spectrum 4
Schapen proberen opmars van de bospest te beteugelen
Hoogstammen hangen dit jaar vol met fruit
Zaterdag 24 september 2011
Het is een wijdverbreid misverstand dat de na
tuur het mooist wordt als je die helemaal aan
zichzelf overlaat De landschappen die in ons
land voorkomen zijn bijna altijd in hoge ma
te ontstaan en veranderd door menselijk toedoen en als
de menselijke factor ineens zou vervallen, zou dat desas
treuze gevolgen hebben. Dat geldt ook in gebieden die
op het eerste gebied heel natuurlijk ogen. De Clingse
bossen bijvoorbeeld.
Wie door de bossen bij Clinge wandelt komt de ene ver
rassing na de andere tegen. Tenminste.... Als je gewend
bent aan de flora en fauna die we in de rest van de pro
vincie hebben. Je hoort de welluidende roep van de
zwarte specht of het onopvallende gemiesper van zwar
te mezen en goudhaantjes en je ruikt de hele tijd de
heerlijke geur van dennenbomen. Ook nu nog vind je
allerlei bloeiende planten die elders schaars of afwezig
zijn, zoals het onaanzienlijke dwergviltkruid of de hel
dergeel bloeiende kruipganzerik. Met die bloempjes
van de kruipganzerik is iets merkwaardigs aan de hand.
De bloemen zijn afwisselend getooid met vijf of met
vier kroonblaadjes. En een variërend aantal kroonblaad-
jes komt bij planten maar uiterst zelden voor.
Genoeg even over planten en dieren. De kwestie is nu
dat die een actief beheer vergen willen zij kunnen
standhouden. Het bos vergt actief beheer! Eén van de
dingen die veel tijd en aandacht vergen is de bestrij
ding van de Amerikaanse vogelkers. De Amerikaanse
vogelkers is een uitheemse struik, die uit kan groeien
tot een flinke boom. Hij staat ook wel bekend als bos
pest, en dat is niet voor niets. Het is een heel agressieve
soort die de inheemse ondergroei vrijwel volledig kan
verdringen. Dan ontstaat er een saai en eenvormig bos
dat voor wandelaars en recreanten niet meer aantrekke
lijk is. En dat niet alleen. Door de open structuur en het
grove gebladerte biedt de Amerikaanse vogelkers ook
nauwelijks nestgelegenheid voor allerlei kleine zanger
tjes die normaliter in het bos broeden. Alle reden dus
om de Amerikaanse vogelkers een beetje te beteugelen.
Maar dat is bepaald geen sinecure!
Gelukkig zijn er veel vrijwilligers die ons helpen om
het probleem te beheersen. Eén van de manieren die zij
toepassen is de zogenaamde metermethode. Die be
helst het afknippen of afzagen van de jonge struiken op
de hoogte van ongeveer een meter. De struik reageert
daarop door onmiddellijk nieuwe takken en bladeren
te gaan vormen en bij een volgende snoeibeurt wordt
de stam weer iets lager afgezet Het voordeel is dat de
nieuwe uitlopers dan allemaal geconcentreerd zijn in
de top.van de afgeknipte struik, zodat je ze eenvoudig
kunt verwijderen. Op die manier worden de struiken
uitgeput. Vooral de exemplaren die in de schaduw
staan - en dat zijn verreweg de meeste - leggen door de
ze methode op den duur het loodje.
Een bos met allemaal van die afgeknipte struiken ziet
er even niet al te fraai uit Bezoekers stellen dan ook re
gelmatig de vraag wat er nou eigenlijk aan de hand is.
Je moet vaak uitleggen dat het juist gaat om het behoud
van een aantrekkelijk en gevarieerd bos. Maar momen
teel wordt er geëxperimenteerd met een methode die
het publiek juist erg leuk vindt We zijn bezig met bos-
begrazing door schapen. Die worden onder begeleiding
van een herder met honden in het bos losgelaten. Ze
zijn dol op de jonge uitlopers van de Amerikaanse vo
gelkers en verhinderen daardoor hopelijk een verdere
opmars van deze plaagsoort Zo hebben we dat althans
gepland en dat lijkt ook wel te lukken. Al moet erbij ver
meld worden dat schapen nu ook weer geen machines
zijn. Ze helpen prima met het opruimen van vogelkers,
maar als er eikels op de bosbodem liggen genieten die
de voorkeur. Pas als de eikels verorberd zijn, storten de
dieren zich op de vogelkers.
Schapen zijn dol op de jonge uitlopers van de Amerikaanse vogelkers. foto's Chiel Jacobusse
Zwarte mees
door Sandra Dobbelaar
Snuivend loop ik over het erf van Eddie
en Paula. Het is september, dat ruik je.
De meidooms hangen vol met rode bes
sen. De hazelaars laten hun eerste noten val
len. Bij mispel is de top gebroken door de
zware vruchten en ook de takken van de
hoogstammen hangen laag van het fruit. Ro
de appels, gele en groene, peren met of zon
der blos. Een prachtig gezicht. Enkele bomen
hebben hun vruchten al laten vallen.
De herfst is vroeg dit jaar. Ik raap wat mooie
Grauwe reinetten van de grond op. Eddie
zegt dat ik ze net zo goed kan laten liggen.
Hij heeft fruit in overvloed dit jaar. Boven
dien zijn het lekkere hapjes voor de vlinders.
In de schuur laat hij me zijn oogst tot nu toe
zien: stapels met kisten. Het bewaarbare
moes- en stooffruit staat achteraan. Terwijl
mijn handen over de glimmende, geurige
vruchten glijden, krijg ik uitleg over al die
rassen. Rambour de Flandre, een typische
Vlaamse appel, prima voor de moes; Ponds
peer, die bij het stoven mooi rood wordt;
Bergamotte Herault, een lekkere handpeer
waarvan nog slechts enkele bomen bekend
zijn. Jeanne d'Arc, Joseph Musch, Bloemee
zoet, Keijing... Schitterend om zoveel rassen
naast elkaar te zien. Ongelofelijk te weten
dat er nog zoveel meer zijn én dat ook de
kennis over de rassen er nog is.
Eddie is een van de vrijwilligers van Land
schapsbeheer Zeeland die elk jaar hoogstam-
fruitboomgaarden afstruinen op zoek naar
oude rassen. Deze mensen weten enorm
veel over de vroegere appel- en perenrassen
in de streek. Ieder jaar wordt wel een verge
ten ras ontdekt. In oktober is de groep ook
weer paraat tijdens de Hoogstamdagen die
in Zeeland gehouden worden. Men kan daar
dan eigen fruit laten persen door de Mobi-
pers en er zijn informatiestands en gezellige
kraampjes. Wie niet weet wat voor appel of
peer men in de tuin heeft, kan deze meebren
gen en door de vrijwilligers op naam laten
brengen. Wie weet wat voor ras er opduikt?
Meer info op www.landschapsbeheerzeeland.nl
Kruipganzerik
Deskundigen determineren fruit.
foto Sandra Dobbelaar