13
Onderwijs is wél blij met
label voor probleemgedrag
JH
p--1
tj
A
'Als je ziet dat er behandeling nodig is, is er ook een diagnose nodig
om deze te kunnen bieden'
Bezuiniging
<*«sccilculte 'Wwtfe
ff -ar. |j
Bekostiging
Consequentie
Volop overlap in stoornissen
Psycholoog Oda Bauhuis
zaterdag 12 november 2011
De overheid vraagt zelf
om 'labelkinderen'. Zon
der diagnose is er immers
geen geld voor een behan
deling. Het onderwijs is
er blij mee.
door Dick Hofland
Sommige kinderen zijn, om
met cabaretier Jochem My-
jer te spreken, heel, heel,
hééééél druk. Maar heb
ben ze dan ADHD of PDD-NOS?
Dat is dus de vraag, vindt staatsse
cretaris Veldhuijzen van Zanten
(Volksgezondheid). Volgens haar
krijgen kinderen met afwijkend ge
drag te vaak en te snel het label op
geplakt dat ze iets mankeren. En
daar wil ze vanaf
„Ik heb geen idee waarop ze haar
bewering baseert", zegt de Helder-
se jeugd- en kinderpsychiater M.
Pam. „Er zijn in elk geval geen we
tenschappelijke bewijzen voor. Ze
gaat volledig voorbij aan de vraag
wie bepaalt of een diagnose en de
daarop eventueel volgende behan
deling terecht is geweest of niet?",
zegt hij. „Het labelen van kinderen
is niet zo zwart-wit is als de staats
secretaris wil doen voorkomen. Bij
een longontsteking is het helder
wat iemand mankeert. Maar als ie
mand angstig is, heeft hij niet met
een een stoornis. Er zijn diverse
gradaties van angsten, de vraag is
vanaf welke mate het een stoornis
is. Bovendien eist de overheid zelf
dat je een probleem benoemt, an
ders krijgt een kind bijvoorbeeld
geen 'rugzakje' en wordt een be
handeling niet vergoed."
Veronique Ruiz van Haperen van
de Gezondheidsraad en jeugdpsy-
choloog Oda Bauhuis van de
HSK-groep in Arnhem zijn dat
met hem eens. Zij vinden echter
dat de staatssecretaris wel een
punt heeft.
Bauhuis stelt dat psychologen
vooral bij twijfelgevallen in de ver
leiding kunnen komen toch maar
een etiket op het gedrag te plak
ken. „Niet onlogisch, want als je
ziet dat er behandeling nodig is, is
er ook een diagnose nodig om de
ze te kunnen bieden. Het kan dan
hardvochtig voelen om het niet te
doen."
Ruiz was betrokken bij het advies
van de Gezondheidsraad aan het
kabinet over aan autisme verwan
te stoornissen. „We hebben gecon
stateerd dat het aantal diagnoses
explosief toenam, wereldwijd. Ge
zien de manier waarop de zorg in
Nederland wordt bekostigd, is het
daarom niet uit te sluiten dat kin
deren soms iets te gemakkelijk een
label krijgen."
Gericht onderzoek is hier echter
niet naar gedaan. De enige enquê
te die voorzichtig aangeeft of het
zin heeft om te benoemen aan wel
ke stoornis een kind lijdt, is vorig
jaar gedaan door vakbeweging
CNV en het NCRV-programma
Rondom 10. Daaruit blijkt dat de
overgrote meerderheid van het per
soneel in het basisonderwijs het
een goede ontwikkeling vindt.
Ook denkt bijna driekwart dat de
extra zorg en aandacht voor deze
zogeheten labelkinderen een posi
tieve invloed heeft op hun leven.
Een kwart meent dat gelabelde
kinderen te snel medicatie krijgen.
Strikt genomen is een label een
medische diagnose, die alleen
door psychiaters mag worden ge
steld. In de praktijk doen veel
ouders, opvoeders en leerkrachten
het echter ook. „Ik krijg heel vaak
kinderen omdat de school vindt
dat er iets is", zegt Pam „Maar als
het kind zelf nergens last van
heeft, behandel ik niet."
Formeel luistert een psychiater bij
kinderen onder de 12 naar de
ouders. T.ussen 12 en 16 jaar be
paalt het kind mee en boven de 16
is het kind leidend.
Psychologe Bauhuis bepleit dat er,
anders dan nu, zo snel mogelijk
wordt gestart met de behandeling
en gaandeweg een diagnose wordt
gesteld. Psychiater Pam wijst er
daarbij op, dat het vaak wel dege
lijk zin heeft om te weten of ie
mand een bepaalde stoornis heeft.
„Als een blinde ergens tegenaan
botst, dan zeg je niet: kijk toch uit
je doppen! Omdat je weet dat die
persoon blind is. Zo is het handig
om te weten dat een heel druk
kind ADHD heeft of PDD-NOS.
Als hij een officieel etiket heeft,
dan weet je dat zo'n kind zich niet
aanstelt."
Het kabinet wil 300 miljoen euro per jaar bezuinigen op 'passend onderwijs'
voor zorgleerlingen. Minister van Onderwijs Van Bijsterveldt is tot dusver niet
gevoelig voor de kritiek uit de onderwijswereld, zowel van de kant van werkgevers
als docenten. Die vrezen achteruitgang van de onderwijskwaliteit, ook voor
leerlingen zónder problemen en het verlies van 6.000 banen. Ze willen dat
voorkomen door af te zien van de door het kabinet gewenste prestatiebeloning.
Ze hechten vooral aan het handhaven van ambulante begeleiders.
Sommige leerlingen hebben extra hulp en zorg nodig.
Primair onderwijs
Leerlingen met zware zorg
gaan vaak naar het speciaal
onderwijs...
Voortgezet onderwijs
...of gaan met een 'rugzakje' met
geld voor extra begeleiding
naar de gewone school.
cq
1
WIJS
IAAI ONDER
De overheid wil
300 miljoen euro
bezuinigen op de
totale zorg voor
leerlingen. Dat geld
wordt volledig
weggehaald bij de
leerlingen met
zware zorg.
Een motorische stoornis,
2 procent van de kinde
ren schijnt daardoor moei
te te hebben met zaken
als veters strikken en een
pen vasthouden. Het gaat
om de coördinatie van be
wegingen.
foto Thinkstock
Ernstige proble
men met het lezen
van woorden. Van
alle kinderen zou 1
tot 3,5 procent
dyslectisch zijn,
wat tot ernstige
leerproblemen kan
leiden.
Op dyslexie lijkende
problemen maar dan
met rekenen. Ongeveer
2 procent van de kinde
ren zou er last van heb
ben. Ze hebben vooral
veel moeite met de ba
sisvaardigheden.
Daarvan is
1,1 miljard
euro voor de
zware zorg.
De overheid geeft
3,2 miljard euro
uit aan de totale
onderwijszorg.
infographic CRW bron PO-Raad
Grotere klassen minder aandacht per kind
Docenten moeten meer leerlingen
begeleiden forse taakverzwaring
In het internationaal gehanteerde
handboek Diagnostic and Statistical
Manual of Mental Disorders staan on
geveer 350 psychiatrische stoornis
sen beschreven, waaronder de
meeste 'labels' die kinderen (en vol
wassenen) kunnen krijgen. Het
gaat vaak niet om ziekten die be
paalde symptomen veroorzaken,
maar om het 'groeperen' van symp
tomen. Voldoe je aan een x-aantal
criteria uit een lijstje, dan lijd je bij
voorbeeld aan ADHD. Je gedraagt
je dus niet op een bepaalde manier
omdat je ADHD hebt; je hebt AD
HD omdat je je op een bepaalde
manier gedraagt. Het gevolg is ook
dat de meeste definities elkaar over
lappen. ADHD is dus slechts een
breed geaccepteerde definitie.
Dyslexie en dyscalculie staan bij
voorbeeld niet in het handboek
omdat het geen psychiatrische af
wijkingen zijn maar neurologi
sche. Bij de 'labels' die kinderen
krijgen, is altijd sprake van chroni
sche klachten. Een tijdelijke depres
sie valt er niet onder.