Desnoods kan ik mijn boordkanon gebruiken voor een
waarschuwingsschot' 11
Nederlandse F-i6's hebben dit jaar al vijf
keer Russische 'Bear' bommenwerpers
onderschept die het Navo-luchtruim
binnenvlogen. De Koude Oorlog mag
dan voorbij zijn, de Russische beer gromt
nog steeds. Een steekspel in de lucht.
i i 'i i 17 7 *7 dinsdag 8 november 2011
Majoor Theo Spijksma, piloot F-16
hangar opent en meehelpt de
F-i6 klaar voor vertrek te ma
ken. Spijksma zit dan al in de
piepkleine cockpit, start de mo
tor en een kwartier later kan hij
al boven de Noordzee zijn, op
jacht naar de Russische 'Bear'.
'Nieuw-Milligen' bepaalt de
koers totdat hij de indringer op
zijn eigen radar krijgt. „Dan
gaan we eerst zo dicht naast de
andere cockpit vliegen, dat ze
ons wel moéten zien."
Met handgebaren maakt hij de
andere piloot duidelijk op wel
ke radiofrequentie hij wil pra
ten. „Dan is het de bedoeling
dat we contact hebben. Ik kan
een passagiersvliegtuig dat iets
fout heeft gedaan dan doorver
wijzen naar de verkeersleiding.
Als een toestel niet reageert,
kan ik nog met mijn vleugels
een sein geven dat hij mij moet
volgen, of ik kan een 'flare pop
pen' om aandacht te trekken.
En desnoods kan ik mijn boord
kanon gebruiken voor een waar
schuwingsschot, maar daar
moet ik dan wel opdracht van
heel hogerhand voor krijgen."
Een flare is een soort vuurpijl
die hitte afgeeft en eigenlijk be
doeld is om inkomende raket
ten af te leiden.
De Russen vliegen meestal stoï
cijns door. Spijksma lacht: „Ge
lukkig doen ze geen dingen
waardoor ik naar een volgende
fase van het geweldsspectrum
hoef te gaan."
een beer jagen
door Joep Trommelen
beeld Ronald Visser, foto's Min. van
Defensie en Russian AviaPhoto Team
Aan de rand van
vliegbasis Volkel
scheert een bui
zerd langs de bos
rand. Dan klinkt
een ijselijk gekras;
twee kraaien schieten tevoorschijn
en jagen de roofvogel na. Ver
schrikt kiest die een andere koers.
Een mooier voorbeeld voor wat de
piloten van de Quick Reaction
Alert vanaf Volkel doen, is eigen
lijk niet te vinden. De buizerd is
meestal een Russische bommen
werper. De bosrand het Neder
landse 'verantwoordelijkheidsge-
bied' boven de Noordzee.
Majoor Theo Spijksma (40) is zo'n
'kraai', een van de twee F-16-pilo-
ten die deze dag een dienst van 24
uur draaien om metfen het lucht
ruim te kunnen kiezen bij onraad.
In de praktijk gaat het dan meestal
om Russische Tupolev-95 'Bear'
bommenwerpers, die dit jaar al
vijf keer zonder dat aan te kondi
gen de door de Navo aan Neder
land toebedeelde zone boven de
Noordzee betraden. De F-16 'Figh
ting Falcon' (vechtende valk) jaagt
dan op de Russische Beer.
Een enkele keer betreft het een
passagiersvliegtuig dat via de radio
onbereikbaar lijkt. Veelal heeft de
piloot dan een verkeerde frequen
tie ingesteld.
De Koninklijke Luchtmacht heeft
voor dit soort gevallen altijd twee
volgetankte F-16's gereed staan: of
op vliegbasis Volkel in de Brabant
se Peel, of in Leeuwarden. Ze
staan in zwaarbewaakte hangars,
gewapend met twee radargeleide
en twee hittezoekende raketten,
plus een boordkanon met 510 pa
tronen.
Want als het nodig is, moeten
Spijksma en zijn collega's ook op
de schietknop kunnen drukken.
„Als wij opstijgen, hebben we met
een contact met de gevechtslei
ding in Nieuw-Milligen," vertelt
hij achter een beker koffie in de ba
rak waar hij een etmaal moet ver
blijven.
„Dan proef ik wel wat ér aan de
hand is. Als het gaat om een vlieg
tuig met onbekende bestemming,
dan is het natuurlijk meteen met
gebruik van de naverbrander met
maximale snelheid eropaf. Een
F-16 haalt al snel 2000 km per uur.
Maar als die Russen weer eens
langskomen, is er minder haast en
hangen er meestal al vliegtuigen
van andere Navo-landen bij. Die
Russen willen waarschijnlijk al
leen maar laten zien dat ze nog
meetellen, maar je weet het
nooit..."
Spijksma heeft het zelf nog nooit
meegemaakt, zo'n plotseling
alarm. Wel heeft hij oorlogserva
ring in Afghanistan. Hij weet der
halve: „Als er echt een alarm af
gaat en je moet naar je kist sprin
ten, dan krijg je wel even een adre-
nalinepiek."
Maar die is er tijdens een normale
wacht in de direct naast de hangar
gelegen barak niet echt. In de och
tend draagt de oude ploeg (twee
piloten, twee crewchiefs) zijn ta
ken over aan de nieuwe. De F-16's
worden grondig geïnspecteerd, en
daarna is er tijd voor andere taken.
Studie bijvoorbeeld; ze zijn nooit
uitgeleerd, moeten kennis up-to-
date houden en bekend zijn met
laatste ontwikkelingen en details
van het vliegen. Maar een breed
beeld-tv en een rek vol dvd's ver
klappen dat de tijd ook op andere
manieren gedood moet worden.
„Ik schat dat ik per dag een uurtje
of acht echt taken te doen heb,"
zegt Spijksma.
Hij ziet zijn werk 'als een soort ver
zekering'. „Het geld dat naar defen
sie gaat, is in mijn ogen een verze
keringspremie. Je kunt het jezelf
niet veroorloven je niet te verzeke
ren. Als er dan wat fout gaat, heb
je de poppen écht aan het dansen.
Zeker sinds er vliegtuigen worden
gebruikt om aanslagen mee te ple
gen."
Als 'Nieuw-Milligen' alarm slaat,
kleedt Spijksma zich in enkele mi
nuten aan. Met een G-pak, dat
hem via een ingenieus systeem
van luchtpompen beschermt te-
'Het geld dat naar
defensie gaat, is een
verzekeringspremie'
gen het 'wegzuigen' van bloed uit
zijn hersenen door de krachten
die vrijkomen als een straaljager
plots van richting verandert. Als
hij midden in de nacht een tele
foontje krijgt, drukt hij op een ro
de knop in zijn slaapkamertje
waardoor de hele basis in opperste
staat van alarm komt.
Dan rent hij naar de hangar, sa
men met een crewchief, die de
I