reizen Tafeldekker De eerste operatie is het rechtzetten van de tafeltjes in strakke rijen van vier Zanzibar ruikt naar specerijen, ademt ze en leeft van en met specerijen. Frans van den Houdt bezocht het eiland voor de kust van Tanzania. Zaterdag 22 oktober 2011 reizen@wegener.nl I 024-3650360 o Het is warm. Op het marktje van Versailles wordt ge puft en gehandeld. De terrassen rondom zitten vol. Fransen drinken hun espresso en grand crème. Ook een petit ballon wijn glijdt al naar binnen, net als, heel voorzichtig het eerste biertje. Het is bijna lunchtijd en om dat wij nog moeten werken, houden we het bij koffie en croissants. Op de terrassen is veel te zien. Ik bestudeer de obers die af en aan lopen. Groot zilverkleurig dienblad, por tefeuille om hun middel, zwarte pantalon, wit shirt, zwarte gilet. Hoe kan dat nog altijd net zo zijn als veertig jaar gele den? Zelfs het wisselgeld komt nog steeds uit dezelfde zak. Een kleintje aan de zijkant van het gilet. Met twee vingers worden de munten gezocht, dan geteld en vervolgens achte loos op het schoteltje geworpen. Net als vroeger. Ineens zie ik een jongeman die roerloos bij ons terras staat. Hij was mij nog niet eerder opgevallen, het lijkt wel een standbeeld. Er is iets met hem. Slordig gekleed, kapotte gympen, vieze handen. Hij houdt een fles drank vast, maar van drinken komt maar steeds niets. Roerloos staat hij daar, met een wezenloze glimlach op het gezicht. Een jongensgezicht. Gaaf knap en vriendelijk. Dat is het. Daar om valt hij me op. Het is niet de afgetobde zwerver, die de sporen van het hopeloze bestaan over zijn hele lichaam meedraagt. Nee, dit zou ieders zoon kunnen zijn. Een vriend van mijn zoon, m'n eigen zoon. Wat is er met hem aan de hand? Niemand trekt zich iets van hem aan. Voorbijgangers, terraszitters, obers en marktlui, hij valt hen niet op. Mij wel. Er is trouwens nog een opvallende verschijning waar te nemen. Een man die de afgelopen dagen op verschillende locaties bij het marktplein al is ge signaleerd. Een Chinees, een kunstschilder. Hij zit op de grond, bruin pakpapier met punaises geprikt op een bord dat hij schuin tegen een muur heeft ge zet. Nauwkeurig kijkend zet hij in ferme streken het ene na het andere Franse tafereel op. Wah Chong heet hij, denk ik, want dat staat onderaan het portret dat hij be zig is te schilderen van ons terras. Vertellen kan hij het mij niet, want hij spreekt geen andere taal dan Chinees. Geen woord Engels en al helemaal geen letter Frans. Ik kom daar om ook niet veel te weten van zijn artistieke aspiraties. Wel zie ik dat ook zijn oog is gevallen op de stille jongen. In rap tempo staat die er op. Precies zoals hij is. Onbeweeglijk. Maar plots gebeurt er iets. Iets vreemds. Het lunchgedeelte van het terras wordt opgedekt. Obers werpen geroutineerd bestek en servetten op de tafels. Er wordt niet veel aan dacht aan besteed. Stoelen staan schots en scheef, tafels ver schuiven van plaats. Ineens komt de jongeman in actie. Hij loopt het restaurantje in en komt een minuut later terug. Even slordig, maar nu met schone handen. Hij loopt tussen de tafels door. Met een timmermansoog bekijkt hij het ter ras. De eerste operatie is het perfect rechtzetten van de tafel tjes in strakke rijen van vier. Dit wordt door hem met uiter ste precisie gedaan. Dan volgt de ordening van het bestek en de andere zaken die op de tafels liggen. Daaraan wordt zo mogelijk nog meer aandacht besteed. Minutieus gaat de jongen te werk. Lepeltje voor lepeltje, vork voor vork. Alles moet perfect Ik heb geen idee welk ziektebeeld eraan ten grondslag ligt, maar het lijkt mij niet normaal. Ook niet ge vaarlijk trouwens. Autisme? De obers kijken geamuseerd toe. Het is blijkbaar een be kend fenomeen. De tafeldekker van Versailles. Weer eens wat anders. Na een half uur is hij klaar. Een laatste blik dwaalt over het terras, er staat nog één stoel uit het lood. Dan is het voorbij. Hij krijgt z'n fles terug en een paar euro munten toegestopt. Vriendelijk lachend loopt hij weg, er is geen woord over zijn lippen gekomen. Ik vind dat fascine rend. Het einde van de dag besluiten we rond een uur of zes met een glaasje pastis. We lopen door de kleine straatjes van het oude centrum rond de markt. Daar zitten ze op een hoekje van het antiekstraatje. De Chinese schilder eet een droog stokbrood. De zwijgende jongen drinkt uit zijn fles. Ze heb ben elkaar duidelijk gevonden. Twee bijzondere types. Bei den doen er het zwijgen toe, terwijl er zoveel te bespreken zou zijn. Maar de plicht roept. De Chinees laat zijn oog val len op een nieuw tafereeltje, de jongen loopt naar het ter ras. Zo dadelijk wordt opgedekt voor het avondeten. Aan het werk. g n daar lopen onze 6 kruidenkippen", zegt Hatibu aan het eind van de rondleiding MM over Spice Farm in hartje Zanzibar. Omdat niet ieder een zijn grapje lijkt te begrijpen, wijst hij nog graag op het voordeel 'dat je bij het koken geen spece rijen meer hoeft toe te voegen, om dat ze die hun hele leven hebben gegeten." Wie op Zanzibar is, kan niet om de specerijen heen. In de winkel tjes met hun glazen potten en jute zakken in de kronkelende straatjes van Stone Town en op de uitge strekte velden daarbuiten. Steek je neus in de lucht, pluk de vrucht of bast van een boom of trek een wortel uit de grond en je ruikt kar demom, nootmuskaat, kaneel, kruidnagel, vanille, zwarte peper, turmeric, citroengras, gember. Het bedrijf, in handen van de over heid, ligt op het hoogste punt van het eiland. 15 hectare specerijen en fruit. Dagelijks zijn er excursies voor toeristen, die urenlang gefasci neerd ruiken, proeven en aanra ken. Hatibu begint met het fijn- wrijven van het blad van een hoge boom. Wat we ruiken? „Uh, niks." Hij plukt een vrucht. „Uh, nog steeds niks." Als hij de vrucht openbreekt en er een bolletje uit peutert, dringen vaag de eerste be kende geuren door. Maar pas als hij het bolletje in tweeën breekt, weten we het: nootmuskaat! De meeste planten hebben naast hun aromatische kwaliteiten ook ande re, nuttige bestanddelen. Zo wordt olie van de kaneelboom gebruikt vanwege zijn antiseptische, verwar mende eigenschappen. Gember en nootmuskaat zijn goed voor de po tentie. Het belangrijkste exportpro duct van Zanzibar is kruidnagel, waarvan 90 procent groeit op Pem- ba, dat met het grotere Unguja en vele kleine eilandjes Zanzibar vormt, een semi-autonome regio van de republiek Tanzania. De hoofdstad is Zanzibar City, waar van het oude deel, Stown Town, op de werelderfgoedlijst staat. Het hart van de historische stad wordt gekenmerkt door nauwe straatjes, met vele kleine winkel tjes met kleding, specerijen en sou venirs, waarin je als in een dool hof snel verdwaalt. Met een eeu wenoud fort, het huis waar David Livingstone verbleef het geboorte huis van Queen-zanger Freddy Voetballen op het strand, soms doen de Masai een potje mee. foto Johan Bosveld

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 92