121 volksvertegenwoordiging
Ahmed Marcouch:
geleerd van het leven
Magda Berndsen:
bagage komt van pas
Voorzitter Gerdi
Verbeet wil meer la
ger opgeleiden met
een gezonde portie
levenservaring in
'haar' Tweede
Kamer. Dat zou de
aloude kloof tussen
burger en Haagse
politiek versmallen.
Maar wanneer is
een Kamer eigenlijk
representatief?
zaterdag 19 november 2011
De Kamer
is van ons
door Dewi Cigengack
en Joost de Poel
zie onze website:binneniand
'Even dimmen'; Opvallend taal
gebruik inde Tweede Kamer
Sinds minister-presi
dent Rutte en PW-lei-
der Wilders elkaar toe
riepen 'eens effe nor
maal te doen', groeit
de bezorgdheid over
taaiverruwing in het parlement.
Kamervoorzitter Gerdi Verbeet
ziet ook voordelen: het platvoerse
taalgebruik kan er zomaar voor
zorgen dat lager opgeleiden zich
weer gaan herkennen in hun volks
vertegenwoordiging. En dat zou
pure winst zijn. Verbeet is duide
lijk: het mag wel iets minder met
de diploma-democratie. Het is
hoog tijd voor meer lager opgelei
den in de voormalige Haagse
Heerensociëteit.
De cijfers spreken in het voordeel
van de Kamervoorzitter: 90 pro
cent van haar collega's is minstens
hbo-opgeleid. In de rest van Neder
land is dat slechts 30 procent. Een
scheefgroei die haaks lijkt te staan
op artikel 50 van de Grondwet
waarin staat dat 'de Staten-Gene-
raal het gehele Nederlandse volk
vertegenwoordigen'.
Maar hoe belangrijk is het eigen
lijk dat de Tweede Kamer een af
spiegeling is van de Nederlandse
maatschappij?
In principe heeft het alleen symbo
lische waarde, relativeert politico
loog Jacques Thomassen. Het
maakt niet zoveel uit of iemand
hoog of laag is opgeleid, man dan
wel vrouw is, homo of hetero. De
emeritus hoogleraar van de Uni
versiteit Twente heeft onderzoek
gedaan naar representativiteit in
de politiek. Nu zijn 61 van de 150
Kamerleden vrouw. Maar voor het
vertegenwoordigen van politieke
opvattingen zouden er in theorie
ook 150 mannen in het parlement
kunnen zitten, stelt hij.
„Maar daar kun je tegenwoordig
niet meer mee aankomen, vanwe
ge de emancipatie. Mensen vinden
een redelijke afspiegeling belang
rijk, dus is het belangrijk voor de
geloofwaardigheid van de Kamer."
Politicoloog André Krouwel van
de Vrije Universiteit in Amster
dam ('Ooit zelf begonnen als ma
vo-klantje') ziet niets in het plei
dooi voor meer lager opgeleiden.
„Mensen met niet zo'n hoge oplei
ding zijn uiteraard van harte wel
kom in de politiek. Maar me
vrouw Verbeet heeft een zeer be
perkte visie op de term representa
tie. Ze heeft het idee dat het beleid
beter wordt als politici in het parle
ment op 'ons' lijken, of een soort
gelijk leven leiden. Dat is onzin.
We hebben ooit besloten dat de
Tweede Kamer bestaat uit slechts
150 mensen, dat is een zeer be
perkt aantal. Het parlement is ooit
bedoeld om de slimste mensen de
beslissingen te laten nemen. Daar
is niets mis mee, zolang je ieder
een maar stemrecht geeft."
Thomassen wijst erop dat het Ka
merlidmaatschap nog altijd een be--
roep is. „Je bent medewetgever en
controleert de regering. Daarvoor
hoefje niet per se een diploma te
hebben, maar je moet het wel kun
nen. Anders ben je geen goede
volksvertegenwoordiger."
Veel mensen verkeren in de veron
derstelling dat met de groei van de
PW het aantal lager opgeleide Ka
merleden ook aan een snelle op
mars bezig is. Maar de meeste ver
tegenwoordigers van de partij die
zich graag afficheert als 'van het
volk' hebben ook hun diploma's
op zak.
„Waar het uiteindelijk om gaat, is
dat politici inhoudelijk representa
tief zijn voor de kiezers en hun
ideeën", zegt Krouwel. „En dan
mogen volksvertegenwoordigers
allochtoon of autochtoon zijn,
goed of slecht opgeleid. Dat inte
resseert me niks."
Ook hoger opgeleiden kunnen
zich inleven in de wereld van men
sen 'aan de onderkant van de sa
menleving', beaamt Thomassen.
„Maar er zijn Kamerleden die bij
wijze van spreken Den Haag nog
nooit uit zijn geweest. Die zijn na
hun studie ambtenaar of fractie
medewerker geworden en daarna
direct de Kamer ingegaan. Dat is
een veel groter probleem."
Ook voorzitter Verbeet wil dol
graag meer mensen met levenser
varing in 'haar' Kamer. „Maar als
Verbeet werkelijk iets wil doen
aan een representatieve Kamer,
dan moet ze beginnen bij haar ei
gen partij", vindt Krouwel. „De
PvdA recruteert regelmatig Kamer
leden die een hoge opleiding heb
ben en nogal jong zijn. Die jonge
ren denken: 'Ik ga in de Kamer zit
ten, dat is goed voor mijn netwerk
en mijn cv'. Het nadeel is dat ze
soms te jong in de Kamer komen
en ook snel vertrekken, waardoor
ze nog geen macht hebben opge
bouwd en niet in staat zijn een mi
nister tegen te spreken, laat staan
die van hun eigen partij."
Het enige kenmerk dat wél een
verschil maakt, is de regio waar de
Kamerleden vandaan komen, zegt
Thomassen. „Het blijkt dat een
parlementariër die uit een bepaal
de regio buiten de Randstad komt,
zoals Limburg of Groningen, zich
vertegenwoordiger voelt van dat
gebied. Regionale belangen wor
den dus wel degelijk beter behar
tigd als die regio is vertegenwoor
digd in de Kamer."
-Krouwel: „Ik kan me voorstellen
dat mensen kijken naar het gebied
waar volksvertegenwoordigers van
daan komen. Dat ze in de gaten
houden of er bijvoorbeeld genoeg
Limburgers in het parlement zit
ten. Daar zit nog een bepaalde logi
ca in. Maar toch denk ik dat de
cum laude aan Harvard afgestu
deerde politicus, als hij goed is,
ook weet wat er in Limburg
speelt."