Softenonkind en 9 spectrum Ik viel met beenprotheses, maar zonder armen kon ik me niet opvangen Zaterdag 19 november 2011 proefkonijn Een erfenis van 4 jaar 1 oktober 1957: Thalidomide komt op de markt onder verschillende merk namen, waaronder softenon. 1960: Het middel wordt inmiddels in veertig landen gebruikt Juli 1961De Australische gynaecoloog McBride vraagt zich af of er ver band is tussen de aangeboren afwijkingen en het gebruik van thalidomide. 18 november 1961: De Duitse arts Lenz spreekt op een congres over de ernstige bijwerkingen van thalidomide. December 1961: Het medicijn wordt van de markt gehaald 1974: Eerste schadevergoedingen aan slachtoffers. Lucia Feijen: „Door mijn handicap mocht ik niet op paardrijles, maar ik mocht wel op een Shetland-pony hobbe len. Toen het rijden zelf te zwaar werd, ging ik mennen." foto Vincent Jannink/GPD oordeling Geneesmiddelen) die medicijnen beoor deelt voordat ze gebruikt mogen worden en die de bevoegdheid heeft medicijnen van de markt te ha len." Een jaar geleden besloten Nederlandse softenon- slachtofFers zich te verenigen in de Stichting Nesos. De stichting heeft als doel hun gemeenschappelijke belangen te behartigen. Feijen: „Als kind kwamen we ook wel samen, maar die bijeenkomsten waren eigenlijk vooral voor onze ouders bedoeld." Nu ze al lemaal rond de 50 zijn, zoeken ze elkaar weer op. „De laatste jaren is er meer behoefte aan contact om dat onze klachten toenemen." Door de fysieke beper kingen is sprake van eenzijdige belasting van het lichaam. „Jij kunt je koffiekopje op wel twintig ma nieren vastpakken, ik maar op één manier en daar door ontstaan na jaren klachten." Door de klachten en pijn raken veel softenonslachtof- fers alsnog werkloos. „Als je je baan verliest, ben je ook je aangepaste auto kwijt. Mensen komen dan in een isolement terecht. Wat wij willen, is erkenning door de Nederlandse staat dat we er zijn", zegt Fe ijen. „Softenon is nooit officieel erkend als aandoe ning, daardoor passen wij niet in het bestaande zorg systeem. Bovendien is de Staat destijds in gebreke ge bleven door het toelaten van softenon terwijl uit het buitenland al negatieve signalen kwamen." Feijen en de anderen vechten ook voor meer deskun digheid bij artsen. Op hun initiatief kwam er één ex pertisecentrum waar artsen met hun vragen terecht kunnen. „Wat veel artsen niet weten, is dat de ze nuwbanen en bloedvaten anders kunnen lopen. Als ze dat niet weten, kan dat bij ingrepen nare gevolgen hebben. Bij een operatie is wel eens per ongeluk de aorta doorgesneden omdat die ergens anders lag. Of de tandarts geeft links een verdoving, maar die be gint rechts te werken." In Duitsland werden in de jaren zeventig bijna drie honderd rechtszaken aangespannen tegen het farma- ciebedrijf Grünenthal, dat het middel op de markt bracht. Uiteindelijk werd een schikking getroffen en stopte Grünenthal 50 miljoen in een pot die als smar tengeld verdeeld werd onder de erkende Duitse en Nederlandse slachtoffers, naar gelang de ernst van de handicap. „Het kromme is dat Grünenthal nooit schuldig is bevonden. Ook liggen de schadevergoe dingen hier gemiddeld drie keer lager dan die slacht offers in andere Europese landen kregen." Feijen werd met veel moeite uiteindelijk psychothe rapeut. Inmiddels werkt ze al twintig jaar bij de GGZ Drenthe. Ze herinnert zich hoe ze vroeger werd ge bruikt als proefkonijn en studieobject. „Dan werd ik weer eens geopereerd en stonden er wel tien witte jassen aan mijn bed. Softenonkinderen werden ge zien als hartstikke interessante 'objecten'. Er werd met ons geëxperimenteerd. Met protheses bijvoor beeld om ons zo normaal mogelijk te laten lijken. Er zijn slachtoffers waarbij zelfs een ledemaat werd ge amputeerd om de prothese passend te kunrten ma ken." Als kind heeft ze een tijdje armprotheses gehad. „Ik had een soort harnas om en twee gasflessen op de rug die de hydrolyse prothesen voorzagen van brand stof. Liep je daar als 4-jarige met die gasflessen op je rug." Ook beenprotheses kreeg ze. „Maar ik bleef val len met die dingen. En zonder armen kun je je val niet opvangen." De operaties hadden vaak ver van huis plaats en de helft van haar jeugd bracht ze door in ziekenhuizen of revalidatieklinieken. „Eenzaam was het, de hele dag in bed liggen. Ik herinner me dat ik de gaatjes in het plafond telde." Ooit werd ze van de kinderafde ling gehaald en apart gelegd, want ze was 'te eng' voor de andere kinderen. „Furieus was mijn moeder toen ze het hoorde, en het is snel teruggedraaid." Veel moeders van softenonkinderen voelden zich schuldig. Daardoor gingen de kinderen zich sterker voordoen dan ze waren, zegt Feijen. „Je ging makke lijk over je grens heen, wilde het niet erger maken dan het al was. Het moeilijkst van alles is het afhankelijk zijn van an deren, vindt Feijen. Haar hulphond Massa ligt naast de bank. Hij trekt 's ochtends het dekbed van haar af, trekt aan de touwtjes van de deurklinken om de deuren open én dicht te doen. Dan is er nog de hulp die helpt met aankleden, de huishoudelijke hulp en de hulp voor de paarden. „Een aanzienlijk deel van mijn inkomen gaat op aan hulp." Maar ze is blij dat ze zelfstandig kan wonen. En dat ze de mogelijkheid heeft om de paarden bij huis te houden. Haar liefde voor paarden begon al op 6-jarige leeftijd. „Door mijn handicap mocht ik niet op paardrijles, maar ik mocht wel op een Shetland-pony hobbelen. Dat was eigenlijk veel gevaarlijker", lacht ze. Toen het rijden zelf te zwaar werd, ging Feijen mennen. Ze rijdt op hoog niveau mee in de dressuurwedstrijden. „Na tuurlijk is de verzorging van de paarden zwaar, maar ik hou ze zolang het gaat." j reageren? spectrum@wegener.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 113