ii
'Niet elke militair wil vrachtwagenchauffeur of conducteur worden'
'Ik kan nu mijn ei niet kwijt'
'Ik wil graag duidelijkheid'
Ed Lugthart van de militaire vakbond AFMP
donderdag 13 oktober 2011
zoekt burgerbaan
dat ze een baan moeten zoeken in
de burgermaatschappij. „Dagelijks
krijgen we gemiddeld drie nieuwe
aanmeldingen", zegt Michel Wer-
neri van Opus Novus, een arbeids
bemiddelingsbureau voor oud-mi
litairen.
Volgens Defensieminister Hans
Hillen hoeft personeel zich geen
zorgen te maken omdat het be
drijfsleven 'met open armen' staat
te wachten. Hij doelt daarmee op
convenanten die zijn gesloten met
onder meer Transport en Logis
tiek Nederland en de NS. „Dat is
mooi, maar personeelsleden moe
ten zelf hun keuze kunnen maken.
Niet elke militair wil vrachtwa
genchauffeur of conducteur wor
den", zegt Ed Lugthart van de mili
taire vakbond AFMP.
Defensiepersoneel staat in het alge
meen als goed bekend, vanwege
de stevige basisopleiding, stressbe
stendigheid en doelgerichtheid.
Nadelen zijn er ook. Zo worden
militairen breed geschoold, waar
door ze voor een functie in het be
drijfsleven vaak bijscholing nodig
hebben. Dat ze hiërarchisch zijn, is
volgens Werneri een vooroordeel.
„In een gevechtssituatie is hiërar
chie van levensbelang. Maar daar
buiten is de inbreng van de groep
groot."
De lagere rangen zullen redelijk
makkelijk een civiele baan vinden,
denkt Werneri. Voor twee groe
pen verloopt de overstap lastiger:
jonge officieren en ouderen. „Voor
jonge officieren is het de vraag of
ze een passende baan krijgen. Ze
hebben enorm veel ervaring, maar
zijn relatief jong. Hun situatie sluit
vaak niet goed aan bij het bedrijfs
leven. Wellicht moeten ze eerst
een stapje terug doen, als investe
ring."
Het aandeel ouderen bij defensie
is hoog. Ruim 20 procent van de
medewerkers is vijftig jaar of
ouder. De bezuinigingen treffen
hen extra hard, omdat defensie
zich wil omvormen naar een jon
ge, flexibele organisatie met meer
soldaten en minder management.
Net als voor niet-militairen geldt
dat de arbeidsmarkt voor 45-plus-
sers weinig rooskleurig is.
Werneri ziet echter een lichtpunt
je: „Door de toenemende vergrij
zing zal hun positie op de arbeids
markt verbeteren." De bonden
zijn nog in overleg over een so
ciaal plan.
„De markt heeft geen ruimte voor een
oudere onderofficier", constateert Henri
Clausen (58) uit Leusden. Vanwege de
vaak hoge werkdruk en soms moeilijke ar
beidsomstandigheden, mag defensieperso
neel vervroegd met pensioen, het zoge
noemde functioneel leeftijdsontslag
(FLO). Drie jaar geleden was Clausen aan
de beurt. Tot zijn vreugde. „Ik had heel
mooi werk, maar de afgelopen vijftien
jaar volgde de ene reorganisatie of bezui
niging op de andere. Ik was er wel klaar
mee."
Financieel is de FLO geen vetpot, Clausen
ontvangt 70 procent van zijn laatst ver
diende loon. Bijverdienen mag, maar dat
blijkt in de praktijk niet makkelijk. „De
maatschappij zit niet echt te wachten op
een oudere beroepsmilitair ondanks het
feit dat hij te jong is om niet meer te kun
nen functioneren. Ik moet jammer ge
noeg constateren dat defensie niet veel
doet aan leeftijdbewust ouderenbeleid."
Alleen de eerste tien jaar van zijn carrière
lag hij regelmatig in een schuttersputje,
daarna was hij vooral actief als planner
en coördinator. De laatste twaalf jaar ver
zorgde hij bij defensie een trainingsweek
voor collega's die op uitzending gingen.
„Ik verzorgde alles, van lesmateriaal tot
planning, van absentielijsten tot onder
houd van het gebouw."
Clausen heeft een halfjaar bij het Vetera-
neninstituut aan een groot project meege
werkt.
Nu brengt hij 's ochtends met een taxibus
je kinderen naar school. „Prachtig en
dankbaar werk hoor, maar ik kan er niet
mijn ei in kwijt." Clausen is een regelneef,
maar het bedrijfsleven zit niet te wach
ten op een regelneef van 58 jaar, die wel
heel veel bijzondere ervaring heeft maar
niet alle papieren. „Ze zeggen nooit recht
in je gezicht dat je te oud bent, maar leef
tijd speelt natuurlijk een grote rol. Maar
ik blijf positief over het vinden van een
passende functie."
beeld Mark Reijntjens
„Wat ik het liefste wil? Bij defensie blijven
en doorgroeien; lekker aan de slag gaan",
zegt luitenant Marc van Sint Fiet (28) uit
Venlo. Want ondanks de enorme bezuini
gingen ziet hij nog toekomst bij zijn huidi
ge werkgever. „Ik heb na mijn vwo niet
voor niets voor defensie gekozen. Het is
avontuurlijk werk in een dynamische om
geving."
Maar dan moet er wel werk zijn. „De af
gelopen maanden heb ik vier keer gesolli
citeerd op een interne vacature. Tever
geefs. Voor een functie zijn nu 25 kandi
daten, normaal zijn dat er hooguit vijf."
Van Sint Fiet had op zijn 23ste als pelo
tonscommandant het bevel over 37 man.
Na uitzending naar Afghanistan was hij
bezig met de opbouw van een antitank-
eenheid in Oirschot toen hij vijfmaanden
geleden kreeg te horen dat de helft van
die eenheden zou worden opgedoekt.
Sindsdien is hij vooral bezig geweest om
zijn zeventien manschappen elders bin
nen defensie te stallen. Op een na is dat
gelukt. Nu moet hij voor zichzelf nog wat
weten te vinden.
„Ik snap dat zo'n grote operatie veel tijd
vergt, maar de onzekerheid knaagt aan
me. Ik ben flexibel en heb genoeg vertrou
wen in mezelf, daar ligt het niet aan.
Maar ik wil graag duidelijkheid, ook voor
het thuisfront. In januari hoop ik voor het
eerst vader te worden. We willen nu
graag kinderen omdat we dachten dat
we alles goed voor elkaar hadden."
Daarom kijkt Van Sint Fiet inmiddels ook
naar vacatures buiten defensie. Dat valt
nog niet mee. Niet alleen zijn de economi
sche tijden ongunstig, financieel wil hij er
niet op achteruit gaan. Leidinggevende
'burgerfuncties' liggen echter niet voor
het oprapen. „Bedrijven denken bij militai
ren vooral aan sergeants die een groep
staan te drillen. Ik wil hun graag laten
zien dat het leger veel meer te bieden
heeft, maar dan moeten ze me wel eerst
uitnodigen voor een gesprek."