reizen 4
m
Maffe vogel
X
(D
3T
Er is nog iets wat de
man niet tot een graag
ikt
geziene gast maat
Zaterdag 1 oktober 2011
reizen@wegener.nl
024-3650360
Onze Lieve Heer heeft vreemde kostgangers. Die uit
drukking hoorde je vroeger vaak. Ze wordt zelden
meer gebruikt. Er zijn inmiddels zoveel vreemde
kostgangers, dat het helemaal niet meer opvalt. En boven
dien, wat is normaal? Toch steken sommigen er nog altijd
met kop en schouders bovenuit. Zo kan men op het strand
van Barcelona regelmatig een zonderlinge figuur treffen, die
zeker als vreemde kostganger moet worden bestempeld. Ra
re snoeshaan kan ook.
Het betreft een niet al te grote, dikkige man van een jaar of
40. Zwart plakkerig krulhaar. Hij heeft iets van een Aborigi
nal. Met alle respect voor de Aboriginals, uiteraard. Het is
overduidelijk een man van rituelen. Zo hoort bij zijn strand-
spullen een tiental lange bamboestokken. Deze worden op
drie plaatsen in het zand gestoken, een meter of 15 van el
kaar vandaan. Een magische driehoek is gevormd. Althans,
zo interpreteer ik het. Onze vreemde vriend begint vervol
gens met zijn toneelvoorstelling. Die bestaat voornamelijk
uit het schijnbaar doelloos heen en weer lopen tussen de ge
plaatste bamboestokken. Dat lopen gebeurt natuurlijk niet
op een manier zoals de doorsnee wandelaar dat zou doen.
Nee, het is meer een soort eendenpas. Hij waggelt. Knieën
gebogen, handen op de bovenbenen. Als een Maori die met
de aanval dreigt. Zou hij dan toch ergens van Down Under
komen? Of heeft hij misschien erg veel plaatjesboeken over
inheemse volken gezien?
Soms loopt de man een stukje tussen de badgasten
door. De meeste mensen reageren ongemakkelijk.
Stel je voor dat hij wat zegt, of misschien onver
wacht iets krankjorems doet. Daar zit of ligt uiter
aard niemand op te wachten. Er is daarbij nog iets
wat de man niet tot een graag geziene gast maakt.
Hij heeft een grote fles op zijn hoofd, die hij al lo
pend in balans probeert te houden. De fles is half
gevuld met een gelig vocht. Wie de man langdurig
in de gaten houdt weet wat het is. Op gezette tijden leegt
hij zijn blaas in die fles. Voller er voller raakt het ding. Bad
gasten tonen angstige blikken wanneer onze vriend het
waagt in de buurt te komen met zijn wiebelende pispot.
Naarmate de dag vordert, zakt ook nog eens zijn lange on
derbroek gestaag verder van het achterwerk. Tegen een uur
of drie is de deconfiture compleet. Vreemd genoeg zegt de
man geen woord en wordt hij ook door niemand aangespro
ken. Hij is er gewoon en neemt zichzelf schijnbaar zeer se
rieus. Elke beweging gebeurt met grote omzichtigheid. Alle
activiteiten lijken een geheimzinnig doel te dienen. Het is
duidelijk dat de man de hoofdrol speelt in zijn eigen film.
Wij zullen nooit weten waar die over gaat. Is ook niet no
dig, het lijkt me geen kaskraker.
Elke keer als ik de vreemde kostganger zie, moet ik toch een
poosje gefascineerd blijven kijken. Wat zou er toch met die
man zijn? Waarom doet hij deze act elke dag met evenveel
toewijding? Vreemd ook dat een eenzame malloot een
groot stuk strand voor zichzelf kan claimen in het drukke
hoogseizoen. Hoe overvol het strand ook is, iedereen blijft
op grote afstand, ikzelf uiteraard ook. Geen zin om de och
tendurine op m'n kop te krijgen. Rare vogel.
Tegen het einde van de dag mag ik graag op een terrasje aan
de Paseo loan de Borbó een glaasje gebruiken. Het is nog
warm, zon genoeg, maar de meeste badgasten keren rustig
huiswaarts om zich voor te bereiden op de zoele Barcelone-
se nacht. Meestal lees ik een boekje of krant en daarom let
ik eigenlijk nauwelijks op de zomerse passanten. En dan in
eens zie ik die kop. Het is half zeven en in de verte herken
ik de maffe vogel van het strand. Ik heb hem nog nooit in
het wild gezien. Een grote bos bamboestokken zit vastge
sjord op zijn rug. De urinefles bungelt leeg aan de riem om
zijn middel. Er is iets vreemds aan onze vriend. Iets
vreemds gewoons. Hij loopt gewoon, heeft gewone kleren
aan en lijkt een sportvisser op weg naar huis. Heel gewoon.
En sterker nog, hij is niet alleen. Vrolijk koutend wandelt
hij aan de zijde van een niet onknappe dame. Het zou na
tuurlijk z'n verpleegster kunnen zijn, maar ik denk het niet.
Ze lopen hand in hand. Het stel passeert lachend en klet
send het terras, waar ik me bijna verslik in m'n biertje.
Hoe is het mogelijk? De rare man heeft gewoon verkering.
Dat is toch niet normaal? Of juist wel? Weer een vreemde
kostganger ontmaskerd. Het moet niet gekker worden.
Toch?