Je mag geen spectrum 2 Zaterdag 15 oktober 2011 Wat jarenlang binnenshuis bleef, kwam dit jaar opeens naar buiten. Een opnamestop, begin dit jaar, bij verpleeghuis De Stelle in Oostburg, werd in juli gevolgd door een kri tisch rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. En dat loog er niet om. De Stelle werd dan ook tot november onder 'verscherpt toezicht' geplaatst. door Martijn de Koning foto's Peter Nicolai De Stelle Oostburg Verpleeghuis De Stelle in Oostburg is in 1978 gebouwd, tegen het naastgelegen Antoniuszie- kenhuis. Aanvankelijk vulden het hospitaal en het verpleeghuis elkaar aan. Tegenwoordig is het ziekenhuis van 'concurrent' ZorgSaam. Woon zorg huurt wel nog een aantal diensten in bij Zorgsaam. Beide organisaties werken ook op ver- schilende vlakken samen. Woonzorg ontstond in 2000, uit een fusie van Verpleeghuis West-Zeeuws-Vlaanderen en Protestantse Ouderenzorg West-Zeeuws-Vlaan deren. De nieuwe organisatie bestond uit ver pleeghuis De Stelle in Oostburg en de woonzorg centra Rozenoord (Sluis) en Ter Schelde (Bres- kens). Later kwam zorgcentrum De Burght (Oostburg) daar nog bij en wordt Ter Schelde vervangen door Hooge Platen. De Stelle heeft 140 plaatsen. Er zijn drie afde lingen van 32 plaatsen voor dementerenden, en één somatische afdeling met 44 plekken. Daar verblijven en revalideren mensen met lichamelij ke klachten. Yolanda de Jong is nu het enige directielid van Woonzorg. Drie locatiemanagers hebben de dagelijkse leiding over de vier vestigingen. Twee van hen zijn net begonnen. Onder de locatiema nagers werken in totaal tien teamleiders. Bij Woonzorg werken bij elkaar zo'n 450 mensen. hote e Stelle scoorde in het rapport op tal van pun ten onvoldoende, waar door er volgens de in spectie reden was tot ern stige zorg. Zorgplannen waren niet in orde, de ene zorgverlener wist niet wat een ander had gedaan of geconsta teerd. Medewerkers waren overge plaatst naar andere afdelingen of zelfs andere locaties van Stichting Woon zorg West-Zeeuws-Vlaanderen, zon der de bijbehorende bijscholing. En er bleek sprake van enorme werkdruk, waardoor, schreef de inspectie, 'er spra ke lijkt van overleven, in plaats van werken aan verbetering'. Het bezoek van de inspectie vond plaats naar aanleiding van verschillen de tips. Dat bezorgde betrokkenen de inspectie zouden tippen, kon ook niet uitblijven. Want na een oproep van de ze krant om ervaringen over De Stelle te delen, ging nogal een beerput open. Betrokkenen, met name werknemers en oud-werknemers, willen zonder uit zondering niet met hun naam in de krant, ook niet als ze inmiddels elders werken. Het zorgwereldje in Zeeuws- Vlaanderen is immers klein, en voor je het weet word je als klikspaan gezien, geven ze aan. Daar komt bij dat perso neel van Woonzorg het niet meer ge wend is om misstanden te melden, ver tellen meerdere betrokkenen. „Dat hebben we wel afgeleerd." De problemen bij De Stelle zijn exem plarisch voor de gang van zaken bij de hele organisatie, blijkt uit de verhalen. Want ook bij de drie zorgcentra van Woonzorg spelen dezelfde problemen in meer of mindere mate. Het begon al eind jaren negentig lang zaam mis te gaan, vertelt onder meer Jan Vermeulen*. Hij kwam in 1990 als beginnend verzorger in De Stelle te recht. „De leiding kreeg een enorme drang om te vernieuwen. Ze voerde al lerlei zaken in die in de praktijk hele maal niet werkten. Er was geen ruimte voor, of simpelweg geen tijd. Het zal toen nog wel met de beste bedoelin gen zijn geweest, maar het werkte ge woon niet. Terwijl er wel veel geld, tijd en energie in die vernieuwingen ging zitten." Marijke Janssen* herkent het verhaal. Ze werkt al enkele tientallen jaren voor Woonzorg, waarvan de laatste tien jaar in één van de zorgcentra. Ook zij heeft het over geldverspillende pro jecten. „We gingen op cursussen, er gens in het land, waar we helemaal niks aan hadden." Janssen vertelt over de keuzevrijheid die bewoners tijdens het eten moesten hebben. „De leiding vond dat ze aan tafel nog moesten kun nen kiezen. Voor iedereen werden dus twee menu's gekookt. Wat overbleef, werd weggegooid. Dat was dus min stens de helft. En dat gebeurde dus bij alle centra." In 2003, kort na de fusie waaruit Woonzorg voortkwam, koos Ver meulen eieren voor zijn geld. Hij ging werken bij ZorgSaam. „Het werd me allemaal te veel. Zeker toen het ook nog normaal werd om het perso neel te intimideren." Het 'klein hou den' van medewerkers werd een nor male gang van zaken bij een aantal ves tigingen, blijkt uit verhalen van mede werkers. „Ik heb het één keer aange durfd om zelf naar kantoor te gaan en te zeggen dat het zo niet kon", vertelt Vermeulen. „'Wie ons beleid niet steunt, moet maar vertrekken', kreeg ik te horen. Dat ging in de praktijk ook zo. Mensen met te veel kritiek werden ontslagen, of minstens overgeplaatst." Personeel liep ook zelf weg. „Zeker de hoger geschoolden, die gemakkelijk el ders terecht konden", geeft Vermeulen aan. „Anderen raakten overspannen. Daardoor kwam er gebrek aan deskun dig personeel, waardoor het op de werkvloer ook steeds vaker mis ging." In de jaren daarna werd het alleen maar erger, vertellen betrokkenen. Mensen met kritiek werden, onder val se voorwendselen, een salarisschaal omlaag gezet. „Ze haalden er van alles bij om dat te rechtvaardigen", zegt Jans sen. „Ik kon er opeens niks meer van. 'Ik zou mijn eigen moeder nooit aan jullie toevertrouwen', zei een leidingge vende eens op onze afdeling. Nou, dat komt aan hoor." Het leidde ertoe dat mensen in een 'verbetertraject' terecht kwamen. Niet iedereen pikte dat; het leidde tot ontslag en juridische proce dures. „Daar ging het geld en de ener gie van de leiding dus heen", klinkt Janssen verbitterd. Vooral de direct-leidinggevenden als locatiemanagers maakten zich schuldig aan die praktijken. De directie krijgt vooral het verwijt nooit te hebben in gegrepen. De cliëntenraad herkende de problemen ook. „Het was ons al enige tijd duidelijk dat er een personeelste kort was", vertelt voorzitter Ad van Kuijk. „We hadden niet het idee daar als cliëntenraad echt iets aan te kun nen doen. 'We werken er hard aan', vertelde de directie ons steeds." Maar er was meer aan de hand. Adviezen van de raad werden met grote regel maat terzijde geschoven, geeft Van Kuijk aan. „Vaak ging het om kleine dingen, die makkelijk verbeterd kon den worden. 'Waarom voeren jullie dat nu niet gewoon even door', dach ten we dan." Van Kuijk weet het nog steeds niet, maar heeft wel een vermoe den. „In de oude situatie zaten er nog al wat bestuurslagen tussen de directie

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 88