9 spectrum
Zaterdag 24 september 2011
foto Valerie
Kuypers/CPD
foto Jinks ANP
kender." Zijn vader kon in Vlissingen aan de
slag bij de Scheldewerf, zijn moeder kwam
te werken bij frietfabrikant McCain in Lewe-
dorp. Op tafel stonden altijd de allernieuw
ste aardappelproducten, grijnst Dibi.
Hoe mijlenver zijn leven nu afstaat bij dat
van zijn ouders toen, merkte hij toen hij in
2007 in Marokko kwam.
„Mijn familie wist dat ik Kamerlid was ge
worden, omdat het daar overal in het
nieuws was geweest. Het was alsof de ko
ning arriveerde. Het hele huis van mijn oma
was vol, iedereen wilde me zien. Ik droeg ge
woon een joggingbroek, terwijl zij dachten
dat iemand in een limousine zou aankomen.
Het was heel, heel raar.
„Mijn neven en nichten zijn van de genera
tie die nu demonstreert in al die Arabische
landen omdat er geen werk is. Ze hebben
het moeilijk en zien mij ook als mogelijke
uitweg, als wandelende pinautomaat. Het is
lastig daarmee om te gaan. Toen ik net Ka
merlid was, heb ik een bank voor mijn oma
gekocht, een koelkast, servies. Ik nam mijn
neven en nichtjes mee om kleren te kopen.
Eerst voelde dat heel goed, maar nu ben ik
terughoudender. Op een gegeven moment
verwachten ze dat je altijd je portemonnee
trekt. Alleen als het echt noodzakelijk is, doe
ik het nog, zoals voor een heupoperatie van
mijn oma."
Anders dan de neven en nichten zijn de vier
broers Dibi goed terechtgekomen. Twee van
hen voetballen op hoog niveau, de derde is
van 'straatwijs' jochie tot gezinsman gewor
den. Naar de oorsprong van hun succes kan
Dibi slechts gissen. „Er was altijd iemand die
vertrouwen in ons had, dat speelde een rol.
Bij mijn broer was het zijn voetbaltrainer die
zei: 'je bent een talent, je gaat het maken'.
Bij mij op school was het: 'je moet niet spij
belen, niet rellen, je kan echt iets worden'."
Zijn moeder hield de wind eronder. Huis
werk maken, naar school, op tijd thuis zijn.
„Mijn moeder was alleenstaand, met een
klein weduwepensioen, en had vier zoons
die allemaal iets wilden. Voetbal, tennis, een
computer, merkkleding. We zagen haar
'struggelen' om dat allemaal voor elkaar te
krijgen. Dat heeft ons ook iets geleerd: 1.
nooit meer die armoede en 2. we moeten de
top bereiken, ook om haar een goed leven te
geven. Dat is uitzonderlijk. Ik zie veel jon
gens waar niemand naar omkijkt. Dat zeg ik
niet als excuus voor hun gedrag, maar zo is
het. Die krijgen te horen: ga maar de straat
op, het is te druk binnen."
Op straat, dat was het Mercatorplein in Am
sterdam, waar Dibi na het overlijden van
zijn vader naartoe verhuisde. „Ik droomde
altijd al van Amsterdam, zoals elk kind in
Vlissingen droomde van de grote stad. Het
had een beruchte naam, dat vond ik span
nend. Voor mij was de grootste shock de
tram door de straat. Ik zag hoe jonge kinde
ren meesurfden op de treeplank. Het was in
mijn ogen het wilde leven."
Hij woont nog steeds in West en heeft geen
affiniteit met de vermeende voorliefde van
Groenlinks voor de grachtengordel. „Ik
moet vaak uitleggen waarom ik met mijn sa
laris nog niet aan de gracht ben gaan wonen.
Ik hou van de diverse levenstijlen hier. Ik
hou ervan een Surinaamse vrouw moppe
rend boodschappen te zien doen, om Marok
kaanse gasten met bontkraagjes te zien klie
ren of oude Amsterdammers te spreken aan
de toog in een buurtcafé. Het staat dicht bij
mezelf Veel jongens in mijn buurt denken
dat ik nu 'iemand' ben en een ander leven
leid, maar ik ben nog heel erg zoals ik was.
Zij zijn veranderd in hoe ze naar me kijken."
Hij worstelt met die beeldvorming. Liever
laat hij zien hoe 'gewoon' hij nog is, met af
getrapte gympies, een verschoten leren jack
en spijkerbroek. „Het is irritant van mezelf,
maar dat vind ik na al die jaren in de Kamer
nog steeds belangrijk: laten zien dat je nog
een van hen bent. Ik hoop dat jullie me nog
oké vinden. Een heel raar gevoel, een oer-
emotie. In de Kamer speelt het omgekeerde:
daar wil ik juist laten zien hoe goed ik ben,
hoe goed iemand als ik kan zijn. Geen ex-
cuustruus. Ik kreeg bijna elke dag te horen:
'je zit hier vanwege positieve discriminatie'.
Ik wil elke dag bewijzen dat ik wel degelijk
weet waar ik over spreek."
Leven in uiteenlopende werelden vraagt sou
plesse, heeft Tofik Dibi ervaren. „Je wordt
een mengelmoes van al die typen. Het kan
ook schizofreenachtig zijn. Maar ik ben er
dankbaar voor. Als ik mensen hoor zeggen
'de multiculturele samenleving is mislukt',
dan denk ik: je moest eens weten hoe het
ook kan zijn als je allerlei mensen bent tegen
gekomen in je leven. Mijn vader was voor
het huwelijk met mijn moeder met een Ne
derlandse vrouw getrouwd. En een deel van
haar aangetrouwde familie is aanhanger van
de PW. Kijk, dat vind ik nu rijkdom. Soms
is het lastig, maar het is rijkdom."
reageren?
spectrum®wegener.nl
Tofik Dibi
Geboren in Vlissingen op
19 november 1980.
Opleiding:
vwo via deelcertificaten;
studie Criminologie aan de
Vrije Universiteit (niet afge
maakt);
studie Media en Cultuur
aan de Universiteit van Am
sterdam (nog niet afge
maakt).
Sinds 30 november 2006 lid
van Tweede Kamer voor
GroenLinks. Woordvoerder
schappen: Onderwijs, Asiel
en immigratie, Justitie en
Veiligheid, Jeugd.
Sinds 11 januari 2011 frac
tiesecretaris GroenLinks.
Publicaties:
Naar een tweede seksuele revo
lutie! (manifest 2008).
Zeau 2001 (pamflet over het
integratiedebat, 2009).
De laatste Fatwa (manifest
over de islam, 2011).