'Je hebt het goed gedaan
spectrum 8
Binnen de familie
is de ontvoering van
Toos van der Valk
in 1982 zo'n pijnlijk
onderwerp, dat nog
altijd veel
onbesproken is
gebleven. Voor het
eerst vertelt de
weduwe van
hoteltycoon Gerrit
van der Valk over
haar ontvoering,
in het boek Mijn
ontvoering.
'Ik voel de loop
van het pistool
•tegen mijn slapen'
Zaterdag 26 november 2011
meid'
Na weken vol angst en
wanhoop slaat de rau
we werkelijkheid
abrupt om in liefdevol
le vertedering. 'Je hebt
het goed gedaan hoor,
meid', zegt Gerrit van
der Valk als hij zijn vrouw Toos aan de te
lefoon krijgt. Verlost van haar ontvoerders
is ze terug in de vrije wereld. Toos van der
Valk (8o) kan het zich allemaal nog helder
voor de geest halen. Elk moment, elk de
tail, alles wat ze beleefde en wat door haar
gedachten speelde tijdens de drie weken
lange ontvoering, die 29 jaar geleden het
land in de ban hield.
De vrijdag was al ingeslapen toen Toos
van der Valk thuis in Nuland werd overval
len door twee gangsters, Italianen die
Duits spraken. 'Valks, wo ist Valks? O mijn
hemel. Ze komen voor Gerrit Ze mogen
et niet achter komen dat Gerrit boven is,
gaat het door me heen. Hij zou ziedend
worden, met ze gaan vechten. Er zou ge
schoten worden. Valks oben? Nein. Hoe
kan ik voorkomen dat ze de trap oplopen
en bij onze slaapkamer uitkomen? Hij is
naar het motel. Hij moest nog wat halen.
Mijn zicht wordt ontnomen door de wol
len muts die ze over mijn hoofd trekken.
Ik kan er maar beter voor zorgen dat mijn
man niet wakker wordt Ik geef mijn ver
zet op en voel hoe ik word opgetild door
vier armen. Buiten hoor ik de motor van
een auto draaien. Ruw word ik op de ach
terbank gezet'.
De autorit eindigt bij een flat aan de Frank
lin Rooseveltlaan in Brussel. Drie weken
lang wordt Toos van der Valk hier vastge
houden, gekluisterd in een tentje, haar ar
men en benen vaak langdurig met kettin
gen geketend aan een verwarmingsbuis.
Ze beseft rap dat op haar hoofd een prijs is
gezet 'Tos je moet begrijpen, het gaat niet
o'm jou. Het gaat om geld voor jou. Wij
vragen klein beetje. Jullie hebben heel
veel. Pech dat u was thuis. Wilden niet u.
Wij wilden uw man'.
Toos van der Valk is dan 52 jaar, moeder
van 7 kinderen, maar vooral de echtgenote
van horecamagnaat Gerrit van der Valk.
Haar ontvoering zal nooit meet vervagen.
Bijna elke dag spookt het nog door haar
hoofd. „Er zat zoveel angst om me heen,
maar ook zoveel drang om te overleven
dat ik daarom misschien wel geprobeerd
heb alles vast te houden. Nu nog heb ik al
les in mijn hoofd zitten. Het gekke was dat
we er in de familie maar heel weinig over
hebben gesproken. Iedereen ging na de
ontvoering zijn eigen gang. Ook met mijn
man heb ik er maar heel weinig over ge
sproken. Misschien gebeurde dat wel om
mij geen pijn te doen, om mij niet te vaak'
daaraan te herinneren."
De zwijgzaamheid belette Toos van der
Valk niet om elf jaar geleden al haar beleve
nissen in boekvorm vast te leggen. Een
dagboek van zestig pagina's, gedrukt, ge
bonden, met extra pagina's vol foto's en
krantenknipsels. Toos van der Valk: „Het
is gedrukt in een oplage die precies was af-
door Henk Mees
Toos van der Valk met haar echtge
noot Gerrit na haar bevrijding.
foto ANP
gestemd op alle kinderen plus kleinkinde
ren boven de 18 jaar. Nu krijg ik steeds va
ker te maken met kleinkinderen die blij
ven vragen wat ik heb meegemaakt. Voor
hen is dat boekje niet gedetailleerd ge
noeg." Daarom besloot ze er een echt boek
van te maken.
Aan het boek is een jaar lang gewerkt. Elle
van Rijn, de schrijfster die de ervaringen
optekende, ging zelfs naar een klooster om
daar in een tentje te overnachten, zoals
Toos van der Valk dat zou hebben beleefd.
Alles wat tijdens de ontvoering naar bo
ven komt, wordt in herinnering geroepen.
Haar jeugd in Zuid-Holland, haar zusje dat
op 10-jarige leeftijd aan leukemie overleed,
de oorlogsjaren, Gerrit die ze op haar 17e
leerde kennen, de eigen kinderen van wie
er drie kort na de geboorte overleden, het
horecaleven.
Ze schrijft ook over haar ontvoerders, de
twee die haar meestal in de gaten moesten
houden. De Raaf en de Rat, en de andere
twee die kennelijk hoger in rang waren: de
baas en zijn assistent. Ze onthult welke
tips ze doorgafin de sporadische telefoni
sche bandopnamen voor het thuisfront, zo
als 'de groeten van Beltz', een kennis in
Brussel, en nu een zogenaamd koosnaam
pje voor Gerrit. Of de wens snel weer een
mooie zwarte jurk te kunnen kopen (zoals
ze had gedaan in Brussel). De geheime
boodschappen kregen geen respons. Beltz
werd verstaan als 'Bals'. En oudste dochter
Marijke werd nauwelijks gehoord toen ze
bleef volhouden dat die 'zwarte jurk' naar
Brussel verwees.
Hoe het thuisfront de ontvoering beleefde,
vertelt Marijke van der Valk in het boek.
'Ze hebben ma meegenomen', zei pa met
een gebroken stem. 'Wat?' Ze hebben me
gebeld. Een Italiaan die in het Duits zei:
'Ihre Frau ist weg. Wir haben Ihre Frau. Je
vrouw is er niet meer. We hebben haar
ontvoerd'. Vervolgens werd er opgehan
gen.' Toos van der Valk hoorde van de er
varingen van Marijke voor het eerst toen
ze aan het boek werkte. „Wat zé heeft op
geschreven, is zo emotioneel, zo pijnlijk. Ik
heb een hele dag hier gezeten om alles tot
me door te laten dringen. Er staan een he
leboel dingen in waarvan ik nooit weet
heb gehad. Bijvoorbeeld, wat de jongens
allemaal hebben uitgespookt." De jongens
zijn de zoons van Toos van der Valk. Vrij
wel allemaal zijn ze lid van een schietver
eniging en dat komt nu wel van pas. Op
elke tip, elk vermoeden stuiven ze af In di
verse plaatsen vallen ze 'verdachte' huizen
binnen, ze zoeken helderzienden op en
blijven vooral druk uitoefenen op de poli
tie. De verhoging van het losgeld, van
twee naar tien miljoen gulden, schrikt niet
af. Alle familieleden van de Van der Valk
dynastie hebben toegezegd mee te betalen.
Niemand is bang van de maffia. „De onder
zoeksleider Guus Wesselink vertelde ons
dat het zou gaan om een groep Italianen.
De recherche concludeerde dat het om
een professionele organisatie ging. Waar
schijnlijk de Italiaanse maffia."
Het duurt uiteindelijk bijna drie weken
voordat de politie kan toeslaan. „Aan het
eind van de eerste week kregen we een
anonieme tip dat een flat aan de Klokken-
laan in Den Bosch-Noord bewoond was
geweest door enkele Italianen en dat die
flat nu leeg stond", vertelt de toenmalige
onderzoeksleider Wesselink in een terug
blik. „Toen we daar binnenvielen, bleek al
les opgeruimd en schoongemaakt. Die flat
was de uitvalsbasis voor het observeren
van de familie Van der Valk, maanden
lang. Eén vingerafdruk kon er nog gevon
den worden, onder de wastafel of het aan
recht als ik me goed herinner. Zo konden
we achterhalen met wie te maken hadden.
Geen geflipte idioten, geen mannen die
meteen de kip met de gouden eieren zou
den slachten, luist omdat je met professio
nele ontvoerders te maken had, moest je
heel prudent zijn, het spel meespelen."
De vingerafdruk leidde naar de onderhan
delaar die zich in het Duitse Konstanz
bleek op te houden. Maar het spoor naar
Toos van de Valk bleef uit. Wesselink: „De
Duitse politie had er vreselijk veel moeite
mee dat ze die man niet mochten oppak
ken. Onze prioriteit was echter Toos, die
moest eerst in veiligheid zijn."
Voor Toos van der Valk blijven zich intus
sen de angstige momenten aaneenrijgen.
De ontvoerders worden woedend als ze
een stukje afgescheurd krantenpapier ont
dekken, dat ze via het rooster naar buiten
heeft proberen te smokkelen. 'Toos van
der Valk (België). S.O.S. Ben ontvoerd',
staat erop. 'Tos, jij bent fout! Het is de Raaf
die tegen me schreeuwt. Puttana, puttana!,
roept de ander erdoorheen. Ie bent een vui
le verrader. Wij zorgen goed voor jou en
jij... Met zijn vlakke hand slaat de Raaf me
in mijn gezicht. Aan mijn haren word ik
omhooggesleurd. Mijn armen worden op
mijn rug gedraaid. Ik voel de loop van het
pistool tegen mijn slapen. Nog één keer en
jij bent dood. Begrepen?'
Op dag twaalf mislukt een afgesproken los
geldoverdracht. De ontvoerders ontdek
ken dat toenmalig schoonzoon Joep van
den Nieuwenhuyzen en dochter Carlita bij
de overdracht worden gevolgd door vier
politieauto's. Er moeten nieuwe tussenper
sonen komen. Toos van der Valk noemt
de naam van Jacques Linders, een vriend
van de familie. Uiteindelijk worden Marij
ke en haar man Harry op pad gestuurd
met het gevraagde losgeld: 12,5 miljoen gul
den, verpakt in twee weekendtassen.
Marijke: 'We reden door Duitsland rich
ting Trier. We moesten een smalle weg
door het bos nemen waar palen stonden
met plastic zakken eroverheen. Alles klop
te precies met de beschrijving die we gekre-
gen hadden. Harry zette de auto in z'n vrij,
liet de motor lopen en gaf me een kus. Hij
tilde de koffers uit de achterbak, ik bleef
strak voor me uit staren. Ondertussen tel
de ik in mijn hoofd. Toen ik bij 34 was,
zwaaide de deur naast me open en stapte
Harry in. Rijden!'
Het is al laat op de avond, Toos van der
Valk ligt alweer in haar tentje, als de Raaf
de kettingen vastmaakt voor de nacht.
Maar de vrijheid lonkt. 'Tos, jouw dochter
en haar man Harry hebben goed gedaan.
Marijke en Harry hebben geld gebracht.
Het losgeld is betaald. Dit is laatste nacht
voor jou aan kettingen. Zou het dan nog
echt goed aflopen? Maar wat als ze me he
lemaal niet vrijlaten? Als ze besluiten dat
mijn vrijlating een te groot risico bete
kent? Hun boodschap is duidelijk. Jij moet
weten dat als wij jou vrijlaten, jij nooit iets
mag zeggen. Want als wij worden gepakt,
wij weten, dat is Tos'.
Om te voorkomen dat ze iets van de omge
ving herkent, heeft Toos van der Valk een