Kernenergiewereld inspireert keringbeheerders 7 spectrum Zaterdag 1 oktober 2011 door Ben Jansen Ze hadden een afgeladen vol 1 programma, de twintig specia listen van kerncentrales uit elf landen die in de nazomer van 2008 een kritisch-collegiale blik op de gang van zaken in de kerncentrale Borssele kwamen werpen. Drie weken lang spraken ze met werknemers van hoog tot laag en namen ze procedures en veiligheidssystemen door. Maar de boog kan niet altijd gespannen staan en daarom was ook een programma opgesteld dat enige afleiding en ver strooiing moest bieden. Dat bracht het team van de World As sociation of Nuclear Operators (Wano) onder meer naar de Ooster- scheldekering, waar de kernenergie- specialisten zich vergaapten aan de manier waarop Nederland met gevaar lijk hoge waterstanden heeft afgere kend. In de gesprekken die volgden bleek de interesse wederkerig. De gast heren van Rijkswaterstaat waren on der de indruk van de uitwisseling van kennis en ervaring tussen de beheer ders van kerncentrales. Daar gelden strikte afspraken voor. De aanbevelin gen die een Wano-team na een in spectie van een kerncentrale doet, zijn niet vrijblijvend. De bedrijfslei ding van de bezochte kerncentrale moet aangeven hoe en wanneer de ad viezen worden opgevolgd en boven dien komen de Wano'ers terug om te controleren wat daadwerkelijk met hun aanwijzingen is gedaan. Dat leidt tot een optimale uitwisseling van ken nis en ervaring en tot wezenlijke stap pen in de vergroting van de veiligheid van kerncentrales. Veiligheid staat ook voorop bij het runnen van stormvloedkeringen. De beheerders ervan hebben zich ook verenigd om kennis en ervaringen te delen: in het internationale netwerk I-Storm. Dat heeft voorlopig nog een stevig Nederlands accent met de deel name van de Oosterscheldekering, de Maeslandtkering, de Hartelkering, de kering in de Hollandse IJssel, de Ha- ringvlietsluizen (alle van het Rijk) en de Ramspolkering tussen het Ketel meer en Zwarte Meer in West-Over ijssel (van het waterschap Groot Sal- land), maar ook de beheerders van de Thames Barrier in Londen, van de stormvloedkering in de baai van de Neva bij Sint-Petersburg en van de Mose-stormvloedkering in de lagune van Venetië doen mee. De toekomsti ge kering van New Orleans en de ke ring Emssperrwerk in de Duitse deel staat Nedersaksen gaan zich ook bij het netwerk aansluiten. De partners wisselen informatie uit en bieden el kaar de helpende hand. „Heel nuttig", verzekert Marielle Albers, manager van de Oosterscheldekering. „Bij de Maeslandtkering hadden we eens een onderdeel nodig dat de leverancier niet meer op voorraad had. De Tha mes Barrier had er een paar liggen en ze wilden de collega's in Nederland wel uit de brand helpen." De contacten tussen de keringbeheer ders zijn evenwel veel vrijblijvender dan die tussen de exploitanten van kerncentrales. Albers: „We zijn de werkwijze van de Wano met collegia le toetsing in ons netwerk aan het toe passen. We zijn er als keringbeheer ders van overtuigd dat we daar alle maal ons voordeel mee kunnen doen en dat de veiligheid die we met onze keringen bewerkstelligen nog verder kan worden vergroot." In het kader van het 25-jarig bestaan van de Oosterschelkering houdt I-Storm woensdag op Neeltje lans een internationaal symposium over keringbeheer in de 21ste eeuw. foto's Mechteld Jansen Waardenburg: „Toen moest de Tweede Kamer beslissen. Het was een fel debat. We zaten op de tribune en souffleerden Kamerleden met briefjes. Het parlement besliste dat Rijkswaterstaat een doorlaat bare dam moest ontwerpen. Het was een dubbeltje op z'n kant, maar de Oos- terschelde was gered." Teunissen: „Toen draaide iedereen bij: de aannemers za gen kansen en Rijkswaterstaat ontdekte de grootste uitdaging ooit" Er zit nog een staart aan het verhaal. In 1974 krijgt de studiegroep Zeeuws Meer? voor haar baanbrekende Oosterschel- de-rapport een prijs uit een oud fonds. Tineke van Oosten: „Ieder van ons 750 gulden. Dat was toen een maandsalaris. Klaasesz kwam de prijs uitreiken. Hij zei: jullie hebben de oplossing uitge werkt die wij aan het kabinet gaven en die Rijkswaterstaat moet prikkelen om een stormvloedkering te ontwerpen, maar laat hen dat niet merken. Als ze daar te veel het idee krijgen dat het een studenteninbreng is, dan gooien ze de kont tegen de krib. Wij gehoorzaamden braaf, maar ik heb die prijs altijd gezien als een soort zwijggeld."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | | pagina 95