io nova zembla Op Nova Zembla werd een Ze wilden een noordelijke vaarroute naar Azië vinden, maar Willem Barentsz en consorten strandden op Nova Zembla. Sindsdien is 'de overwintering' onderdeel van ons collectieve geheugen. Na toneel, gedichten en boeken is er nu de film. woensdag 23 november 2011 zie onze website:binnenland Ook nu: museum vol gevonden voorwerpen Nova Zembla door Joost Sijtsma Het is een van de beroemdste verha len uit de vader landse geschiede nis, de overwinte ring op Nova Zembla. Willem Barentsz werd een beroemdheid, mede dankzij Gerrit de Veer die een verslag pu bliceerde over het verblijf in het Behouden Huys. Een totaal mis lukte reis groeide zo uit tot een heldenepos. Een verhaal dat in de loop der eeuwen is verteld in to neelstukken, gedichten, boeken en liederen. „Het is heel mooi dat je al die verschillende vormen ziet. Dat het verhaal nu in een 3D-film wordt verteld past heel goed in die traditie", vertelt historicus Hans Gramberg, schijver van het geschie denisboek De overwintering op No va Zembla. Het doel van de expeditie in 1596 was een noordelijke route naar Azië te vinden. Tijdens de scheeps reizen via Kaap de Goede Hoop eisten de hitte en besmettelijke ziektes veel levens. Ook was deze zuidelijke route gevaarlijk door de aanwezigheid van Spaanse en Por tugese schepen, de vijanden van de Republiek. De noordelijke rou te zou ook korter zijn, zo dacht men. Een eerste reis onder bevel van Cornelis Cornelisz Nay beves tigde de mogelijkheid van een noordelijke route. Er werd een handelsexpeditie georganiseerd, maar deze tweede reis - ook onder bevel van Cornelisz Nay - misluk te. De vier schepen kwamen vast te zitten in het ijs. Willem Ba rentsz had deze twee reizen mee gemaakt en hij wilde het nog wel eens proberen. Op 10 mei 1596 ver trokken twee schepen, waarvan de namen nu onbekend zijn, uit de haven van Amsterdam. Eén stond onder bevel van Jan Cornelisz Rijp en op het tweede schip, met vijf tien bemanningsleden, was Jacob van Heemskerck de bevelhebber. Barentsz was opperstuurman op dit laatste schip en hij had de lei ding van de expeditie. De twee schepen gingen bij Bereneiland, zo genoemd naar de ijsbeer die de Hollanders hier in een gevecht doodden, uiteen. Reden was one nigheid over de route tussen Rijp en Van Heemskerck. Rijp probeer de Spitsbergen ten oosten te passe ren en Van Heemskerck wilde ver der naar het oosten varen. Het schip van Rijp strandde echter in het ijs waarna hij besloot terug te keren naar de Republiek. Barentsz en Van Heemskerck kre gen al vrij snel de kust van Nova Zembla in zicht. Zij passeerden de noordkust maar door het ijs kon den zij niet verder. Terug konden zij ook niet meer. Het schip dreef naar Nova Zembla waar het vast vroor in het ijs. Het schip bood niet genoeg bescherming tegen de vorst, daarom werd besloten met hout van aangespoelde bomen een onderkomen te bouwen op Nova Zembla, het Behouden Huys. De bemanning bracht in het huis de winter door. In juni 1597 probeerden de Hollanders in twee sloepen terug te varen naar de bewoonde wereld. Willem Ba rentsz overleed een week na ver trek. Eind augustus bereikten twaalf man, onder wie Jacob van Heemskerck en Gerrit de Veer een 'Er was in die tijd geen aandacht voor persoonlijke gevoelens' Russische nederzetting. In 1598 verscheen het verslag van Gerrit de Veer Waerachtighe Beschryving- he van drie seylagien, ter werelt noyt soo vreemt gehoort), dat direct een bestseller werd. „Het verhaal van De Veer sprak direct al tot de verbeelding omdat het een oogge- tuigeverslag was en al snel na de overwintering werd uitgegeven", zegt Gramberg. „Hij schrijft feite lijk, eigenlijk quasi-wetenschappe- lijk. Er was in die tijd geen aan dacht voor persoonlijke gevoelens. Je mag aannemen dat er in zo'n groep tijdens de overwintering wel spanningen ontstonden, maar Gerrit de Veer schrijft daar niet over. Hij heeft het wel over de kou en dat ze alles potdicht maakten en daardoor bijna stikten door de koolmonoxide." Het verhaal van de overwintering is volgens Gramberg nooit uit de collectieve beleving verdwenen, hoewel er in sommige periodes wel meer aandacht voor was. „In de 19de eeuw zie je bijvoorbeeld een piek, vooral door het beroem de gedicht van Hendrik Tollens, waarin de vaderlandsliefde wordt benadrukt." In zijn boek schrijft Gramberg dat hele generaties schoolkinderen zijn opgegroeid met de school plaat van Johan Herman Isings, die in 1950 is gemaakt. „In de loop der tijden is het verhaal qua sfeer aan de tijdgeest aangepast, Isings benadrukte het heroïsche." Gramberg heeft een paar voorstuk jes van de film gezien en volgens de historicus is er geprobeerd het verhaal authentiek te brengen. „Het ziet er verzorgd uit. Ik weet dat Oerlemans ook altijd gefasci neerd was door deze geschiedenis. Hij vertelt het verhaal door de ogen van Gerrit de Veer, met de verliefdheid tussen hem en de ach- terblijfster, de dochter van de be kende predikant, cartograaf en ster renkundige Plancius. Of Plancius inderdaad een dochter heeft gehad weet ik niet. Wel is in het begin van de 20ste eeuw het verhaal ook eens belicht vanuit het perspectief van de achterblijvers. Zo heeft ie dere tijd zijn eigen invalshoek." «Mist

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 10