Tussen spectrum 10 .-^Zaterdag 29 oktober 2011 Den Haag De onverklaarbare uitwassen van het vluchtelingenbeleid: omdat ze de hun aangeboden woning niet mochten weigeren, leven drie broers uit Bhutan gedwongen gescheiden van elkaar. De afstand tussen de Randstad en Friesland is voor hen haast onoverbrugbaar. door Marjolijn de Cocq De potten met kamerplanten staan keurig in het gelid op de vensterbank van het rij tjeshuis in het Friese dorp Wommels. Nederlandser dan Nederlands is de aanblik van de wo ning. Maar achter de ramen woont Bhu- taans verdriet Wie vanuit de Randstad naar Wommels komt, zou rijst kunnen meenemen. Grote balen, 20, 30 kilo. De broers Arjun (38) en Pralad (39) lachen ver legen. Hebben ze geen rijst in Friesland? Jawel, maar alleen in van die kleine pakjes. Veel te duur. Het zegt iets over het isolement waarin de broers uit Bhutan, na achttien jaar vluchte lingenkamp in Nepal, met hun gezinnen zijn terechtgekomen. Ze spreken het ge brekkige Nederlands van hun inburgerings- cursus, maar hier is Fries de voettaai. Ze kwamen als de eerste donkere mensen in het dorp, kregen modder tegen het raam gegooid, een steen. Ze willen graag aan de slag, maar er is hier voor hen geen werk. Ze hebben niet de opleiding, geen rijbe wijs, laat staan een auto. Traditionele feest- Naar woning, uit opvangcentrum Asielzoekers in Nederland wonen tijdens de asielprocedure in een opvangcentrum. Pas wanneer ze een verblijfsvergunning krijgen, komen ze in aanmerking voor een woning in een gemeente. Gemeenten houden verplicht woningen beschikbaar. Omdat menig vluchteling naar de Randstad wil, bleven huizen op het platteland leeg, wer den wachttijden lang en liepen de kosten vol gens minister Gerd Leers (Immigratie en Asiel) te hoog op. Daarom wordt nu proefge draaid met een nieuwe procedure: asielzoe kers mogen zelf op zoek naar een woning, maar dan moeten ze binnen drie maanden het opvangcentrum verlaten. Wie voor woonruimte via het Centraal Or gaan Asielzoekers kiest, mag het toegewezen huis niet weigeren. Het COA houdt geen re kening met persoonlijke wensen, alleen met bijzondere omstandigheden, zoals: medische behandeling, al in de gemeente gehuisveste eerstegraads familie (dus geen broers of zus sen, ooms en tantes, maar alleen ouders en kinderen), een specifieke opleiding in de ge meente die niet elders in Nederland beschik baar is of een arbeidscontract voor minimaal een halfjaar en 20 uur per week. Als een vluchteling het aanbod weigert, ont vangt hij geen financiële toelage meer. Blijft hij weigeren, dan wordt hij op straat gezet. dagen worden in de Randstad gevierd. En hun enige andere familielid in Nederland, hun broer Ram, woont in Den Haag. Trein kaartje: 47 euro. In het begin was het elke dag huilen, zegt Pralad. Maar na tweeënhalf jaar Wommels zijn ze geaard in het dorp. Iedereen zegt nu hallo en dag. Hun dochters spreken vloeiend Nederlands, hebben vriendinne tjes, afspraakjes, logeerpartijtjes. Hun vrou wen voelen zich veilig. Voor bezoek is er koffie met een koekje. En drie maanden ge leden kregen Arjun en zijn vrouw een zoontje, het eerste kind van de families in Wommels dat niet in het vluchtelingen kamp is geboren. Hun 'kleine Friese man'. Maar kijk diep in Pralads hart, waar nog steeds een gevoel van onrecht huist. Waar om moesten zij per se naar Friesland? Zij waren als vluchtelingen, ontsnapt aan het schrikbewind tegen de etnisch Nepalese bevolking in Zuid-Bhutan, door Neder land hierheen gehaald. Hen was beloofd dat ze in de buurt van Ram mochten wo nen, hun oudere broer die hier al in 2002 asiel had aangevraagd. Maar eenmaal in Nederland veranderde het verhaal. De eerste lichting Bhutanen moest naar Friesland, zoals de volgende groep naar Limburg zou worden gestuurd. Als ze de woningen in Wommels niet zou den accepteren, zo kregen ze te horen, dan werd hun toelage stopgezet en zouden ze worden 'geklinkerd'. Asieljargon voor 'de straat op en zoek het maar uit'. Natuurlijk hebben ze geprotesteerd, dag in dag uit Stuur ons dan maar terug naar Ne pal, riepen ze. Maar ze werden gewoon op de bus gezet. „We zijn hier niet uit onszelf naartoe gekomen, we zijn uitgenodigd", zegt Pralad. „Als ik aan het verleden denk, doet dat pijn." Soms doen deze mannen, die in een ander leven voor de klas stonden, vrijwilligers werk, in het bejaardentehuis of met gehan dicapte kinderen. Ze brengen en halen de kinderen. Ze hopen op de kans een oplei ding te doen en hebben een 'werkbegelei- der'. Maar de zo keurig ingerichte huiska mer, ansichtkaarten aan de muur van de besneeuwde bergtoppen van de Himalaya die ze zo missen, riekt naar een uitzicht loos bestaan. Wat doe je als je de hele dag thuis zit? Chatten op Facebook, met andere Bhuta nen in diaspora. Studeren in het inburge- ringsboek. Proberen de krant te lezen om beter Nederlands te leren. Ze hebben de leeftijd om te werken, zeggen hun echtge notes als Pralad en Arjun even de deur uit zijn. Zo worden de mannen depressief Aan een tafeltje in zijn eenvoudige restau rant met Himalayaanse specialiteiten doet hun broer Ram (40) het verhaal van de in vele windrichtingen uiteengejaagde fami lie. Hij is het evenbeeld van Pralad, deze kleine man die pijn en verbittering mas keert met voorkomendheid. Met het grote verschil dat Rams dagen verre van doel loos zijn. Eerder deze maand haalde het huwelijk van de jonge 'Drakenkoning' van Bhutan met zijn mooie burgermeisje de Nederland se journaals, met opgetogen commentaar over het 'democratiseringsproces' in het bergstaatje in de Himalaya. Schril contrast met Rams verzoek om zijn achternaam niet te vermelden, om veiligheidsredenen. De arm van de koning is lang. Ram hamert op de nog steeds voortduren de mensenrechtenschendingen in Bhutan. Hij bezoekt mensenrechtenconferenties, voert campagne. Juist iri ons land, na India en Denemarken het derde donorland van Bhutan, besloot hij asiel aan te vragen. „Ik dacht: als ik in Nederland blijf, kan ik ver tellen dat het ontwikkelingsgeld wordt ge bruikt om legerbarakken te bouwen." Ze groeiden op als boerenzoons, een gezin met acht kinderen in het zuiden van Bhu tan. De vervolging van de etnisch Nepale se Bhutanen daar, met hun eigen cultuur en traditie en hun Hindoeïstisch geloof, leidde in i990 tot een opstand die bloedig werd neergeslagen. Honderdduizenden Zuid-Bhutanen vluchtten naar India en vandaar naar Nepal, waar ze door de Vere nigde Naties in vluchtelingenkampen wer den opgevangen. „Zo begon het Nepalese vluchtelingenprobleem", vat Ram samen. Om de nood te lenigen, besloten zeven westerse landen, waaronder de Verenigde Staten en Nederland, in 2008 om vluchte lingen uit deze kampen uit te nodigen en op te nemen. Ram had 'geluk'. Hij kreeg zijn vlucht, een studiebeurs van de VN en de kans politieke wetenschappen in Darjee- ling te studeren. „Ik ben niet naar Neder land gekomen om dit leven te leiden", zegt hij met een handgebaar door zijn zaak in de binnenstad. „Ik heb een missie in het leven, een groot verantwoordëlijkheidsbe-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 126