221 zeeland Jongens willen geen juf worden De meester van vroeger als voorbeeld Dansen en liedjes zingen is niet stoer LERARENOPLEIDING Mannen zijn schaars in het basisonderwijs, en ook bij de oplei ding tot leerkracht basisonderwijs. Het percentage jongens op de pabo in Vlissingen is sinds 2000 gedaald van 18 naar 11. Mannen en vrouwen op de pabo van de HZ dinsdag 22 november 2011 44 Dat is het percentage jongens dat dit studiejaar begon aan de pa bo-opleiding in Vlissingen. door Cornelleke Blok De pabo in Vlissingen laat jongens in het eer ste jaar van hun studie niet meteen stage lo pen bij de kleuters. Dat schrikt te veel af. „Voor jongens die net van de mid delbare school afkomen, is het moeilijk om te werken met 4-jari- gen", zegt pabo-directeur Henk Zielstra. „Ze hebben moeite met de verzorgende aspecten die daar bij horen." Ook worden de weinige jongens die er op de pabo zijn, samen in één klas geplaatst. „Want het is niet eenvoudig om als enige jon gen in een klas van 24 meiden te zitten." Daarnaast kunnen jongens op de pabo van de HZ in hun op leiding vakken volgen op het ge bied van techniek en sport. Daar wordt ook aandacht aan besteed in voorlichting aan middelbare scholieren. Zielstra: „We willen de studie graag aantrekkelijker maken voor jongens, want het beroep van leerkracht is zeker geen vrouwen beroep." Het ei van Columbus is nog niet gevonden. Dit studiejaar begon nen 17 jongens aan de pabo van de Hogeschool Zeeland, ten opzichte van 138 meisjes. „We doen er wat aan, maar het is moeilijk om de aantallen jongens en meisjes echt te veranderen", zegt Zielstra. „Het is nu eenmaal een gegeven dat er veel meer meisjes op de pabo zit ten. Voor ons is het belangrijk om kwalitatief hoogwaardig onder wijs te geven." Ook andere pabo's proberen met allerlei maatregelen meer jongens te trekken. Zo worden wervingsfol ders meer aangepast op jongens en worden andere werkvormen uitgeprobeerd. De maatregelen hebben tot nu toe nauwelijks effen: landelijk is 18 procent van de pabo-studenten man, blijkt uit cijfers van het Sec torbestuur Onderwijsarbeids markt (SBO). Gerda Geerdink, lector 'seksediver siteit in het onderwijs' bij de Hoge school Arnhem en Nijmegen, wijst een aantal oorzaken aan voor het geringe aantal jongens dat kiest voor het beroep van leer kracht. „Jongens kiezen vaker voor beroep waar de 'buitenkant' be- Öp Zeeuwse basisscholen staan steeds minder mannen voor de klas. De PZC besteedt in een korte serie aandacht aan dit onderwerp. Vandaag deel 2. langrijk is. Ze gaan voor goede se cundaire arbeidsvoorwaarden, zo als een auto of laptop van de zaak. Vrouwen willen vaker een beroep dat ze echt interessant vinden. Daarnaast is het aantal mannen niet zozeer afgenomen, maar het aantal vrouwen in het hoger on derwijs is de afgelopen decennia ontzettend gegroeid. Vrouwen houden zich graag bezig met men sen, en kiezen vaker voor zorg, on derwijs en welzijn. En dus ook voor de pabo. Ook is het sinds de jaren negentig veel meer geaccep teerd dat leerkrachten deeltijd kun nen werken. Dat maakt het beroep voor vrouwen aantrekkelijker." Het beroep van leerkracht heeft bovendien minder aanzien gekre gen, doordat er meer vrouwen in werkzaam zijn. „Dat zou jongens ervan kunnen weerhouden om voor de pabo te kiezen", denkt Geerdink. Jongens kiezen niet alleen minder vaak voor de pabo, ze verlaten de opleiding ook vaker zonder diplo ma: 40 procent van de jongens op de pabo stopte in 2010 met de op leiding, ten opzichte van 25 pro cent van de meisjes. De pabo in Venlo experimenteert om die re den sinds september met geschei den lessen - in de vakken rekenen en natuur 8c techniek - voor man nelijke en vrouwelijke studenten. Geerdink: „Pabo's in Nederland zijn over het algemeen meer ge richt op vrouwelijke dan op man nelijke studenten. Er is in de oplei ding veel aandacht voor leerproces sen, en de ontwikkeling van het kind. Dat zijn natuurlijk heel be langrijke zaken, maar jongens heb ben andere verwachtingen van hun toekomstig beroep. Ze zien een leerkracht als iemand die heel veel kennis overdraagt. Zij vinden de pabo-opleiding daarom minder interessant en haken sneller af." Op de basisschool wist Youssef Ahrouch (23) uit Vlissingen het al zeker. Hij wilde leraar worden. „Ik had zo'n leuke meester, Jurjen Swiers heette hij. Hij was mijn voorbeeld. Hij was sportief en kon goed voet ballen. Het was een feestje om bij hem in de klas te zitten. Ik keek te gen hem op. Door hem wilde ik ook leraar worden. Die droom is nooit vervaagd." Dat jongens op de pabo in Vlissin gen in de minderheid zijn, kan Youssef weinig schelen. „De pabo wordt bestempeld als vrouwenop leiding. Waarom weet ik niet, want het is absoluut niet zo. Ik heb er geen rekening mee ge houden bij mijn studiekeuze. Ik heb gekozen voor mezelf. Ik wil kinderen begeleiden in hun ont wikkeling. Zij zijn de toekomst. Als ik ze daarbij kan helpen, geeft dat enorm veel voldoening." Youssef is bijna klaar met zijn pa bo-opleiding. Hij gaf de afgelopen maanden al les op de Ravenstein- school in Vlissingen. „Op die school zitten veel allochtone kinde ren. Ik merk dat ik een voorbeeld functie heb. Ze kijken enorm te gen me op. Ik voetbal bij Groene Ster in Vlissingen. De kinderen zit ten altijd op de tribune en ik trap regelmatig een balletje met ze. Ik Youssef Ahrouch uit Vlissingen heb vooral invloed op de jongens, omdat we overeenkomstige interes ses hebben. Daardoor is het voor mij ook veel makkelijker om ze te foto Marcelle Davidse corrigeren." Hij glundert. „Het ef fect dat mijn meester destijds op mij had, heb ik nu op die kinde ren." 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Donja Odijk bron: Hogeschool Zeeland Stond hij daar met een groep studenten kinderdansjes te doen en liedjes te zingen. Ja, daar moest pabo-student Henk Treurniet (20) uit Middelburg zich wel even overheen zetten. „Ik voel de me heel erg kinderachtig. Zeker als jongen voel je je dan niet be paald stoer." Maar ja, ook dat on derdeel hoort bij de pabo-oplei ding. Hoewel sommige jongens zich er door laten afschrikken, zette Henk door. „Tijdens de stages merkte ik waarom ik de opleiding volgde en waarom ik het bleef doen." Tegen de stage in de kleuterklas zag hij wel op. „'Die kinderen zijn heel erg klein', dacht ik van tevo ren. Hoe jonger ze zijn, hoe min der zelfstandig. Je hebt als leraar echt een zorgtaak. Maar uiteinde lijk was de stage heel gezellig. Ge lukkig hoefde ik geen luiers te ver schonen, en als je eenmaal bezig bent, voelt het niet raar om liedjes te zingen met die kinderen." Het is duidelijk: Henk wil het liefst lesgeven in de bovenbouw. Dat wist hij al toen hij in groep 8 van de basisschool zat. „Ik denk dat mijn eigen meester heel belang rijk is geweest. Door hem dacht ik: dat wil ik ook doen. Hij was het enige voorbeeld van een meester dat ik had. Ik wil vooral graag ken nis overdragen. Ik geef nu buiten landse kinderen Nederlandse les Henk Treurniet uit Middelburg. op een school in Rotterdam. De ene dag leer ik ze bijvoorbeeld om 'ik ben' te zeggen en de volgende foto Marcelle Davidse dag merk ik dat ze het al uit zich zelf zeggen. Dat vind ik enorm leuk om te zien."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 38