GffiffiotSQD BuuveKêt Buiten dinsdag 8 november 2011 Molenaar Ko de Visser in Wolphaarsdijk foto's Lex de Meester De oogst is binnen, de Dakkers zijn geploegd. Het weer is prachtig en op het land is de zacht groene zweem van de opkomende wintertarwe al te zien. Het land van de broers De Koeijer in Zonnemaire ligt klaar voor de komende winter. Hun maatschap is lid van de coöperatie Zeeuwse Vlegel waaraan naast elf tarwetelers ook molenaars en bakkers verbonden zijn. Joop de Koeijer is één van de pioniers die als jonge boer betrokken raakte bij de oprichting van Zeeuwse Vlegel. „Het leuke was dat je dit als groepje jongeren deed. Daarom zoeken we nu jonge boeren die bereid zijn de coöperatie te zijner tijd over te nemen. Het aantrekkelijke voor hen is dat het product wordt gewaar deerd. Want dat wordt het." Het oorspronkelijke idee voor een Zeeuws brood is volgens Joop afkomstig van jonge agrarische vrouwen. Zij wilden hun rol in het boerenbedrijf zichtbaarder maken en had den de instelling: 'We kunnen wel een brave avond praten, maar er moet iets gebéuren.' Daarnaast hadden agrariërs in die jaren te maken met almaar zakkende graanprijzen en volgens politici zat er niet veel toekomst in een boerenbedrijf. „Maar als je jong bent en de boerderij is wel je enige toekomst, dan wil je daar wat aan doen", zegt Joop. „Een tweede argument om iets te ondernemen was het verkleinen van de afstand tussen producent en consument. Een boer heeft geen idee wat er met zijn producten gebeurt als die zijn erf eenmaal verlaten heb ben en de consument heeft geen benul waar zijn voedsel vandaan komt. En dan waren er nog boeren die de wens hadden om iets posi tiefs te doen voor het milieu. Met al die ideeën in het achterhoofd is een werkgroep gevormd. Vanaf dat moment ben ik erbij betrokken als tarwespecialist." Allereerst is in overleg met milieuorganisa ties geformuleerd hoe de tarwe het predicaat milieuvriendelijk kon krijgen. Zo mochten de telers geen bestrijdingsmiddelen gebruiken. Ook mochten ze geen kunstmest op het land strooien. Niet dat kunstmest op zichzelf slecht is voor het milieu, maar de productie van stikstofkunstmest vereist veel energie. Onmogelijke eisen volgens Joop. „We weten dat tarwe tegen het eind van de teelt de korrel gaat vullen. Kunstmest, dus stikstof is nodig voor een hoog eiwitgehalte in de korrel. Het ei witgehalte bepaalt of het een goede baktarwe is of niet. Ten tweede waren de tarwerassen die we kenden onvoldoende voor bakkwali- teit of ze waren ziektegevoelig. Als je niet wilt spuiten, krijg je ziektes in je gewas." Niet spuiten stuitte op een behoorlijke weerstand van de oudere generatie boeren. Daarnaast stond overleg met milieuorga nisaties destijds gelijk aan heulen met de vijand. Immers minder bestrijdingsmiddelen betekende minder opbrengsten. En dat is niet het uitgangspunt van de meeste landbouwers. Ondanks alle scepsis hield de werkgroep vol. Op proefboerderij De Rusthoeve in Colijns- plaat leidde een proef met verschillende rassen al na één jaar tot een succes. „Een heus eureka-moment", zegt Joop. „Dat wil ik graag uitleggen. Wij rijden de organische mest pas in het groeiseizoen uit. Tot dat moment hebben de planten stikstofgebrek. Daardoor vormt de plant minder aren. Dit geeft een open gewas en minder kans op schimmel. Spuiten is dus niet nodig. En omdat er minder korrels aan een plant komen, is er voldoende stikstof in de grond. Dat was een geweldige ontdekking. Juist door op deze manier te telen, krijg je een góede baktarwe." Deze ontdekking geeft voldoende energie om met molenaars en bakkers om de tafel te gaan. Die stappen vol enthousiasme in het plan, maar willen wel dat het meel van constante kwaliteit is. Afgesproken is toen dat na het bepalen van het eiwitgehalte alle bakwaar- dige tarwe wordt gemengd. Ook de naam, de vorm van het brood en de prijs zijn in overleg vastgesteld. Inmiddels beschikken de boeren over vier goede baktarwerassen. Die dienen als grond stofvoor brood, snelkooktarwe, wafeltjes, pannenkoekenmeel, volkorenmeel en kant en klare broodbakmixen. „Van wild idee naar werkelijkheid", stelt Joop. Elian van't Westeinde

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 59