in de ban van bendes spectrum 10 Een stel apen Zaterdag 22 oktober 2011 Het gebeurt niet vaak dat een politiek leider door boeven wordt neergemaaid. Toch over kwam dat deze' week een chef van Ennahda, de partij die de Tunesische verkiezingen kan winnen. Hij was in een bank toen die werd overvallen. Tunesië is na de val van dictator Ben Ali begin 2011 onveiliger. Neem mijzelf: voor het eerst van mijn leven beroofd. Ik had een afspraak in de medina, het hart van elke Arabische stad. Die van Tunis is niet al te serieus, hooguit vijfhonderd steeg jes. Maar die waren wei krankzinnig druk. Het geschuifel rond de Zitouna Moskee deed me denken aan tv-beelden uit Mekka. Ik was te vroeg en ging koffiedrinken. Toen de rekening kwam, bleek mijn portemonnee I weg. De rits van mijn jas was open en ik herinnerde mij de twee jon gens die in het gedrang voor mij het steegje blokkeerden. Ik stopte, iemand liep vanachter tegen me aan. Daarop greep de grootste van de twee jongens de kleinere vast en trok hem een zijsteegje in. Een gijzeling, speelde door mijn hoofd. Een klassieker: aandacht afgeleid, gerold. Geïsoleerd akkefietje, dacht door ik- Niet al te ernstig. Maar dat zat Cees van Zweeden anders. Ik meldde het voorval aan een Tunesische kennis. Ze was niet verbaasd. Een maand geleden poog den twee mannen haar tas van de schouder te trekken, in mei was haar handtas uit een vergaderzaal gestolen en daarvoor waren twee Vr vriendinnen aangevallen toen ze hun koffer in de achterbak van een taxi legden. In de jaren voor de val van de dictator had ze nooit iets meegemaakt Logisch, zou je denken. De dictator sloot alle cri minelen op en liet ze grondig martelen. Maar er is meer aan de hand. Het verhaal gaat dat Ben Ali voor zijn vlucht bij wij ze van afscheidsgeschenk de celdeuren opende. Duizenden criminelen kwamen op vrije voeten. Na zijn val kreeg de poli tie, door een minister 'een stel apen' ge noemd, opdracht zich aan de wet te hou den. Daar waren ze niet voor opgeleid. Ze sloten zich op in hun bureaus, daar mee vrij baan gevend aan de criminelen. Ik ging naar een politiebureau om aangif te te doen. Dat stuurde me naar een an der bureau, dat me verwees naar een der de adres. Ik trof er Samir Djebenieni, 'chef de poste'. Deze officier had geen computer, maar achter hem had hij ze ven diploma's op de muur geplakt. Hij luisterde, maakte notities met een gou den pen, toonde zijn tanden - waarvan enkele van hetzelfde edelmetaal - en grijnsde: „We lossen dit probleem op." Een half uur later stond ik buiten met een attestatie: verlies van perskaart, rijbe wijs, 450 dinar en twee treintickets. Mij viel het lage opleidingsniveau van de agenten op. In Tunesië spreekt vrijwel ie dereen Frans omdat alle middelbare scho len tweetalig zijn, maar van de politie mannen die ik tegenkwam, sprak alleen Djebenieni een beetje Frans. En zelfs hij vroeg: „Hoe schrijf je eigenlijk 'billet'?" Ofwel, Frans voor ticket Logisch, zei mijn kennis. „Tijdens de dictatuur was het toelatingscriterium dat je goed kon knuppelen." Dat klopt Tijdens de revolu tie sloeg de politie voor mijn ogen tal van mensen met houten knuppels tot pulp. En soms gebeurt dat nog steeds. Nadat de minister vorige maand de poli tie voor 'een stel apen' had uitgemaakt, maakte een blogger een grap over een ba naan. Aziz Amami werd een bureau inge- sleurd en in elkaar geslagen. Israel Ticas schoffelt uren met zijn team in de drassige bodem van een maïsveld in Zaca- tecoluca, ten zuidwesten van San Salvador. Door de constante regen is de akker een troosteloze modderpoel, maar de forensisch onderzoeker van het Salvadoraanse Openbaar Mi nisterie werkt onverstoorbaar door. Dan houdt hij stil. „De grond verandert hier van kleur. Ik denk dat hij hier ligt." Hij haalt voorzichtig wat stenen weg. Tussen de grijze klei verschijnen een stuk broekriem en een boxershort. Hij trekt de stof voorzichtig opzij, waardoor een donkerbruin stuk bot zichtbaar wordt. „Dat is zijn bekken. En daar, een ruggenwervel." Weer een clandestien grafj weer een vermiste Salvadoraan die dood blijkt. El Salvador is vertrouwd met verdwijningen en clandestiene graven. Tijdens de bloederige burger oorlog van 1980 tot 1992 kwamen in het land 75.000 mensen om, terwijl er nog eens 30.000 van de ongeveer 8 miljoen inwoners verdwenen. Veel slachtoffers van ontvoeringen werden in de jaren na de burgeroorlog teruggevonden in massagra ven. Nog veel meer zijn nooit gevonden. Sinds kort verdwijnen er opnieuw mensen en dui ken er links en rechts geïmproviseerde graven op. Na de eerste vier maanden van dit jaar stond de teller op 179, een verdubbeling ten opzichte van 2oro. Het werkelijke aantal ligt waarschijnlijk veel hoger, maar een centrale databank van vermisten El Salvador wordt twintig jaar na de bloedige burgeroorlog opnieuw geteisterd door verdwijningen en clandestiene graven. Niet de doodseskaders van weleer, maar gewelddadige straatbendes zitten erachter. Deze zogenoemde maras hebben het land in een angstpsychose gestort. tekst en foto Jan-Albert Hootsen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 88