'Ik ken nu de mens achter de schilder' 3 spectrum Zaterdag 22 oktober 2011 Zelfportret van Vincent van Gogh, daterend uit 1890. Het behoort tot de collectie van het Musée d'Orsay in Parijs. Inzet: een foto van Vincent op 13-jarige leeftijd. derne kunstuitingen:het drong allemaal niet tot Vincent door. Ondanks de heftige con troverse om hem heenondanks het gebabbel bij de lunch en de discussies in cafés, ondanks de verontwaardigde recensies en de hartstoch telijke weerwoorden, ondanks de opwinding - om maar te zwijgen van de verbazende, ver warrende schilderijen - zei Vincent in de tijd dat hij in Parijs zat geen woord over het im pressionisme of de aanhangers daarvan'. Het meest afwijkend aan deze biografie is dat de schrijvers een meer eigentijdse kijk geven op de persoon Vincent van Gogh. Het romantische beeld van het miskende genie uit Lustfor Life, in 1956 verfilmd met Kirk Douglas in de hoofdrol, maakt nu plaats voor een veel naturalistischer be schrijving van Van Goghs personage. Hij wordt gepresenteerd als een zonderlin ge 'outcast', die afwisselend irritatie en me dedogen opwekt. Een type dat doet den ken aan zijn verre achterneef, de cineast Theo van Gogh. Ondanks al zijn goede be doelingen en inzet (fanatisme), komt hij vanwege zijn afwijkende karakter keer op keer in botsing met zijn omgeving. Innerlij ke strijd en geestelijke stoornis zetten hem aan tot onaangepast gedrag. Hij komt in conflict met zijn naaste familie leden, maar ook met maatschappelijke in stituten en tot relaties met vrouwen (ande re dan prostituees) is hij niet in staat. De auteurs zetten hem onverbloemd neer als een verknipt personage. Hard (vooral voor zichzelf), eenzaam, eigenzinnig en geniaal. Met de bril van onze 21e eeuw, ook een beetje een Amerikaanse, zien we Van Gogh vervormen tot een 'artiste provoca teur'. Aan de ene kant van de mythe wordt iets afgeknabbeld om er aan de an dere kant weer eigentijdse elementen aan toe te voegen. Zijn karakter wordt op nieuw gedefinieerd naar de normen van onze actuele beleving. Of dit werkelijk de definitieve biografie zal blijken, waag ik te betwijfelen. Zeker zul len er in de toekomst weer nieuwe schrij vers de uitdaging aangaan om Van Goghs karakter naar hun tijd te vormen. Iedere generatie krijgt zijn eigen Vincent. Steven Naifeh en Gregory White Smith, Vincent van Gogh: De Biografie (Nederlandse vertaling), Uitgeverij Bert Bakker, 2011, €39,95 (te koop in het Vincent van GoghHuis Zundert) Twee Amerikaanse juristen, Steven Naifeh en Gregory White Smith, schrijven een biografie over Vincent van Gogh. 'Hij is een belangrijker cultureel icoon dan Shakespeare of Bach'. door onze correspondent Haiminieke Keultjes Als Steven Naifeh nu naar De ster rennacht van Vincent van Gogh kijkt, heeft hij het idee dat hij de mens achter het schilderij kent. Het kostte hem tien jaar onder zoek, meer dan zesduizend pagi na's aan research en dagelijkse bij praatsessies met co-auteur Grego ry White Smith. Het was het waard. „Nu be leef ik zijn schil derijen op een veel intensere ma nier." Naifeh erkent dat de keus voor de schilder uit Zun dert een vreemde was. „We spre ken immers geen woord Neder lands, terwijl een groot deel van ons onderzoek draait om het be studeren van do cumenten. Over een tweederangs schilder kun je geen duizend pagina's volschrijven, dus we zochten een groot kunste naar met een gecompliceerd leven; een leven dat belangrijk was voor zijn werk. Alles wat Van Gogh schilderde - of het nu een vaas met bloemen was, een kamer of een ko renveld - was op een bepaalde ma nier een zelfportret. En hoewel je .een bibliotheek zou kunnen vullen met de boeken die over Van Gogh geschreven zijn, waren we ver baasd toen we ontdekten dat er nog geen complete biografie was." Naifeh en Smith namen in eerste instantie elf vertalers aan, een groep die zou groeien tot twintig. Geld was geen bezwaar. Sinds Nai feh en Smith elkaar tijdens hun rechtenstudie aan de universiteit van Harvard leerden kennen, gin gen ze een partnerschap aan. Die leidde niet alleen tot het schrijven van bestsellers, maar ook tot een goedlopend bedrijf dat een rang lijst van beste advocaten in de Vere nigde Staten publiceert. Smith bestudeerde anderhalfjaar lang, tien uur per dag, de vertaalde briefwisselingen tussen Van Gogh en zijn familie. „Af en toe werd hij gek van het gezeur van Van Gogh dié zijn broer Theo almaar vroeg om meer geld", weet Naifeh. Dat hun boek Van Gogh: The Life wereldwijd zoveel teweegbrengt, vindt Naifeh veelzeggend. „Ik durf de stelling aan dat Van Gogh een belangrijker cultureel icoon is dan William Shakespeare of Johann Se bastian Bach." Irritatie is er 00k, over de uitvergroting van één aspect uit de biografie: hun visie op de dood van Van Gogh. Volgens de Amerikanen heeft de schilder geen zelfmoord gepleegd, maar is hij neergeschoten door tieners in het Franse Auvers. „Dat krijgt alle aan dacht en met name in de Ameri kaanse pers gaat onze zorgvuldig aangebrachte nuance verloren. Als het onze bedoe ling was geweest om net als Dan Brown een soort De Da Vinei Co de (een boek waarin een mys terie wordt ontra feld met behulp van feiten en fic tie, hk) te schrij ven, hadden we er geen tien jaar van ons leven in gestoken. Omdat we dit wel een beetje hadden verwacht, heb ben we zelfs over wogen om het niet op te schrij ven. Maar de dood is zo'n belangrijk deel uit het leven van Van Gogh dat we het on mogelijk konden schrappen." Dat het Van Gogh Museum in Am sterdam hun conclusies niet om armt, vindt Naifeh logisch. „Het Van Gogh Museum is een insti tuut, het is logisch dat zij daar voor zichtig zijn in hun uitspraken. Greg en ik zijn van huis uit advocaat, dus we hebben er met een juridi sche blik naar gekeken. Aan de hand van het bewijs zijn wij er van overtuigd dat het zo gegaan is. Maar we weten het niet zeker." Naifeh denkt dat deze lezing over de dood van Van Gogh de mythe rond de schilder niet verstoort. „Hij probeerde de twee jongens die hem waarschijnlijk per ongeluk - het was beslist geen moord - heb ben neergeschoten, te beschermen door te doen alsof het een poging tot zelfmoord was. En hij verwel komde de dood, want hij wilde zijn broer Theo niet langer tot last zijn. Wij vinden dat een nobele en ontroerende gedachte."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 81