spectrum 4
él
Een wespendief in de moer
Horizonvervuiling?
Zaterdag 17 september 2011
De wespendief.
foto Chiel Jacobusse
Op zoek naar paddenstoelen, zijn Peter en
Niek één van de vele doodlopende wegelin-
getjes in de Moer ingelopen, als ze in de
berm een bruinachtige vogel zien zitten.
Eerst houden ze het voor een fazantenhen, maar als ze
dichterbij komen, blijkt het te gaan om een roofvogel.
Nou, die buizerd zal het ook niet lang meer maken zegt
Peter; er zwermen allemaal vliegen rond zijn kop. Dan
in een flits herkennen ze hem: het is geen buizerd,
maar een wespendief en die wordt belaagd door een
massa paniekerige wespen, omdat de wespendief bezig
is hun nest uit te graven!
De wespendief is een gespecialiseerde roofvogel die
vooral het broed van limonadewespen (gewone wesp
en Duitse wesp) als voedsel kiest. Als er weinig wespen
zijn neemt de vogel ook wel genoegen met hommels
en ook kikkers en jonge vogels staan op het menu. De
wespendief spoort wespennesten op door aan de bos
rand in een boom vanaf zijn zitpost vliegende wespen
te observeren.
Aan de hand van voedselvluchten ontdekt de wespen
dief waar het nest ligt en dat wordt uitgegraven en leeg
geroofd.
Wespendieven zijn in Zeeland geen vaste broedvogel.
De dichtstbijzijnde broedplaats ligt in de grensstreek
bij Hulst en mogelijk dat een vogel een enkele keer zijn
nest aan onze kant van de grens heeft. Maar zo'n nest is
bijzonder moeilijk op te sporen en de wespendief leidt
in de broedtijd een uitermate verborgen bestaan. Daar
komt nog bij dat ze zich bij het voedsel zoeken soms
meer dan vijf kilometer van het nest bevinden, dus ga
er maar aan staan.
In deze tijd van het jaar (en in het voorjaar in mei/juni)
trekken wespendieven door en de kans op een ontmoe
ting is dan wat groter. Een overtrekkende wespendief
wordt heel makkelijk verward met een buizerd, maar
de lange staart, lange nek en ver uitstekende snavel vor
men de belangrijkste verschillen. De vogel oogt slanker
en sierlijker dan een buizerd. Ook houdt de vogel tij
dens het zweven de vleugels wat platter dan een bui
zerd.
Specialisatie op bepaalde prooien is bij roofvogels eer
der regel dan uitzondering. Zo zijn er de op libellen en
zwaluwen jagende boomvalk en de sterk op muizen ge
richte torenvalk.
De visarend kun je in dit jaargetijde geregeld biddend
boven de Deltawateren waarnemen en wie wat geduld
oefent is niet zelden getuige van de vangst van een
flink uit de kluiten gewassen vis. Havik en sperwer zijn
typische vogelvangers en de buizerd is bij uitstek een
aaseter.
Terug naar de wespendief. Eigenlijk alles aan deze vo
gel is gericht op het roven van wespenbroed. De ver uit-
eenstaande tenen aan de lange sterke poten vergemak
kelijken het opgraven van de nesten. De dichte, schub-
achtige bevedering op de kop zorgen dat de vogel niks
te duchten heeft van de woedende wespenmassa's rond
de nesten en het spleetvormige neusgat is zo smal dat
het niet verstopt raakt door zandkorrels tijdens het gra
ven.
In het najaar komt het geregeld voor dat wespendieven
in een tuin neerstrijken. Dat zijn jonge exemplaren, die
over het algemeen weinig schuw zijn. Maar een volwas
sen beest die een wespennest uitgraaft zie je zelden of
nooit Peter en Niek waren zo sympathiek om mij even
op te bellen. Zo'n kans op een unieke foto doet zich
maar zelden voor en zelf hadden ze alleen maar een ma
crolens bij zich voor de paddenstoelen.
Maar, helemaal volgens de wet van Murphy, kon ik op
dat moment niet op pad om het tafereel vast te leggen
of zelfs alleen maar te bekijken. Andere verplichtingen.
Even goed zijn de heren zeer bedankt voor de tip!
(U
Q.
Q.
cu
JZ
u
in
"O
C
CU
V
M INI
Plotseling stonden ze daar, midden in de polder. Ik
schrok me rot! Als stalen reuzen doemden ze voor me
op. Wie krijgt het nou in z'n hoofd om daar, juist daar
midden in die weidse polder, een paar windturbines
neer te zetten. Ontsiering van het landschap en zelfs op behoor
lijke afstand nog geluidsoverlast! Die eerste indruk is inmid
dels van een tiental jaren geleden. Is er nog iets van over? Ei
genlijk verbaas ik me er over hoe snel ik eraan gewend ben ge
raakt Die gewenning is vermoedelijk het gevolg van ze niet
meer willen zien, eraan voorbijgaan. Je ergeren helpt niet, be
ter is het ze te negeren. Trouwens als ik me omkeer ligt er een
open polder voor me waar in geen velden of wegen een eigen
tijdse windmolen te zien is.
Een vroege morgen, de zon is al op maar heeft moeite door de
lichte neveldampen in de atmosfeer heen te dringen. Okergeel
groen kleurt de lucht met flarden van wazige overgangen naar
het grijsblauw in het zenit Vage damp boven het veld vervaagt
de contouren aan de einder. Op de voorgrond een warm goud
geel korenveld. En plots staan ze daar weer, die windturbines!
Hoog torenen ze boven het lage vlakke polderland. Majesteite
lijk haast klieft hun cirkelvlucht de ijle lucht. Licht en schaduw
partijen accentueren hun fragiele verticale vorm in sterk con
trast met de horizontale lijnen van de polder. Zou het? Zouden
ze eens opgetekend staan als cultureel erfgoed?
■a*m,
HSBHS