O'Hanlons helden achterna Apocalypse now Na de wereldreis per schip in het kielzog van Darwin, is Redmond O'Hanlon terug met de boeiende, hilarische tv-serie O'Hanlons helden. Hij gaat graag terug naar zijn favoriete tijd: de negentiende eeuw. „Er was toen nog een hele wereld te ontdekken." door Monique Brandt TERUGGESPOELD S3 media@wegener.nl media 024-3650570 liSS 1 Zaterdag 26 november 2011 Redmond O'Hanlon - ontdekkingsreiziger, wetenschapper en reisboekenschrijver - dist in hoog tempo de ene na de andere vermakelijke anekdote op over de reis door Mongolië waarvan hij net terug is. Steeds eindigt het in een lofzang op zijn tv-ploeg, die hij 'kunstenaars' noemt. Over een paar dagen gaan ze weer op pad, nu naar Brazilië. Dit allemaal voor O'Hanlons helden, een heerlijke reeks, waarin de Brit, steevast sjou wend met zijn oude rolkoffertje vol boeken, op zoek gaat naar spo ren van zijn helden, veelal onbe kende ontdekkingsreizigers uit de negentiende eeuw. Redmond O'Hanlon werd bekend bij het Nederlandse kijkerspubliek tijdens het grote Beagle-avontuur van de VPRO uit 2009. Zijn gevoel voor humor, zelfspot en kennis, maakten hem tot lieveling van de kijkers. „Opeens kreeg ik in de ga ten dat dat getoeter en gezwaai als ik in Amsterdam liep, voor mij was bestemd. Verbijsterend!" Hij schreef menig reisboek, maar schrijven is een gepasseerd station. „Ik heb alles geschreven wat ik wil de schrijven. Filmen is geweldig. Wat mij betreft, maak ik er nog een stuk of dertig. Het is geweldig met een filmploeg op reis te zijn. Je bent nooit alleen, als je je klote voelt, is er altijd wel iemand om te gen te praten. Reizen is nog steeds het mooiste wat ik kan doen in mijn leven, maar dan wel met een filmploeg met mensen die alle maal net zo getikt zijn als ik. Dit is echt een jongensdroom." In de nieuwe serie maken kijkers kennis met O'Hanlons grote hel den uit de negentiende eeuw, de tijd waarin hij zelf het liefst gebo ren had willen zijn. „Er was toen nog een hele wereld te ontdekken, dat is toch geweldig?!" In die tijd maakte de mensheid op het gebied van kennis een enorme sprong. Veel raadsels werden opge- sterk concurrerende paleontolo gen uit de tijd van Buffalo Bill, die in het Wilde Westen zochten naar dinosauriërsbotten. Ook vertrekt hij naar Spitsbergen, van waaruit Samuel August Andrée in 1897 een poging ondernam de Noordpool over te steken per ballon. In Mon golië reist O'Hanlon in het kielzog van ontdekkingsreiziger Nikolai Michailovitsj Przewalski, die deels werd betaald door het Russische ministerie van oorlog om de on ontdekte gebieden tussen Rusland en Tibet in kaart te brengen. In de Amazone volgt hij aanwijzingen van de Brit Percy Fawcett, die over tuigd was dat hij er de exacte loca tie van Eldorado had gevonden. Volgens O'Hanlon brengen deze reizen hem voor zijn gevoel heel dicht bij zijn helden. „De teksten die ze schreven, gaan opeens heel erg leven, je herkent dingen die ze toen al beschreven en die er nu nog zijn. Op die momenten voel ik me echt alsof ik in de negentien de eeuw ben en verwacht ik bijna dat ze opeens over de heuvel ver derop aan kunnen komen rijden." Het reizen verlost hem van zijn de pressies. Relativerend: „Ik weet nu dat er meer is dan zestien uur per dag in bed liggen met mijn kat. Dat doe ik anders namelijk. Het schrijven mis ik niet. Ik schreef al tijd 's nachts, dé momenten dat de personages uit je boeken tegen je praten. Als het goed gaat, zijn het de beste momenten uit je leven, het gevoel dat je lichaamsloos bent, je hoort alleen die persona ges die hun verhaal vertellen. Maar ik ben er klaar mee. Laat mij nog dertig films maken en dan sterven terwijl ik van een kameel val. Of in een andere exotische setting." O'Hanlons helden. Vanaf morgen (zondag 27 november) acht we ken op Nederland 2, 20.15 uur. Reageren? redactie.media@wegener.nl Schrijven is een gepasseerd station voor Redmond O'Hanlon. „Ik heb alles geschreven wat ik wilde schrijven. Filmen is geweldig. Wat mij betreft, maak ik er nog een stuk of dertig." foto CPD/VPRO lost. Verantwoordelijk waren de naturalisten: wetenschappers en avonturiers die de hele wereld af reisden. Soms briljante onderzoe kers, soms charlatans of zich verve lende rijkelui, die per ongeluk de meest wilde ontdekkingen deden. „Nadat we eerst Darwin deden, moesten we nu zo ver mogelijk bij hem vandaan blijven. Samenstel ler Roel van Broekhoven is dol op politiek, zo kwamen we op een combinatie van ontdekkingsreizi gers met een geheime agenda." De zoektocht levert een boeiende en hilarische serie op, met soms choquerende conclusies. Zoals tij dens de reis door Gabon - in het kielzog van Paul du Chaillu - als ouders vertellen hoe hun kinderen geroofd werden als offer ten behoe ve van geheime rituelen. Zelf bezit O'Hanlon een talisman uit Congo, waarin een kindervinger zou zijn verwerkt. Hij zegt niet te geloven in amuletten, al was hij bijna hys terisch toen hij de talisman ver loor tijdens een alcoholovergoten avond in Rotterdam, vertelt hij uit voerig. „Het personeel gooide de inhoud van dertien vuilnisbakken op straat, om tussen de rotzooi te zoeken naar het zakje, dat nog werd gevonden ook. Ik kreeg het in een keurig kistje, rijkelijk be sproeid met een sterk parfum." O'Hanlon reist ook door de VS, op zoek naar voetsporen van Othniel Marsh en Edward Drinker Cope, In de serie Teruggespoeld staat wekelijks de spot gericht op een filmklassieker die op veel mensen een onuitwisbare indruk heeft gemaakt. Er zijn tal van redenen waarom ik 'Apocalypse now' (1979) mee zou ne men naar een onbewoond eiland. Het Vietnam-epos van Francis Ford Coppola beeldt de waanzin van oorlog heel overtuigend uit. Nooit eerder was de toon van een film zo realistisch en was een film over oorlog behalve realistisch ook surrea listisch. De grens tussen wat aanvoelt als echt en wat aanvoelt als een nachtmerrie, wordt steeds vager naarmate de film vor dert En niet eerder was Marlon Brando zo kort en gelijktijdig zo overdonderend aan wezig in een film. door Johan van de Beek Ik zou kunnen kiezen voor de onvergetelij ke oneliners die de film opleverde en die nu nog door liefhebbers worden geciteerd, zoals: 'I love the smell of napalm in the moming'. Ik kan een eerbetoon schrijven over de scène waarin Coppola op weergalo ze wijze een helikopteraanval op een Viet namees dorp toont. Maar de liefde voor de ze film zit dieper dan dat allemaal. De Ame rikaanse schrijver Norman Mailer zei ooit dat de enige ervaringen in het leven van een mens, de ervaringen zijn waarvan je de afloop niet kunt voorspellen. Dat was, volgens hem, de ware definitie van existen tialisme. Alleen die ervaringen maken je als mens completer. Niets zo dodelijk als el ke dag hetzelfde doen, risico's mijden en controle willen hebben over de omgeving. Coppola deed met 'Apocalypse now' pre cies dat laatste niet Hij nam een boek - Jo seph Conrads roman 'Heart of darkness' - als uitgangspunt, liet John Millius een sce- de bijna drie jaar durende productie diver se keren op de rand van waanzin. Dat pro ces van bijna-gek worden is in de documen taire 'Hearts of darkness' (1991) vastgelegd op basis van film- en geluidsopnames van Eleanor Coppola, zijn vrouw. Ook die film zou ik meenemen naar een onbewoond ei land, omdat het nog meer diepte en beteke nis geeft aan de artistieke en persoonlijke heldenmoed die nodig was om een film als 'Apocalypse now' te maken. Een collega zegt over deze film altijd: 'zo maken ze ze niet meer'. Cliché, maar in dit geval zeer waar. Niet alleen steekt geen stu dio nog geld in een project waarvan de be denker tot op de laatste dag voor de premiè re op het filmfestival in Cannes niet wist welk einde de film moest hebben, artiesten die zoiets kunnen of durven zijn er ook niet meer. Je hebt filmmakers. Je hebt effec ten. En je hebt films. Zeker. Maar waar is de filmmaker met een grootse visie? De grens tussen echt en nachtmerrie wordt in de loop van 'Apocalypse now' steeds vager. nario maken en paste tijdens de opnames elke dag het scenario aan. De voortdurende twijfel over de vraag of hij bezig was met een episch meesterwerk of een megaloma ne, pretentieuze film, brachten hem tijdens

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 107