121 rijk de gooyer Nederland verloor gisteren een icoon: Rijk de Gooyer, die ooit uit baldadig heid een Gouden Kalf uit een taxi gooide. Zijn spitse humor was legenda risch. donderdag 3 november 2011 Een Rijk door Marjoiijn de Cocq Hij was van Johnny en Rijk, van de Brief uit La Courti- ne, 'Foutje, be dankt' en 'Patu- rein'. Hij speelde met evenveel gemak een gerefor meerde dorpsonderwijzer als een dolgedraaide SS'er en gooide het Gouden Kalf dat hij kreeg voor de film De Hoogste Tijd uit de taxi. CIA-spion was hij trouwens ook nog een poosje. Gisteren overleed Rijk de Gooyer op 85-jarige leef tijd aan de gevolgen van alvlees klierkanker, thuis in Amsterdam. Nederland heeft hem vooral leren kennen als komiek. Maar hij wilde zelf vooral filmacteur worden. Dat werd hij ook, op een zeker niet on verdienstelijk niveau. „Ik heb nooit de top gehaald", erkende hij op z'n oude dag, maar dat kwam omdat hij vaak liever lui dan moe was. „Daar zit ik ook niet mee, want ik heb een boel plezier ge had." Dat hij acteur wilde worden, wist hij al in zijn hbs-jaren. Maar naar de toneelschool mocht hij niet van zijn ouders. Toneel, dat was uit den boze in het gereformeerde Utrechtse bakkersgezin waarin hij opgroeide als één van negen kinde ren. De belangrijkste gemiste kans in zijn leven, vond hij, want bij het toneel had hij de basis kunnen leg gen die hij voor zijn eigen gevoel miste. In 1998 zei hij tegen Vrij Ne derland: „Eigenlijk speel ik altijd mezelf. Ik kan niet anders. Ik ben 'Rijk de Gooyer die de rol van maf fiabaas speelt'. Dat maakt je als ac teur nogal beperkt. Dat is het na deel als je je vak in de praktijk hebt geleerd. Ik ben geen acteur, ik doe een acteur na." Rijk de Gooyer, geboren op 17 de cember 1925, was als filmacteur een laatbloeier. Zijn eerste speel- filmhoofdrol kwam op zijn 47ste met De Inbreker van Frans Weisz. Hij speelde uiteindelijk in meer dan zestig films, naast tv-series als In voor- en tegenspoed. Film vond hij heerlijk. „]e doet één, twee ta kes en hup, klaar - volgende. Een toneelstuk moet je tientallen ke ren spelen. Na tien keer begint bij mij de sleur er al in te komen. Bij film is elke scène een première." Zrjn omweg naar de film voerde hem aan het eind van de Tweede Wereldoorlog naar Duitsland. In de herfst van 1944 zwom hij - met z'n hbs-eindexamen in het voor uitzicht - samen met een vriend de Waal over om zich in het al be vrijde zuiden aan te sluiten bij de Amerikanen. Hij maakte in 1945 de opmars mee door Duitsland en de bevrijding van kamp Bergen- Belsen. Na de oorlog kreeg hij zijn hbs-di- ploma zonder dat hij ooit examen had gedaan. Een blauwe maandag studeerde hij rechten, maar na drie maanden gooide hij zijn boe ken in de Oude Gracht en begon hij bij de NRCV-radio als hoorspel acteur. Doordat het de NCRV was, waar 'dus Gods zegen op rustte', slikte z'n vader zijn teleurstelling in. Maar toen Rijk aankondigde dat hij bij het cabaret van Wim Kan zou gaan werken, dat ook nog eens door de Vara werd uitgezon den, was zijn vader oprecht ver drietig. „Hij zei: 'Bel meneer Kan maar op en zeg dat je op zondag niet wilt werken' vertelde De Gooyer enkele jaren geleden aan dagblad Trouw. Maar hij kon niet anders dan tegen de wensen van zijn vader ingaan. Hij ontmoette Johnny Kraaijkamp in 1952 op het Rembrandtplein in Amsterdam. Beiden verdienden daar in de buurt wat geld als confe rencier. Van 1956 tot 1972 waren ze geregeld op televisie te zien met de Johnny en Rijk-show. Hun ver bintenis was volgens De Gooyer 'De hel lijkt me leuk: ik denk dat ik daar al mijn vrienden terugzie' als een langdurig huwelijk: veel lol maar ook veel strijd. In 1959 trok De Gooyer naar Ber lijn voor een cursus bij de acteurs opleiding van de Duitse filmpro ductiemaatschappij UFA, in de hoop op een buitenlandse filmcar rière. Maar twee jaar later, toen de Muur werd gebouwd, ging de UFA failliet en moest hij met hangende pootjes terug. In 2002 onthulde hij dat hij in die tijd als CIA-agent had gewerkt. Ge heim informant was hij geweest, geworven via de BVD. Het was de tijd van de Koude Oorlog, en voor het destijds vorstelijke bedrag van 3000 gulden per maand - zo herin nerde hij het zich althans - moest hij rapporteren over het commu nisme in de DDR. „Soms maakte ik helemaal niks mee. Dat vond ik dan zo lullig, want ik kreeg wel die centen. Dan verzon ik er maar wat bij", aldus De Gooyer. Hij groeide in het laatste kwart van de vorige eeuw uit tot de ka meleon van het vaderlandse witte doek. De rode draad in zijn leven was de vrees vergeten te worden, dat hij niet meer zou worden ge vraagd en dat zijn bron van inkom sten dus zou opdrogen. Hij oogde wel zorgeloos, maar was in wezen een piekeraar. Armoede was een schrikbeeld. Vandaar ook die reclamespotjes, die hem een leuke bijverdienste opleverden. Met Johnny Kraaijkamp voor C8cA, voor het kaasje Paturain en het 'Foutje, bedankt!' voor verzeke ringsmaatschappij Reaal. Hij had er nu eenmaal altijd maar op los geleefd. Hij speelde in rolprenten als Sol daat Van Oranje, De Avonden, Leed vermaak, Hoge Hakken Echte Lief de, Schatjes, Grijpstra De Gier, Cis fee De Rat en Naakt Over De Schut ting. Hij scheidde in de jaren ze ventig van zijn vrouw Tonny Dom burg, met wie hij sinds 1955 ge trouwd was (moeder van hun zoon Rijk jr.) en ging samenwo nen met regieassistente Nel van Heukelom, die tot het laatst zijn le venspartner zou blijven. In 1982. stond er een Gouden Kalf voor Rijk klaar, voor zijn gehele oeuvre, maar hij weigerde die prijs in ontvangst te nemen. Zijn hoofd rol in De Hoogste Tijd van Frans Weisz naar het boek van Harry Mulisch leverde hem in 1995 we derom een Gouden Kalf op. Nooit had hij betere recensies. Maar zelf had hij niets met zijn rol van de 78-jarige revue-artiest Uli Bouwmeester. Liever speelde hij bijvoorbeeld een ouwe gangster die zijn laatste kraakje zette. Hij speelde sowieso graag schurken. Om te onderstrepen dat die film hem niets interesseerde, wierp hij het Gouden Kalf ('Dat vreselijke ding') na de uitreiking pontificaal het raam van de taxi uit. Maar het was natuurlijk niet toevallig dat die daad van baldadigheid op film vereeuwigd werd door zijn maatje Maarten Spanjer in diens program ma Taxi. Bij het Nederlands Filmfestival bleek men niet rancuneus. In 1999 mocht Rijk andermaal voor een Kalf opdraven, nu voor de jeugd film Madelief, Krassen In Het Tafel blad waarin hij zijn eerste oparol speelde. Dit keer gedroeg Rijk zich onberispelijk. Nadat hij in 2001 zijn eerste herseninfarct had gekregen (in 2005 kwam de tweede), mocht hij van de neuroloog geen sterke drank meer nuttigen. Het stam- kroegbezoek werd aan banden ge legd: geen whisky meer, geen jene ver. Dus hield hij het voortaan bij rode wijn; van de dokter mocht hij daarvan vijf glazen per dag. Een infarct kon er nog wel bij, vond hij, inclusief de spraakstoor nis afasie die hij eraan over hield. Hij had immers al staar in beide ogen gehad, zijn milt was er in de oorlog uit geschoten en hij had di verse botten gebroken bij een val van zijn dak waar hij zijn kat zocht. Maar hij bleef optimist. „Ik red me wel met die paar woorden die ik uit mijn bek kan stamelen." Zo speelde hij in 2009 z'n allerlaat ste rolletje: in de film Happy End van Frans Weisz. Aan z'n calvinistische opvoeding hield hij nog het besef van een hiernamaals over. De hemel leek hem overigens wel saai. „Maar de hel lijkt me leuk: ik denk dat ik daar al mijn vrienden terugzie."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 12