Den Haag en Wommels gaapt een
ii spectrum
Zaterdag 29 oktober 2011
naar Nederland gekomen, verhuisde hij
naar Den Haag. Hij had docent willen wor
den op een internationale school, waar hij
met zijn Engels uit de voeten had gekund.
Maar niemand zat op hem te wachten en
uiteindelijk belandde hij in de bediening
in een Indiaas restaurant. Na een cursus on
dernemerschap, had hij in 2007 de moed
naar de gemeente te stappen met het plan
voor zijn eigen bedrijfje. Hij heeft een
dochtertje gekregen, de zaken gaan behoor
lijk goed. De mond-tot-mondreclame doet
zijn werk. Hij is heel trots dat het hem is
gelukt een eigen bedrijf te beginnen in een
vreemd land, onderstreept hij. Onafhanke
lijk ondernemer in Den Haag.
Maar het wringt, het bestaan van de ver
borgen activist die 's nachts als het restau
rant is gesloten zijn mails stuurt en zijn
vrije maandag gebruikt om de rest van de
wereld te doordringen van de ernst van de
situatie in Bhutan. Zijn ouders heeft hij
sinds de opstand in september 1990 niet
meer gezien, hij leeft gescheiden van de
rest van zijn familie. „In onze cultuur zor
gen kinderen voor hun ouders, maar wij
kunnen dat niet", zegt Ram. „Ze zijn over
de 80, mijn moeder hoort niet goed en
mijn vader loopt niet goed."
Ram somt op: Eén broer zit nog in het
vluchtelingenkamp in Nepal in de hoop
naar Amerika te kunnen. Van twee broers
mag de verblijfplaats niet worden ge
noemd. Van zijn zussen woont er één nog
in het vluchtelingenkamp, één is er geset
teld in Nepal en één met haar man naar In
dia vertrokken. En zijn twee jongere
broers zijn in Wommels even dichtbij als
ver weg, de afstand tussen Friesland en
Den Haag is voor hen zo goed als onover
brugbaar.
Maar in dat rustige dorp iri Friesland, waar
de straten in het woonwijkje naar kaatster-
men zijn vernoemd en het weiland om de
hoek is, zijn de kinderen veilig. Vraag je
het hem, zegt Pralad, dan woonde hij mor
gen in Den Haag. Maar zijn meisjes, die
zich giechelend klaarmaken om naar street-
dance-les te gaan, willen nooit meer weg
uit Wommels. „En de toekomst van de kin
deren is het belangrijkst."
Dat het de kinderen goed gaat, vindt Ram,
is dan ook het enige positieve van deze on
wezenlijke situatie. „Maar ze hebben ons
geen recht gedaan. Ik had mijn broers kun
nen helpen, ze hadden hier kunnen wer
ken, terwijl ze nu hun hand moeten op
houden. Alles had zoveel beter gekund."
reageren?
spectrum@wegener.nl
foto Jerry Lampen/CPD
sefBhutan heeft, zo zegt Ram, een heel
goede strategie om de wereld ervan te
overtuigen dat het een paradijs op aarde is.
„Iedereen mag de vreedzame monniken in
het noorden bezoeken. Het zuiden, waar
de problemen zijn, krijgen ze niet te zien.
Maar een op de zes inwoners is vluchte
ling."
In maart 2003 kreeg hij, na een asielproce
dure van drie maanden, te horen dat hij
mocht blijven. Hij wilde zo snel mogelijk
weg uit het asielzoekerscentrum in Drach
ten, waar hij zich bedreigd voelde door an
dere vluchtelingen. Die zaten er soms al
tien jaar, kregen geen verblijfsvergunning.
En hij zomaar wel.
Iemand regelde voor hem dat hij in een ca
ravan kon wonen, in Boxtel. Miserabele
omstandigheden, waarop de gemeente
niet anders kon dan hem een huis aanbie
den.
In 2005, zijn vrouw was inmiddels op uit
nodiging van de Immigratie- en Naturalisa
tiedienst (IND) voor gezinshereniging
Ram wilde docent worden, maar is nu restauranteigenaar.
De Bhutanezen Arjun en Pralad zijn inmiddels geaard in het Friese Wommels, maar ze zou
den het liefst naar hun broer in Den Haag verkassen, foto Jacob van Essen/Hoge Noorden/CPD