breekt de euro op
De schuldencrisis trekt een spoor van vernieling door Europa.
Hoe zijn we in dit moeras verzeild geraakt?
'Dat landen elkaar in gaten
houden, is het miskennen
van de menselijke natuur'
Laksheid
door Ans Bouwmans en Hans de Bruijn
e afgelopen tien jaar kun je beschou-
I wen a's ver'oren- We zijn na de intro-
I ductie van de euro laks geworden."
M Yannis Papantoniou, de Griekse
B oud-minister van Financiën, grabbelt
in zijn la en tovert een A4'tje tevoorschijn, waarop te
zien is dat Griekenland tot het jaar 2000 op de goede
weg was. „Al die bezuinigingen om bij de euro te kun
nen horen. Al die deadlines waaraan we moesten vol
doen. Zonder die inspanning zouden we nu nog een
arm, instabiel Balkanland zijn. Als we hadden doorge
zet, hadden we daarvan nu de vruchten geplukt. Maar
dat gebeurde niet, we lieten de teugels vieren."
De Griekse schuldencrisis heeft een structurele weeffout
in de euro blootgelegd. Het was de bedoeling dat zwak
ke en sterke economieën in Europa naar elkaar toe zou
den groeien door de eenheidsmunt. In plaats daarvan
wakkerde die met zijn lage rente het leven op de pof
aan, met desastreuze gevolgen voor achterblijvers als
Griekenland en Portugal.
In plaats van te investeren en efficiënter te produceren,
stegen de lonen en werd vooral geld uitgegeven aan een
beter leven. Papantoniou: „Het voelde alsof we Zwitser
land waren, met die stabiele rentes. De reactie van de
Grieken - en van iedereen in Zuid-Europa - was: lenen
en uitgeven. We deden geen moeite meer om concurre-
render te worden. Toen we binnen waren, wilden men
sen genieten van de euro."
Aloude problemen - zoals een slechte belastingmoraal,
een te grote publieke sector, vriendjespolitiek en een ge
brekkig investeringsklimaat - werden niet aangepakt
door Papantoniou's socialistische regering, noch door de
daaropvolgende conservatieve regering. Zij hebben ver
zaakt, erkent hij. Maar niemand zei er wat van. De euro
bracht Griekenland wel de makkelijke toegang tot finan
ciële markten, maar niet de tucht van de markt. Het
kreeg leningen tegen dezelfde lage rente als de rest van
de eurozone. Kredietbeoordelaars hadden'geen kritiek.
„De financiële markten waren blind voor de zwakten
van Griekenland."
Ook vanuit Brussel bleef het oorverdovend stil. „Welke
sanctie was er voor de Grieken omdat zij hun pensioen
stelsel, arbeidsmarkt of industriebeleid niet hervorm
den? Géén!", zegt Guy Verhofstadt, premier van België
van 1999 tot 2008. „De oorsprong van de Griekse crisis
is niet alleen de staatsschuld of het frauderen met cij
fers. Het gaat om de slechte economische prestaties en
gebrek aan concurrentiekracht. En dat komt weer door
dat niemand hen dwong effectief iets te doen."
Wie wil begrijpen hoe de schuldencrisis zo heeft kun
nen ontsporen, moet terug naar het begin. De euro was
een project van idealisten die er te weinig rekening mee
hielden dat een munt alleen kan functioneren als hij
wordt geschraagd door een economische en politieke
unie. Ook waren politieke overwegingen al meteen be
langrijker dan de begrotings- en schuldregels die in het
Verdrag van Maastricht en in het stabiliteitspact waren
vastgelegd.
Griekenland - 'bakermat van de democratie' - moest net
als Spanje en Portugal bij de hand genomen worden.
België en Italië hoorden er vanzelfbij, al hadden ook zij
net als Griekenland een te hoge staatsschuld. „Men
dacht: laten we zo veel mogelijk landen meenemen. Het
stabiliteitspact bevat wel voldoende disciplinerende ele
menten", blikt Verhofstadt terug. „We dachten dat de
zwakste landen zich wel aan de sterke zouden optrek
ken. In het begin leek dat ook te kloppen."
De eerste tekenen dat het fout zou gaan, waren zicht
baar rond 2004, zegt Verhofstadt. „Het werd duidelijk
dat de doelstellingen niet werden gehaald, dat de ver
schillen zelfs groeiden binnen de eurozone. En toen
bleek dat ook de Fransen en Duitsers zich niet aan het
pact hielden. Dat creëerde het gevoel van: jongens, laten
we het niet te moeilijk maken."
De twee leidende eurolanden lapten de regels - maxi
maal 3 procent begrotingstekort en een staatsschuld van
60 procent - zelf aan hun laars. „Het stabiliteitspact was
niet bij machte fiscale discipline op te leggen. In theorie
kon de Europese Commissie boetes opleggen aan lan
den die de regels overtraden. Maar er is nooit iemand be
boet", zegt de Griekse Miranda Xafa, oud-bestuurder
van het Internationaal Monetair Fonds.
De Commissie bleek een tandeloze tijger, die aan de
kant werd geschoven door de regeringen (de Europese
Raad). „Het idee was dat de landen elkaar in de gaten
zouden houden. Maar dat is de menselijke natuur mis
kennen", zegt Verhofstadt. „In dit systeem bestraft nie
mand zichzelf. Ik heb daar negen jaar gezeten en maak
te nooit een Raad mee waarbij iemand opstond, met de
vinger wees naar een collega en zei: 'jij houdt je niet aan
het stabiliteitspact' of'jij versterkt je economie niet'. Dat
doe je niet. Dat is net als tegen automobilisten zeggen:
'als een van jullie een overtreding begaat, mogen de an
dere automobilisten beslissen of die een boete moet krij
gen'. Denk je dat er dan veel boetes worden uitge
deeld?"
Dat de schulden ineens zo'n probleem werden, komt
door de financiële crisis die in 2008 uitbrak. Zonder cri
sis had Griekenland nog een tijd op de oude voet kun
nen doorgaan, denkt Papantoniou. Banken kwamen in
de problemen door de wereldwijde handel in hypo
theekpakketjes met verborgen risico's en dat maakte de
financiële markten en kredietbeoordelaars alerter op de
risico's van leningen. Veel EU-landen die al boven hun
stand leefden, moesten zich verder in de schulden ste
ken om hun banken te redden en de recessie te bestrij
den. Verhofstadt: „De kruik gaat net zolang te water tot
zij barst. En dat gebeurde in 2008."
Toen de markten eind 2009 hun vizier richtten op de
verzwakte schuldpositie in Europa, vooral die van Grie
kenland, verzaakten de politieke leiders opnieuw door
niet onmiddellijk orde op zaken te stellen, zegt Verhof
stadt. „Sindsdien hebben zij gepoogd dat met halfslachti
ge maatregelen op te lossen, waarbij zij voornamelijk