectiecriterium:
'mannelijke kandidaten'. Een bedrijf
leiden, gaat je niet in je kouwe kle
ren zitten. Tegen het einde van de
dag is de directrice moe. Een korte
massage van de 'secretaresse' doet
wonderen: 'O baas, kreunt hij, wat j
ben je lekker nat'. En jawel, 'om ne
gentien over vijf kwam ik klaar, en
om tien voor halfzes zat ik uitgerust
en verfrist klaar om verder te wer
ken'.