Ferme vrouw
die geen premier
wilde worden
spectrum 8
7,aterdag 29 oktober 2011
Een gemiste kans", zegt biograaf
Gerard Mostert, „Want nu, 44
jaar later, zit Nederland nog
steeds te wachten op een vrou
welijke minister-president" Ter
wijl het in 1967 maar een haartje scheelde,
zo blijkt uit het boek dat Mostert schreef
over het leven en het werk van KVP-politi-
ca Marga Klompé. Na de Tweede Kamer
verkiezingen moest er worden geformeerd
en links en rechts werd haar naam ge
noemd. Klompé had er toen al de nodige
jaren als Kamerlid en minister van Cul
tuur, Recreatie en Maatschappelijk werk
op zitten en gold in Haagse kringen als een
spin in het web.
Maar ze bedankte voor de eer. Klompé
vond dat ze niet in aanmerking kwam
voor het premierschap omdat ze geen fi-
nandeel-economisch expert was. Ook acht
te ze.'de situatie psychologisch niet rijp
om een vrouw tot minister-president te
maken'. Dus werd Piet de Jong premier,
een voormalige duikbootkapitein, die nog
minder verstand van economie had, maar
wel een man was.
Mostert (70), die deze week op de biogra
fie van Klompé aan de Radboud Universi
teit Nijmegen promoveerde, vindt het jam
mer dat de in Arnhem geboren en getogen
politica op dat beslissende moment in
haar loopbaan niet heeft doorgezet. „Het
zou de kroon op haar werk zijn geweest."
Hij vraagt zich ook af of haar betrekkelijke
onbekendheid met de staathuishoudkun
de de werkelijke reden was om te bedan
ken. „Marga Klompé had al lang en breed
Marga Klompé was de eerste
vrouw die in een Nederlands
kabinet minister werd. Een
opmerkelijke politica met een
'uitgesproken persoonlijkheid',
die in 1967 ook de eerste
vrouwelijke premier had kunnen
worden. Maar ze wilde niet, zo
blijkt uit de net verschenen
biografie Marga Klompé 1912-1986.
door Hans Gulpen
de politieke arena, zelfs niet toen haar
door PvdA-formateur Jaap Burger een vi-
ce-premierschap in het kabinet Den Uyl
zou zijn aangeboden.
Hoewel Klompé een groot politiek talent
was, lag de weg naar Den Haag niet voor
haar open. Dat gold in de jaren van de we
deropbouw, na de Tweede Wereldoorlog,
meer in het algemeen voor alle vrouwen.
Politiek was nog steeds een mannenzaak.
Voor zover vrouwen al een rol speelden,
was dat als Kamerlid, een bestuurlijke func
tie zat er niet in. Klompé, afkomstig uit
een aanvankelijk welgesteld, katholiek Arn
hems middenstandsgezin, dat door ernsti
ge ziekte van het gezinshoofd maar net de
touwtjes aan elkaar kon knopen, leek voor
bestemd voor het onderwijs. Ze studeerde
gen gebruikgemaakt van de mogelijkheid
die de politiek haar bood om haar christe-
lijk-maatschappelijke idealen - het verbete
ren van het welzijn - te realiseren. 'Op zijn
minst wenste zij van haar door God gege
ven gaven gebruik te maken in het belang
van de samenleving. Maar het kan haast
niet anders of er zal ook sprake zijn ge
weest van haar persoonlijke verlangen om
leiding te geven, de baas te spelen, het
voor het zeggen te hebben', zo schrijft hij
in de biografie.
Mostert probeert in zijn boek een verkla
ring te geven voor het succes dat Klompé
had. Voor een belangrijk deel vindt hij die
in haar karakter en persoonlijkheid. Uit in
terviews met zestig mensen die haar van
nabij kenden, komt zij naar voren als een
dominante vrouw met een bijna autoritai
re uitstraling. Ze was, afgaand op de herin
neringen van tijdgenoten, overweldigend,
maar met een grote maatschappelijke be
trokkenheid, kennis van zaken en verant
woordelijkheidsgevoel, belangstellend en
bemoeizuchtig, afstandelijk, serieus, hard
werkend en veeleisend. Niemand noemt
haar aardig, wel vallen termen als 'ferm'
en 'gedreven'. 'Het was geen warme
vrouw', zegt de een. 'Humor was geen ken
merkende eigenschap van haar', meent
een ander. Een derde: 'Klompé had moeite
met persoonlijke contacten'.
Volgens Mostert beschikte Marga Klompé
over alle eigenschappen om zich in een
mannenwereld staande te houden. „In
Haagse kringen zag men haar eerst als col
lega-politicus, dan pas als vrouw." Dat
Marga Klompé figureert met aartsbisschop
Bernard Alfrink in de poppenkast, in 1957.
bewezen dat ze heel veel in haar mars had.
Ze kon uitstekend leidinggeven, had een
goede verstandhouding met het parlement
en voelde de tijdgeest haarfijn aan. Ze was
zeer wel capabel." Mostert sluit niet uit dat
er andere motieven waren om het aller
hoogste ambt te laten schieten, hoewel hij
er niet concreet de vinger op kan leggen.
„Misschien dacht ze dat het wel mooi was
geweest, dat ze het ver genoeg geschopt
had. Mogelijk was ze zich toen ook al aan
het oriënteren op andere werkzaamheden,
die meer op het terrein van de kerk lagen.
Dat was toch haar grote liefde."
Marga Klompé zou nog tot 1971 minister
van CRM blijven. Daarna stapte ze uit de
politiek en aanvaardde een aantal hoge ker
kelijke functies, onder meer bij de Raad
van Kerken en Justitia et Pax. Ze liet zich
niet meer overhalen tot een terugkeer in
Minister Klompé slaat in 1961 haar 'eerste
paal' in de Jordaan in Amsterdam.
scheikunde in Utrecht, promoveerde zelfs
(voor die tijd ook tamelijk ongewoon) en
werd lerares op een aantal scholen voor
welgestelde meisjes in Nijmegen. Door
haar verzetswerk in de oorlog en vertegen
woordigende functies in de vrouwenbewe
ging eind jaren veertig, waarvoor zij zelfs
de Algemene Vergadering van de Verenig
de Naties toesprak, speelde zij zich in de
kijker bij de KVP. Carl Romme, de toenma
lige politieke voorman van de katholieken,
schiep welbehagen in de resolute en recht
lijnige Arnhemse en bezorgde haar in 194S
een zetel in het parlement.
Klompé heeft later een- en andermaal be
weerd dat ze nooit politieke ambities heeft
gehad, dat het parlementaire werk min of
meer op haar weg was gekomen. Maar
haar biograaf waagt dat te betwijfelen. Vol
gens Gerard Mostert heeft ze weloverwo
Marga Klompé met Joseph Luns, jarenlang
haar collega. foto's Nationaal Archief en KDC
Klompé hoogopgeleid en ongetrouwd
was, vormde natuurlijk ook een uitstekend
uitgangspunt voor een politieke carrière.
Wat verder hielp, was dat de politica zich
nimmer veel gelegen liet liggen aan het fe
minisme. Hoewel zij, zo benadrukt Mos
tert, de vrouwenzaak een grote dienst
heeft bewezen. „Ze was hoe dan ook de
eerste belangrijke vrouwelijke politicus. Ze
heeft de weg geëffend voor haar seksegeno
ten. Als zij er een potje van had gemaakt,
was het voor andere vrouwen later een
stuk moeilijker geweest om toegang te krij
gen tot de hoogste posten."
De vooruitstrevende KVP'er Klompé - ze
bewoog zich op de linkervleugel van haar
partij - maakte er geen potje van, daar zijn
vriend en vijand het over eens. Onder haar
leiding ontwikkelde het ministerie van Cul
tuur, Recreatie en Maatschappelijk werk
zich tot een krachtig departement, dat mid
den in de woelige jaren zestig stond en
veel vernieuwingen wist door te voeren.
Tot de belangrijkste wapenfeiten van
Klompé behoort de invoering van de Alge
mene Bijstandswet, die in 1965 van kracht
werd. 'Ik wilde een wet maken waar
op iedere burger een beroep kon doen,
met opgeheven hoofd, en waardoor hij
niet in een atmosfeer zou worden ge
plaatst, die in strijd zou zijn met zijn vrij
heid en met de waardigheid van zijn men
selijk persoon', zei ze er zelf over.
Mostert plaatst Klompé's engagement in
het perspectief van haar jeugd in Arnhem,
toen het gezin (moeder, drie zussen, een
broer) te maken kreeg met ernstige finan
ciële tegenslag nadat vader in een psychia
trische inrichting werd opgenomen, waar
hij zou overlijden. De Klompé's wisten
maar ternauwernood uit de klauwen van
de armenzorg en liefdadigheid te blijven.
Mostert, in zijn werkzame leven muziekdo
cent aan een conservatorium, werkte ruim
zeven jaar aan de biografie van Klompé.
Hij raakte er min of meer in verzeild via
zijn toenmalige echtgenote Anneke, die de
klus was begonnen, maar voortijdig kwam
te overlijden. „Ze vroeg me of ik het werk
wilde voortzetten en voltooien en ik vond
het een beetje ver gaan om nee te zeggen",
verklaart hij de totstandkoming van het
650 bladzijden tellende boek.
Toen hij begon, had hij weinig affiniteit
met de hoofdpersoon van zijn studie, zegt
hij. „Ik voelde een grote afstand tot Klom
pé. Langzamerhand kreeg ik wel iets met
haar. Ik ben haar in een aantal opzichten
gaan bewonderen, vooral om haar voor
die tijd progressieve standpunten. Maar de
distantie is gebleven. Het is eerder respect
dan sympathie of genegenheid."
Over de mens Marga Klompé achter de po
litica is hij minder te weten gekomen dan
hij wilde. Wat dat betreft, zit er zoiets als
een tweedeling in het boek. Het privéle-
ven in de Arnhemse jaren van Klompé (zij
bleef overigens tot in de jaren zestig in de
weekeinden naar Arnhem gaan, dat zij
nog steeds als haar woonplaats beschouw
de) is redelijk goed gedocumenteerd, maar
het leven in Den Haag blijft schimmig. Het
is alsof Klompé eenmaal in de residentie
de deur van haar appartement aan het
Smidswater achter zich dichttrekt. „Ze was
niet scheutig met de mededelingen over
haar privé-leven. Niet in geschrifte, in dag
boeken, ook niet tegenover mensen met
wie zij destijds verkeerde", zegt Mostert
met enige spijt.
De Haagse jaren staan vooral in het teken
van de politiek. Mostert: „De grens tussen
haar privébestaan en open
baar leven zijn ook moei
lijk te trekken. Eigenlijk
moet je constateren: haar
werk was haar leven."
Gerard Mostert - Marga
Klompé, 1912-1986. Een
biografie. Uitgeverij Boom.
Prijs: 34,50 euro.
reageren?
spectrum@wegener.nl